Edin Mujagic: Hoe de euro een zwakke munt werd

Met elke cent waarmee de euro zakt ten opzichte van de dollar – en tegenwoordig is dat een kwestie van uren zo lijkt het – neemt het gejuicht uit allerlei hoeken toe in Nederland. Een zwakke euro is goed voor de export en daarmee voor de Nederlandse economie, klinkt het dan. Elke keer als ik zoiets lees of hoor denk ik: economische geschiedenis zou een verplicht vak voor alle managers, economen, analisten, politici, journalisten en anderen moeten zijn. Want wie de economische en zeker monetaire historie een beetje kent, wéét dat een zwakke munt geen goede zaak is. Voor het bewijs hoeven we niet verder te gaan dan enkele eurolanden…

Het economisch model van landen zoals Griekenland en Italië was decennialang een mix van zwakke munt, relatief hoge inflatie en begrotingstekorten. Die zwakke munt was goed voor de export. Goed, daardoor was de inflatie hoog, waardoor na enige tijd de export ook problemen kreeg (door stijgende loonkosten bijvoorbeeld), maar de oplossing was makkelijk: eens in zoveel tijd devalueerde de overheid de munt van het land en het feest kon opnieuw beginnen. Dat je als overheid vooral schuld op schuld moest stapelen is dan eigenlijk heel logisch: hoge inflatie lost een deel van je schuld af namelijk.

euro-usd-wisselkoersTen noorden van de Alpen vinden we landen die decennialang er juist een heel ander economisch model op na hielden. Duitsland en Nederland bouwden hun economisch huis op een fundament van een sterke munt, relatief lage inflatie en relatief gezonde overheidsfinanciën. De waarde van de mark of de gulden zien dalen, laat staan met opzet verlagen, stond gelijk aan nationale schande.
Wat hebben die verschillende modellen die landen opgeleverd? De Griekse en de Italiaanse bedrijven zijn nauwelijks concurrerend op de internationale markt, de rentes in die landen lagen veel hoger dan de rentes in Nederland en Duitsland en de levensstandaard is er ook lager.

De Duitse en de Nederlandse daarentegen kunnen bijna elke concurrentie aan. De sterke mark en gulden hebben die bedrijven namelijk gedwongen voortdurend te innoveren en efficiënter te worden. Dat hebben ze zo goed gedaan, dat die mate van kwaliteit ze in staat stelt extra winst te maken: Duitse machines zijn duurder dan machines uit de VS of andere landen maar het is de “Made in Germany’ stempel erop waardoor de Duitse producent zijn concurrenten kan aftroeven én een hogere prijs kan vragen.

Dat innoveren, investeren en efficiënter worden kon ook omdat de kosten relatief gezien weinig stegen. Door de lage inflatie was het niet nodig lonen elk jaar fors te verhogen en geld lenen om te investeren was, dankzij de lage rentes, relatief goedkoop. Dat Duitsland en Nederland tot de meest welvarende landen in Europa en de wereld behoren, is dan ook terug te voeren tot die traditie van een sterke munt, lage inflatie en relatief gezonde overheidsfinanciën.

“Euro was een poging twee modellen samen te voegen”

De introductie van de euro in 1999 was in feite een poging die twee modellen samen te voegen. Maar dat is onmogelijk; zij staan immers lijnrecht tegenover elkaar: er is geen model mogelijk waarin de munt én sterk én zwak is, waarin de inflatie én laag en hoog is en de overheidsfinanciën én gezond én verrot zijn. De twee modellen zijn als olie en water: je kunt die twee vloeistoffen mengen en door elkaar schudden totdat je een ons weegt, zodra je stopt drijft olie gewoon op het water.

De eurolanden zoals Griekenland en Italië konden echter niet meer het spel opnieuw laten beginnen door de munt te devalueren: de euro was van ons allemaal en niet alleen van hen. De fusie van de twee modellen was onmogelijk en het enige wat overblijft is dan één van de twee modellen promoveren tot hét economisch model van de eurozone. Dat is inmiddels gebeurd. Waar het gezamenlijke economische model het Duits/Nederlandse model zou zijn – sla het Verdrag van Maastricht erop na – is de praktijk heel anders. De Europese Centrale Bank (ECB) is sinds deze week bezig met het de facto en in principe onbeperkt financieren van de begrotingstekorten. En de bank doet er alles aan de waarde van de euro verder de grond in te boren. Veelzeggend is dat de Italiaanse minister-president onlangs in een interview zei te dromen van pariteit tussen de euro en de dollar. De baas van de ECB had eigenlijk erop moeten reageren. Het bleef echter oorverdovend stil in Frankfurt.
Dat verbaast me niet, de baas van de ECB is een Italiaan en de tweede man van de bank een Portugees. Portugal is nog zo’n land dat zwoer bij een zwakke munt. Wat wel verbaast is dat er in Nederland niet alleen weinig kritiek os op deze ontwikkeling maar dat de waardedaling van de euro met gejuich ontvangen wordt en elke keer als de inflatie zakt, dat als iets vreselijks gepresenteerd wordt.

Van een sterke naar een zwakke munt

Als het model bestaand uit een zwakke munt, relatief hoge inflatie en hoge begrotingstekorten en staatsschulden de weg naar een sterke, welvarende economie zou zijn, waarom moeten landen als Duitsland en Nederland al jarenlang landen zoals Griekenland, Italië en Portugal van de ondergang redden en is het niet andersom? Als een zwakke munt en hoge inflatie goed beleid zou zijn, zou je verwachten dat zij nu sterke eurolanden hadden moeten zijn.

En waarom wordt dit model in Nederland tegenwoordig voorgeschreven als dé crisisoplossing, terwijl de tegenpool ervan de weg naar een economische ruïne zou betekenen?

De eurozone is in niets de muntunie geworden die ons beloofd is. Het is een muntunie waar onder meer het streven naar inflatie niet alleen gedoogd wordt maar zelfs het beleid is geworden. Het treurige is dat dat in Nederland door velen op handen wordt gedragen terwijl wij, met onze economische historie, juist beter zouden moeten weten.

Over Edin Mujagic

mujagicEdin Mujagic (1977) is macro-econoom, monetair econoom en publicist. Hij heeft onder meer gewerkt als redacteur economie bij het zakenweekblad FEM Business. Zijn analyses van de huidige economische crisis verschijnen regelmatig in toonaangevende Nederlandse en kranten in ruim 20 landen wereldwijd. Hij is vaste columnist bij Instituut Clingendael, dagblad Metro en weekblad Beleggers Belangen en expert-blogger bij een groot aantal financieel-economische sites. Sinds november is hij chef economie bij Jalta.

Mujagic is onder meer lid van het Economists’ Club bij Project Syndicate, een discussie- en debatforum voor Nobelprijswinnaars in de economie, hoofdeconomen van verschillende internationale financiële instellingen en voormalig centrale bankiers en ministers van Financiën. Daarnaast is hij ook – het jongste ooit – lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.

Geldmoord

Edin Mujagic publiceerde in 2012 het boek Geldmoord, waarin hij laat zien dat de inflatie begon op te lopen met de toenemende macht van centrale banken. In zijn boek laat hij zien dat de prijzen decennia lang stabiel bleven, tot aan het begin van de twintigste eeuw. De waarde van het geld, dat voorheen verankerd lag in de intrinsieke waarde van edelmetaal, begon in het verloop van de twintigste eeuw te dalen. De grote Depressie van begin jaren dertig, twee verwoestende wereldoorlogen en de enorme kredietgroei van de afgelopen decennia hebben ervoor gezorgd dat de koopkracht van het geld steeds verder werd uitgehold. Edin Mujagic waarschuwt in zijn boek voor de gevaren van geldontwaarding en voor de macht die centrale banken vandaag de dag hebben.

Geïnteresseerd? Klik hier om zijn boek te bestellen.

Foto van Marketupdate.nl Crypto redactie
Marketupdate.nl Crypto redactie

Dagelijks op de hoogte van het crypto nieuws via marketupdate.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *