Het valt moeilijk te ontkennen, dat Duitsland met veel succes de financiële crisis het hoofd heeft weten bieden. Het land heeft een lage werkloosheid en nagenoeg geen schulden. Maar eerst en vooral is Duitsland natuurlijk een industrieel bolwerk van de eerste orde.
Zelfgenoegzaamheid
Maar zoals altijd ligt ook bij onze Oosterburen de zelfgenoegzaamheid op de loer, nu het al zolang goed gaat. Daar kan juist de industrie slachtoffer van worden. Het succes ervan is deels gebaseerd op geluk, deels op de erkende historische kwaliteit en deels op recente hervormingen. Vooral onder Gerhard Schröder is hard gewerkt aan de flexibilisering van de arbeidsmark. Daardoor is de concurrentiekracht van het land alleen maar toegenomen.
Factoren
Maar die succesfactoren dreigen nu in het gedrang te komen. De grootste Duitse afzetmarkt, China, vertraagt economisch. De Chinese overheid probeert met wisselend succes de economie om te bouwen van investering gedreven naar consumptie gedreven. Voor het zover is, zal de vraag naar bijvoorbeeld luxe Duitse auto’s kunnen inzakken. En dat op een moment dat de lonen in Duitsland omhoog kruipen. In de centra van economische groei zijn eenvoudig weg te weinig handjes om al het werk te doen.
Trends
Los van deze recente factoren, gaan langlopende trend een steeds grotere rol spelen. Duitsland is vanaf het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw gaan beknibbelen op zijn uitgaven voor onderwijs en R&D. Daarnaast zijn de zogeheten publieke investeringen structureel vertraagd. Dat kan de Duitsers geleidelijk gaan opbreken. Nu al begint het beroemde Duitse wegennet steeds meer gebreken te vertonen om van het spoorwegnet maar te zwijgen. Duitsers staan steeds vaker steeds langer stil en dat zijn alles bij elkaar oneindig veel onproductieve uren. Dat gaat ten koste van de productiviteit. Die beroemde Duitse productiviteit staat onder druk en is inmiddels gedaald naar het niveau van 2007. Dat is de grootste daling in de naoorlogse jaren. Een duidelijk negatieve factor daarbij is, dat de goed opgeleide Duitser in snel tempo aan het vergrijzen is. Bekwame opvolgers zijn echter schaars door de vermelde bezuinigingen in onderwijs in de volle breedte van de economie.
Oplossingen
Natuurlijk liggen de oplossingen voor de hand. Er moet meer geld naar infrastructuur, naar onderwijs en naar onderzoeksinstituten. De mogelijkheden daartoe zijn aanwezig. De Duitse belastingdruk is in de afgelopen jaren voortdurend gedaald en zou best wat omhoog kunnen zonder veel schade aan te richten. Zeker als de extra opbrengst gebruikt wordt om de productiviteit op de wat langere termijn veilig te stellen. Trouwens zelfs de strakke afspraken op Europees niveau geven Merkel nog mogelijkheden. De Duitse overheid mag een tekort kweken van 0,35%. Alles bijeen zijn er genoeg kansen om de budgeten een stuk te verhogen.
Maar wat is de praktijk? In de aanloop naar de verkiezingen van 22 september bieden CDU/CSU en de SPD tegen elkaar op om de zuinigste van het hele land te zijn. Beide partijen bezweren de achterban dat ze komende jaren grote budgetoverschotten gaan kweken in plaats tekorten. De kans wordt steeds reëler dat Duitsland hier op niet al te lange termijn een hoge rekening gat betalen. Met zuinigheid alleen hou je geen eersteklas industriële sector in stand, die op meerdere terreinen wereldleider is. De Britten hebben een passende uitdrukking voor dit type verkeerde zuinigheid: penny wise pound foolish.
Cor Wijtvliet
Bron:
Sebastian Dulien, the German miracle is running out of the road. Financial Times, August 30 2013
>> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<