De huidige crisis maakt het de politici ook gemakkelijk. Het is een goed excuus om amper of geen aandacht te besteden aan de demografische ramp die zich aandient in Europa. De babyboomgeneratie gaat – zij het vertraagd – aanstalten maken om definitief van de arbeidsmarkt te vertrekken. Eerst zal dan duidelijk worden, dat het oude continent aan de rand van een demografische implosie staat. Op een niet al te lange termijn zal Europa geconfronteerd worden met een groot gebrek aan vaardigheden en talent.
Krimpen
Weinigen zullen ontkennen, dat welvaart, duurzaamheid en innovatie onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Die wetenschap maakt het bovengeschetste probleem zo dringend. Want het vergrijsde Europa zal niet als enige te kampen krijgen met een gebrek aan talent. Het wordt meer en meer een wereldwijd probleem. In deze eeuw, immers, zal de wereldbevolking vreedzaam gaan krimpen. Een steeds kleinere groep jongeren zal de zorg op zich moeten nemen voor een steeds grotere groep bejaarden. Het systeem van sociale zekerheid gaat al snel onder druk komen door de sterk veranderende ratio tussen werkenden en niet-werkenden.
Migratie
De vraag naar arbeid, naar talent en vaardigheden zal echter ongekend zijn. West-Europa zal over minder dan 20 jaar 80 miljoen arbeidsmigranten moeten aantrekken om de economische groei gaande te houden. Dat heeft het World Economic Forum uitgedokterd in samenwerking met Boston Consulting Group. Maar ook de VS zullen al spoedig veel hulp van buiten moeten aantrekken om de economische motor draaiende te houden. Die zal in diezelfde periode minimaal 25 miljoen werkers naar binnen moeten lokken. Maar de internationale arbeidsmarkt zal nog het meest opgeschud worden door China. Vanaf 2035 zal ook de Chinese bevolking gaan krimpen.
De wet van de grote getallen zal de wereld dwingen beter om te gaan met het aanwezige schaarse talent. Zo zal het westen er meer op moeten letten mensen op te leiden voor het werk dat er toe doet.
Pijplijn
Er speelt nog iets. Als Europa de kenniseconomie wil worden die het wenst, dan is een ’ongestoorde’ toevloed van kennis bittere noodzaak. Europa zal moeten werken aan een pijplijn van talent, die verder strekt dan de eigen landgrenzen. Omdat talloze actoren in de slag zijn om het schaarse talent, kan men niet simpelweg een greep doen in het aanwezige talent van een ander land. Veelal zullen landen een beroep moeten doen op landen, waar het talent wel aanwezig is maar nog niet of onvoldoende gevormd. Als Europa inderdaad de internationale pijplijn voor talent wil ontwikkelen, dan mag zij de leveranciers van talent niet negeren. Niet alleen zal zij voor zichzelf moeten bepalen welke talenten nodig zijn, zij zou ook modellen moeten ontwikkelen om de donor landen in staat te stellen het juiste onderwijs en de juiste kennis te ontwikkelen.
Wetgeving
Van de ontvangende landen mag ook een en ander gevraagd worden. Bij onze Oosterburen is nu al op grote schaal het besef aan het doordringen, dat het land op den duur niet kan zonder arbeidsmigranten. Het land zal daarom een gastvrij land moeten zijn om aantrekkelijk te zijn en te blijven. Een betere wetgeving, bijvoorbeeld op het terrein van discriminatie, is dan broodnodig. Overigens, dit besef ontbreekt nog ten volle in Nederland.
Cor Wijtvliet
Bron: Christal Morehouse, Europe’s not got talent. Project Syndicate, 18 november 2013