De 21ste eeuw is nog maar net van start. Nu al is duidelijk, dat er voorlopig van een rustig tij geen sprake zal zijn. Er hebben zich in de beginjaren een aantal veranderingen van waarschijnlijk epische omvang aangediend. Economisch krijgen we waarschijnlijk te kampen met nieuwe groeipatronen. De sociale verhoudingen tussen mensen onderling staan onder druk. Het geopolitieke landschap is in razendsnel tempo aan het veranderen en hetzelfde kan gezegd worden van het ecosysteem van onze wereld. Wat kunnen we van dit alles in 2014 gaan merken?
Figuur 1 Problemen van onze tijd
Om bij het eerste te beginnen. De economie lijkt in een tijdperk beland van afnemende verwachtingen en toenemende onzekerheid. De vier grootste economieën in de wereld ondergaan zwaarwegende veranderingen. In de Verenigde Staten is het politieke landschap totaal versplinterd en dat maakt een economisch herstel ronduit dubieus. China is op zijn beurt begonnen aan de ombouw van een economie van investeren en exporteren naar een economie gebaseerd op diensten en een sterke consumptieve vraag. Europa heeft alle moeite om overeind te blijven en ziet zich gesteld voor de majeure uitdaging om een reeks institutionele weeffouten uit het verleden te herstellen en tegelijkertijd de euro overeind te houden. Japan tenslotte maakt na een coma van twee decennia eindelijk aanstalten de deflatie echt te willen bestrijden, desnoods met zeer onconventionele middelen.
De uitkomst op al deze uitdagingen vraagt om beslissingen op basis van talloze ‘unknowns’. De daarbij behorende onzekerheid wordt nog verergerd door het gegeven, dat door de onderlinge verwevenheid verkeerd beleid wereldwijde consequenties zal hebben. We hebben daar al een voorproefje van mogen smaken, toen de Amerikaanse centrale bank, de fed, aankondigde haar monetair stimuleringsbeleid te gaan afbouwen. Wereldwijd dook de waarde van valuta’s omlaag en opkomende landen zagen reusachtige kapitaalstromen wegvloeien naar de VS.
Hoe zal de wereld reageren als in 2014 de afbouw echt vorm gaat krijgen en de wereldwijde financiële markten zien hun liquiditeit opdrogen? Tot nu toe tracht iedereen de mogelijke gevolgen te bagatelliseren, maar onderliggend bestaat de angst dat oude structurele problemen weer de kop gaan opsteken. Veel ontwikkelde landen hebben te weinig hervormd in de afgelopen jaren om hun economie daadwerkelijk concurrerend te maken. Hun schuldenlast daarentegen is sinds het begin van de crisis scherp toegenomen. Tegelijkertijd lijken de opkomende markten hun economische dynamiek verloren te hebben. In 2014 zullen ze minder aan de wereldwijde economie bijdragen dan de ontwikkelde landen. Voor de Opkomende Landen geldt min of meer dezelfde waarheid als voor veel Westerse landen. Ze hebben het in de afgelopen jaren niet aangedurfd verder te hervormen. De reorganisatie van de arbeidsmarkt en van het juridisch systeem ligt politiek zeer gevoelig. Veel belangengroepen verdedigen met veel succes het eigenbelang!
Het is met andere woorden nog maar de vraag of de economie in 2014 een zo mooie groei zal laten zien als menigeen nu verwacht. Dat maakt het extra moeilijk de groeiende economische ongelijkheid in de wereld effectief aan te pakken. Het aandeel van de factor Arbeid van de nationale koek wordt al decennia lang alsmaar kleiner. De oorzaak van deze onzalige trend is te vinden in het proces van globalisering en in de versnelling van de technische vooruitgang. Beleidsmakers zijn er zich gelukkig van bewust, dat ongelijkheid uiteindelijk tot zelfvernietiging van het huidige systeem zal leiden. Daar staat echter tegenover dat kapitaal zeer mobiel is in een interdependent wereld, wat overheden ertoe verleidt voortdurend belastingvoordelen aan te bieden.
Zelfs in economische sterke landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk stagneert de inkomensontwikkeling. In de VS is het gemiddelde inkomen sinds het begin van de crisis met 5% teruggelopen. Ondertussen zijn er de eerste tekenen aan de wand die vertellen wat er allemaal kan gaan gebeuren. In landen als Brazilië, Turkije en Zuid Afrika is de sociale onrust in 2013 al tot het kookpunt gestegen. Dat wijst op een absolute noodzaak meer hoogwaardige economische groei te bereiken. De vraag is echter hoe dat op redelijk korte termijn kan. Een versnelling van de technologische innovatie is een mogelijkheid, maar de uitkomsten van innovatie zijn vaak ongewis en laten doorgaans (te) lang op zich wachten. Op dit moment bestaat bij de meeste beleidsmakers min of meer onwil om het probleem van de ongelijkheid aan te pakken. Fiscale problemen hebben de volledige aandacht en daarin past geen verhoging van de uitgaven voor productieve investeringen. Toch zal het er op niet al te lange termijn van moeten komen. Gebeurt dat niet, dan kan de uitspraak van de Nigeriaanse econoom Sam Aluko uit 1999 wel eens meer werkelijkheid worden dan wenselijk: de armen kunnen niet slapen, omdat ze honger hebben. De rijken kunnen niet slapen, omdat de armen van de honger niet kunnen slapen.
Figuur 2 Gated communities voor de rijken in Nederland
Cor Wijtvliet
Bron: Klaus Schwab, The global economy in 2014. Project-syndicate, January 6 2013
Vragen of opmerkingen kunt u richten aan [email protected]