Bij het World Economic Forum in Davos overheerste het voorzichtig optimisme. De Verenigde Staten staan aan de vooravond van een krachtig cyclisch herstel, eindelijk! Maar toch zijn er in dit koor van optimisten dissonanten. Ze zingen een ander lied. Een van die dissidente zangers in Stephen Roach, ooit voorzitter van Morgan Stanley Asia en van oudsher een criticus van het Amerikaanse beleid.
Figuur 1: Dissidente stem in Davos
Minder groei
Volgens hem is het nog veel te vroeg om de vlag uit te hangen. Inderdaad kwam de groei in de tweede helft van 2013 uit op 4%. Op zich is dat vertrouwenwekkend, maar al twee keer eerder in deze recessie kwam de groei één of twee kwartalen boven de 3% en 4% uit. Dat was respectievelijk in 2010 en 2011. Beide keren bleek het vals alarm en verpieterde de groei weer in sneltreinvaart. Waarom zou het dit keer niet weer zo gaan? De huidige groei is vooral gestoeld op de opbouw van voorraden. Als je dat corrigeert dan blijft er een tamelijk armzalige groei over van 1,6%. De voorraadvorming kan echter niet ongelimiteerd doorgaan en zodoende lijkt het voor de hand te liggen dat de groei gaat terugvallen naar dat te lage groeiniveau.
Joe Sixpack doet het rustig aan
Wil de groei wel echt aantrekken, dan zal de Amerikaanse consument toch echt de kar moeten gaan trekken. Joe Sixpack’s consumptie is goed voor 69% van de economie. Maar kan of wil hij dat wel. Gelet op de cijfers gebeurt het in ieder geval nog niet. Sinds de Grote Recessie groeien de consumptieve bestedingen jaarlijks met 2,2%. Voor de crisisjaren lag de groei van de consumptie op 3,6% per jaar. Maar dat gering enthousiasme om te consumeren laat zich goed verklaren. In de boomjaren voor de crisis stak Joe Sixpack zich tot ver over de oren in de schulden. Dat was de enige manier om toch te consumeren, terwijl zijn besteedbaar inkomen geleidelijk daalde. Hij kon lenen, omdat iedereen dacht of deed alsof de huizenprijzen eeuwig zouden stijgen.
Schulden afbouwen
Dat bleek een misvatting van de eerste orde, toen eerst de huizenbubbel en later de kredietbubbel barstte. Sindsdien is Joe Sixpack druk doende om zijn schuldenlast af te bouwen. (waar zien we dat meer?) Voordat dit proces is afgerond, kunnen de bestedingen niet verbeteren en de economie niet opnieuw tot wasdom komen. Het Japanse voorbeeld leert, dat dergelijke pijnlijke aanpassingsprocessen decennia kunnen duren. In de VS duurt dit proces van aanpassing en aflossing vijf jaar en er lijkt nog een lange weg te gaan. De verhouding tussen schuld en inkomen bedraagt nu 109%. Dat is al veel minder dan aan het einde van 2007, toen die verhouding 135% bedroeg. Het is echter nog steeds 35% hoger dan het gemiddelde over de laatste 30 jaar van de 20ste eeuw. Hetzelfde beeld is te zien bij de besparingen. Amerikanen sparen gemiddeld 4,9% van hun inkomen. Dat is fors meer dan de besparing van 2,3% van 2005. Het is echter nog maar de helft van wat de Amerikanen spaarden in het laatste kwart van de vorige eeuw.
Welbeschouwd zijn de Amerikanen pas halfweg, willen ze in dezelfde financiële conditie komen als in de goede oude tijd. Voor de optimisten zijn dit inderdaad verhalen uit grootvaders tijd, toen alles toch al beter was. Ze wijzen erop, dat de werkloosheid aan het dalen is en dat de kosten voor het afbetalen van schuld historisch laag zijn. Voilà, als dat geen recept is voor een mooi cyclisch herstel! Maar misschien is Joe Sixpack toch slimmer dan de beleidsmaker in Washington denkt. Hij beseft dondersgoed, dat die hele lage kosten een vorm van subsidie zijn met dank aan de gulheid van de Fed. En hij weet ook heel goed, dat de daling van de werkloosheid vooral een gevolg is van het grootschalig afhaken van werkzoekers. Als daarvoor gecorrigeerd wordt, bedraagt de werkloosheid geen 6,7% maar 11%.
Voor Stephen Rag is het klip en klaar. Ja, er zijn stapjes gezet op de weg naar herstel, maar de mooie vergezichten zijn inderdaad niet meer dan een fata morgana.
Het Amerikaanse herstel is een fata morgana
Cor Wijtvliet
Bron: Stephen S. Roach, Amerca’s false dawn. Project-Syndicate, January 27, 2014
Vragen en opmerkingen kunt u richten aan [email protected]