De uitslag van de Europese verkiezingen vormt met een beetje geluk de aanzet voor een zelfonderzoek. Dat zelfonderzoek moet resulteren in een herwaardering van de werking van de Europese Unie. De nadruk moet minder op de instituties komen te liggen. Minstens zo belangrijk is, dat het zelfonderzoek uitmondt in meer inzicht wat de fundamenten van de Unie eigenlijk zijn. De uitslag van de verkiezingen heeft immers het beeld van twee strijdige Europa ’s opgeleverd. Er is het Europa van de verdergaande integratie van het politiek en sociaal systeem en er is het Europa dat juist weinig tot niets wil weten van gedeelde soevereiniteit.
Het zelfonderzoek en het daaruit voortvloeiend debat over de ziel van Europa moet verder gaan dan het bediscussiëren van technische oplossingen van de institutionele problemen van vandaag. Het moet veeleer gaan over de vraag hoe lidstaten van de eurozone zich zo organiseren, dat ze met succes kunnen overleven in een globaliserende wereld. Dat betekent niet, dat er weer nieuwe blauwdrukken ontwikkeld moeten worden. De aandacht zal eerst en vooral moeten uitgaan naar het vergroten van de sociale dynamiek en innovatie! Daar kan de doorsnee burger ook beter van worden.
Pro-Europeanen zijn steeds van mening geweest, dat de verkiezingen het bewijs zouden leveren, dat een pan-Europese democratie geleidelijk aan vorm krijgt. Pan-Europese partijen zouden hun eigen kandidaat presenteren als mogelijk nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Sceptici daarentegen claimden, dat burgers de verkiezingen zouden aangrijpen om eerst en vooral de eigen overheid een draai om de oren te geven. Hun stem zou eveneens een protest zijn tegen de door Europa opgelegde doorgedraaide bezuinigingen.
Geen van beide kampen heeft gelijk gekregen. Er zijn geen overtuigende, nieuwe leiders gepresenteerd. De verkiezing van een nieuwe voorzitter is nu al gedevalueerd tot ordinair handjeklap in de achterkamertjes van Brussel. Er was evenmin een Europa breed gedragen anti-stem. Zelfs in zwaar getroffen landen als Spanje bleef een meerderheid van de kiezers trouw aan Europa en in meer of mindere mate aan de zittende regering. Het beste voorbeeld daarvan is Italië, waar de nieuwe regering van Matteo Renzi de protestbeweging van Beppe Grillo terug wees. De grootse verrassing leverde misschien wel Nederland, waar de PVV, gedoodverfde winnaar van de verkiezingen, een onverwachte nederlaag leed.
Succes voor de populisten in Europa
Daar staat echter tegenover, dat in Frankrijk en in Engeland het succes van de populisten het politieke landschap in een klap totaal op zijn kop heeft gezet. De overwinning van het Front National en de UKIP is een stem tegen Europa, maar ook een stem tegen immigratie. Beide partijen hebben dit thema hoog op de agenda staan. In beide landen nemen de regeringspartijen in hun wanhoop nu al dit thema over.
Het nee tegen Europa van zowel het Verenigd Koninkrijk als Frankrijk laat zich misschien nog het best verklaren door hun verleden. Beide landen waren tot aan de eerste helft van de 20ste eeuw wereldmachten. Dat glorieuze verleden beheerst (kennelijk) nog steeds hun politieke reflexen in de 21ste eeuw. Ze willen eigenlijk niets weten van een geglobaliseerde en onderling zeer verbonden wereld. Ze staan liever op zichzelf.
Dat is ook deels af te lezen aan het economisch systeem van beide landen. In het Verenigd Koninkrijk weegt de financiële sector wel heel zwaar. Dat is terug te voeren op het 19de eeuwse idee, dat financiën het economisch leven domineren en coördineren. Ook de Franse economische structuur leunt nog op opvattingen uit die eeuw. De nadruk ligt daarbij op het optuigen van vooral grote bedrijven, die allemaal nauwe banden koesteren met het politieke establishment. Zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Frankrijk is een breed gespreid midden- en kleinbedrijf nagenoeg afwezig. Het is juist dit rijk geschakeerde MKB, dat een land als Duitsland zo succesvol maakt.
De crisis van 2008 heeft de zwaktes in beide economische systemen onbarmhartig blootgelegd. In beide landen woedt ook een heftig debat hoe het Duitse voorbeeld gekopieerd kan worden. Een succesvolle economische heroriëntatie van vooral Frankrijk is wezenlijk voor de toekomst van Europa. Europa kan nog wel zonder de Britten, maar zonder Frankrijk lijkt het gedoemd te mislukken. Dan moet Europa zelf zijn weinig geloofwaardig en krakkemikkig politiek bestel hervormen. De burger moet er zich in kunnen herkennen. Dat betekent, dat hervormingen en aanpassingen verder moeten gaan, dan het optimaliseren van de overheidsbestedingen of het entameren van grote projecten. Zoals gezegd, moeten hervormingen van Brussel uiteindelijk als oogmerk hebben de sociale en economische dynamiek van het oude continent te vergroten. De voortekenen zijn echter niet hoopgevend. Het oude politieke centrum neigt er naar alles bij het oude te willen laten en te kiezen voor wat optische aanpassingen. De koehandel rondom de verkiezing van de nieuw voorzitter van de Europese Commissie is wat dat betreft zeer illustratief.
Cor Wijtvliet
BELANGRIJK:
– Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
– Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen
– U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
– U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
nog niet automatisch ontvangt.
– Maak ook kennis met de nieuwsbrief Crash Investor.