Europa en het IMF verwachten steun vanuit China om het Europese noodfonds op te pompen naar €1.000 miljard, maar China heeft het al druk genoeg met het stabiliseren van de situatie in eigen land. Niet alleen kent het een hoge inflatie, ook heeft het een bankensector die kwetsbaar is voor een crisis elders in de wereld. Zo gaat het verhaal dat China van plan is om nog voor het einde van dit jaar 1.200 miljard yuan (omgerekend met de wisselkoers op moment van schrijven is dat ruim €137 miljard) in haar eigen banken te pompen. Deze stimuleringsmaatregel moet de rente op leningen omlaag brengen en zal naar verwachting de aandelenkoersen van de banken ondersteunen.
Ook denkt China met deze monetaire verruiming de waarde van haar munt weer wat omlaag te brengen, waardoor Chinese bedrijven makkelijker kunnen exporteren. De yuan is sinds juli 2010 al wat aan het stijgen in waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar, mede onder druk van de Amerikanen. Het feit dat China haar eigen banken met vele miljarden moet ondersteunen doet de hoop op steun aan het Europese EFSF noodfonds temperen. De belofte van de Europese politici en het IMF is dat het EFSF met behulp van buitenlandse investeerders (vooamelijk zogeheten BRIC-landen) kan worden uitgebouwd tot een omvang van €1.000 miljard. Dat geld moet dan weer gebruikt worden als een soort vangnet voor de obligatiemarkten en de banken in Europa.
China wil eigen bankensector ondersteunen met injectie van 1.200 miljard yuan