Op SilverDoctors lezen we dat de ertskwaliteit van de Fresnillo zilvermijn is gezakt van 15,2 troy ounce per ton in 2005 naar 9,2 troy ounce per ton in 2012. Dat betekent dat het mijnbouwbedrijf nu veel meer puin moet verwerken om de productie van zilver op peil te houden. Met een stijgende zilverprijs is dat geen groot probleem, maar met een dalende prijs gaat veel marge verloren.
In 2011 bereikte Fresnillo door de hoge zilverprijs een recordomzet van $2,19 miljard en kon het een nettowinst van $901 miljoen noteren. Door het opschalen van de mijnactiviteit is zowel de omvang als de winst van het bedrijf toegenomen. Maar hoe kwetsbaar is die winst eigenlijk? Eerst twee grafieken…
De kwaliteit van het zilvererts bij Fresnillo wordt met het jaar slechter…
… maar ondertussen maakt de mijn wel ieder jaar meer winst.
Productiekosten zilver
In het jaarverslag van Fresnillo over 2012 staan de operationele kosten en de exploratiekosten die het mijnbouwbedrijf gemaakt heeft (zie pag. 167). Ook is uiteen gezet hoeveel procent van de opbrengst toegeschreven kan worden aan de mijnproductie van goud, zilver, lood en zink. Een analist die op Youtube actief is onder de naam ‘MomentsinTrading’ rekende alle cijfers door en kwam tot de conclusie dat Fresnillo in 2012 met een gemiddelde zilverprijs van $31,43 per troy ounce nog steeds een marge van meer dan $10 kon behalen.
De zilverprijs staat momenteel op $23 per troy ounce, ruim $8 beneden de prijs die Fresnillo in 2012 kreeg voor haar zilver. Als de prijs van zilver nog $2 verder zakt is er van de ruime winstmarge van 2012 niets meer over en draait de mijn break-even. Geen wonder dat ook de mijnaandelen, die in 2011 profiteerden van de hoge zilverprijs, nu uit de gratie zijn geraakt. De beleggers in mijnaandelen zijn dit jaar veel harder getroffen dan de beleggers in fysiek metaal.
De hoge zilverprijs leverde Fresnillo in 2012 nog een winstmarge op van meer dan $10 per troy ounce