Mede door deze opkomende institutionele vraag heeft goud de belangrijke psychologische grens van $1.500 doorbroken. De weg ligt nu open naar $2.000. Een totale wereldgoudmijnproductie van slechts 2.600 ton kan onmogelijk de totale fysieke vraag van 4.000 ton dekken. Bovendien geldt dat, omdat er momenteel wereldwijd sprake is van een negatieve reële rente (inflatie is groter dan spaarrente), spaarders bijna wel gedwongen worden om te beleggen om geen verlies te lijden op hun spaargeld.
Zolang deze globale schuldencrisis niet fundamenteel wordt opgelost en centrale bankiers en overheden de rekening vooruit blijven schuiven, zinken we steeds verder weg in het moeras van excessieve schulden. Zolang er geen middel voor handen is om schulden te kunnen liquideren zonder dat er nieuwe schulden aan te pas komen, dan zal het saldo aan uitstaande financiële verplichtingen blijven toenemen. Of die nu betaald kunnen worden of niet.
De autoriteiten kiezen ervoor om dit ofwel op de balans van overheden (lees: Europa) te zetten, ofwel op de balans van de centrale banken èn de overheid (lees: Amerika). In beide gevallen hebben burgers een probleem, want zij betalen de rekening. Edelmetalen zijn juist veilige havens omdat er geen financiële verplichtingen aan ten grondslag liggen; ze kunnen niet afgestempeld worden of worden bijgedrukt. Die kwaliteit ziet men in steeds hogere prijzen terug.