Over sommige zaken kun je intuïtief een oordeel vormen. Zo ben ik al een tijdje de mening toegedaan, dat een deel van de problemen bij pensioenfondsen van eigen makelij is. Veel besturen van Nederlandse pensioenfondsen zijn waarschijnlijk leken op beleggingsgebied en zijn dus overgeleverd aan de willekeur van hun adviseurs. Dat moet wel ten koste gaan van het rendement.
Kwaliteit
Een team van de Saïd Businessschool van de universiteit van Oxford heeft de proef op de som genomen. Het heeft 29 gespecialiseerd consultancybureaus aan een kritisch onderzoek onderworpen. Deze bureaus vertegenwoordigen ongeveer 90% van de markt.
De uitkomsten zijn op zijn zachtst gezegd weinig opwekkend.
De kwaliteit van de adviezen laat in ieder geval duidelijk te wensen over. Tussen 1999 en 2011 presteerden Amerikaanse aandelenfondsen geselecteerd door de adviseurs gemiddeld 1,1% per jaar minder dan andere fondsen. Ze voegen duidelijk geen waarde toe, maar beschikken wel over heel veel macht en invloed.
Commissie-inkomsten
Het onderzoek laat zien, dat hun keuze het betreffende beleggingsfonds geen windeieren legde. In de VS mocht een geselecteerd fonds op een extra instroom rekenen van $ 2,4 miljard. Het selecteren van de juiste vermogensbeheerder is naar eigen zeggen van de adviseurs hun hoogste toegevoegde waarde. En daar is inderdaad veel voor te zeggen. In de genoemde periode adviseerden ze in de VS over institutionele middelen ter waarde van $ 13 biljoen en wereldwijd over $ 25 biljoen. Het onderzoek laat zien, dat in de VS 82% van de publieke pensioenfondsen en ongeveer 50% van de bedrijfspensioenfondsen betaalden voor advies. Als er slechts 1 basispunt in rekening wordt gebracht voor de selectie van de juiste vermogensbeheerder, dan genereert dat een fee van $ 2,5 miljard. Daar blijft het niet bij. Jaarlijks brengen de adviseurs transitiekosten in rekening over een bedrag van $ 2 biljoen. Er moeten immers kosten gemaakt worden om vermogensbeheerders te ontslaan en andere weer in dienst te nemen.
Blindvaren
Het is volgens de onderzoekers de combinatie van voortdurend schuiven met de vermogensbeheerders en de voorkeur voor grote beleggingsfondsen, die de underperformance verklaren. De houding van de opdrachtgevers werpt vragen op. Hoewel de adviseurs de institutionele beleggers met hun adviezen geen outperformance bezorgden, bleven de relaties in stand en bleven de pensioenfondsen sturen op de tekort schietende adviezen. De onderzoekers suggereren dat pensioenfondsen dit doen om zo een excuus te hebben voor het uitblijven van resultaten. Het is dan gemakkelijker met de beschuldigende vinger te wijzen. Maar zo suggereert het onderzoek, misschien is de waarheid nog onrustbarender. De pensioenfondsen hebben amper of niet weet van de achterblijvende prestaties van hun duurbetaalde adviseurs. Die geven immers geen inzage in de kwaliteit van het individuele advies. Anders gezegd, veel pensioenfondsen varen blind op de aanbevelingen van hun adviseurs. Dat is op zijn minst een vreemde en zorgelijke zaak. Het kost de pensioenfondsen immers handen vol met geld.
Cor Wijtvliet is binnenkort spreker op de seminar reeks ‘Bescherm uw toekomst’. Hier vindt u meer informatie..
Bron:
FT fm, Billions of dollars wasted on advice. Financial Times, September 23 2013