Het lijkt binnen de opkomende markten in een hoog tempo de verkeerde kant uit te gaan. Is dit het begin van iets veel ergers? Gaan de bubbels op de kunstmatig opgepompte markten eindelijk barsten? Het is alweer 10 jaar geleden dat de laatste bubbel ontplofte en dus is die vraag op zijn plaats.
Die crisis werd bezworen, omdat centrale bankiers de rente ultra laag hielden en hun balansen met het lieve sommetje van $15 biljoen verruimden. Die daadkracht verhinderde dat de Grote Recessie omsloeg in een Grote Depressie. Dankzij dit beleid boeken beurzen record na record, maar een modale loonsverhoging zit er niet in. Centrale banken kunnen bubbels creëren, maar ze kunnen de drukkende effecten van globalisering, deflatie als gevolg van technologie en de groeiende macht van een handvol corporaties op de loonontwikkeling, niet ongedaan maken.
Dat wil niet zeggen dat centrale bankiers met hun onconventionele aanpak geen goed werk verricht hebben in de afgelopen crisisjaren. Die is misschien wel iets minder onconventioneel dan menigeen verkondigt. Al sinds de jaren van Alan Greenspan houden banken de rente graag laag en nemen het risico op een asset bubbel op de koop toe. Ze zien zich hiertoe gedwongen. Politici in de ontwikkelde landen slagen er al tien jaar niet in om het lot van de doorsnee burger enigszins te verbeteren. Er zijn geen grote infrastructurele werken gestart, er wordt weinig tot niets gedaan aan de verbetering van het onderwijs.
Grenzen monetaire stimulering bereikt?
Deze vorm van monetair stimuleren is echter op zijn grenzen gestuit. Ongeveer 10% van de bevolking in de VS bezit 84% van de aandelen. Een stijging van de prijzen van assets stimuleert niet langer de inflatie, maar de ongelijkheid. De nieuwe voorzitter van de Fed, Jerome Powell, lijkt niet van zins om het huidige beleid snel aan de kant te schuiven. Voor hem is het nog steeds business as usual. Alhoewel, het lijkt erop dat het besef aanwezig is dat de huidige strategie niet meer werkt.
Volgens Powell is inflatie niet langer de beste indicator om te bepalen of de arbeidsmarkt overspannen is of niet. Onderzoek wijst uit dat in de aanloop naar de laatste twee recessies excessen ontstonden op de financiële markten. Die pakten noodlottig uit voor de economie, niet de inflatie. De boodschap moet dus luiden dat beleidsmakers en risicomanagers verder moeten kijken dan alleen maar naar inflatie als ze excessen willen ontwaren. Die boodschap betekent ook dat centrale banken eindelijk erkennen dat er zoiets als financialisation bestaat en dat de financiële markten de bron van veel onheil zijn. Tot voor kort gold het dogma dat een economische neergang uitmondt in een val van de financiële markten. Natuurlijk waren al eerder beleidsmakers die mening toegedaan.
Goedkoop geld zorgt voor bubbels
Al in 1959 schreef Alan Greenspan dat goedkoop geld en hoge koersen voor bubbels konden zorgen die veel onheil konden aanrichten in de wereld van alledag. Dat werpt weer de vraag, waarom Greenspan als voorzitter van de Fed en met hem ook de voorzitters na hem bubbels lieten ontstaan om ze vervolgens te laten ontploffen? Het antwoord moet luiden dat Greenspan de financiële sector een zeer warm hart toedroeg. Hij gunde de sector zijn feestjes. Ter verontschuldiging kan aangevoerd worden, dat de politiek het hem moeilijk had gemaakt om het feestje stop te zetten.
Maar terug naar het heden. Is het zeer wel mogelijk dat de gang van zaken in de opkomende markten een voorbode is van een forse economische afkoeling. Bijna niemand ontkent dat die voor de deur staat en vroeger of later aanklopt. Die wetenschap zou centrale bankiers moeten aansporen op zoek te gaan naar een nieuwe strategie. Het is immers tien jaar geleden dat de crisis startte en bijna veertig jaar geleden dat de rentedaling inzette.
Om te beginnen zou het niet onverstandig zijn de financiële markten te incorporeren in de economische modellen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het belang en het gewicht ervan alleen maar gegroeid. Wat zouden alternatieve criteria voor inflatie kunnen zijn? De almaar groeiende schuldenberg? De groei van de vermogenstitels in relatie tot de groei van het bruto binnenlands product of misschien gewoon de krankzinnige stijging van de huizenprijzen in alle grote steden van de wereld. Misschien is dat wel de beste indicator, zoals dat in 2008 ook het geval was!
Cor Wijtvliet
Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl
Tot slot:
- Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
- Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
- Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
- Of bezoek www.Beurshalte.nl
- Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!
Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.
Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.