Een van de belangrijkste eigenschappen van goud is dat het geen tegenpartij risico kent. Het staat op zichzelf en heeft door de eeuwen heen haar reputatie opgebouwd als een stabiele vorm van vermogen. Wie fysiek goud bezit kan dat aan iedereen in de wereld verkopen in iedere denkbare valuta. Het is een manier om je als individu of als land minder afhankelijk te maken van de grillen van financiële instellingen en overheden.
De waarde van goud is blijvend, maar wordt door de meeste mensen pas gezien in tijden van crisis. Pas in een crisis komen beloftes van banken en overheden onder druk te staan. Kun je nog wel bij je spaargeld als je bank failliet gaat? Kunnen centrale banken de koopkracht van een euro of een dollar garanderen? Kun je erop vertrouwen dat de overheid haar beloftes ten aanzien van de pensioenvoorzieningen nakomt?
Over dit soort zaken wordt maar weinig nagedacht in tijden van voorspoed. Dat is logisch, want als de economie groeit gaan de meeste mensen erop vooruit. Men ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet en denkt dus niet zoveel na over negatieve scenario’s.
Goud is geen belofte
De tijd waarin we nu leven vraagt om een andere aanpak. Centrale banken hebben steeds meer moeite om het geldsysteem onder controle te houden, terwijl het gemiddelde besteedbare inkomen in veel Westerse landen stagneert. De inkomens en de waarde van onze huizen stijgen, maar de kosten van levensonderhoud gaan net zo hard omhoog.
Volgens ECB-president Draghi heeft de euro prijsstabiliteit gebracht, maar in de afgelopen tien jaar steeg de prijs van een biertje in de kroeg van €1,71 naar €2,43. Ook andere boodschappen en vaste lasten als zorguitgaven, woonlasten en energie zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Prijsstabiliteit voor centrale banken moeten we eerder interpreteren als een stabiele inflatie, niet als stabiele prijzen.
Wanneer overheden en centrale banken hun afspraak met de burger niet meer kunnen nakomen is het tijd om het heft in eigen hand te nemen. Dat is ook de reden dat steeds meer individuen en landen de waarde van goud opnieuw beginnen te ontdekken. Wanneer pensioenfondsen moeten korten en spaargeld geen rente meer oplevert wordt het kopen van goud een rationele keuze.
Goud heeft de afgelopen decennia grote prijsschommelingen gekend, maar over de lange termijn heeft het edelmetaal een uitstekend rendement opgeleverd. Sinds 1971 is de prijs van goud met gemiddeld 8% op jaarbasis gestegen. En dat voor een vorm van vermogen zonder faillissementsrisico of tegenpartijrisico. Blijft u nog sparen in niet renderende schulden? Of liever in tastbaar bezit?
Deze column verscheen eerder op Goudstandaard