Wie zijn oor te luisteren legt in de gangen van de Brusselse bureaucratie, raakt er al snel van overtuigd. Na de Duitse verkiezingen van 22 september aanstaande wacht Europa een nieuwe toekomst. De crisis zal definitief het onderspit moeten delven. Dat is een mooi en aantrekkelijk scenario. Maar is het wel realistisch? Zijn de bureaucraten niet geneigd teveel naar Europa te kijken en te weinig naar Duitsland zelf?
Scenario’s
Als we naar Duitsland zelf kijken, dan zijn er hele andere scenario’s denkbaar en daar zal niemand in Brussel of daarbuiten erg gelukkig van worden. Afgaande op de opiniepeilingen lijkt het niet erg waarschijnlijk, dat Duitsland een langdurige periode van politieke stabiliteit tegemoet gaat. Dat heeft alles te maken met de logica van de Duitse verkiezingen en het machtsevenwicht in de Bundesrat, de Duitse tegenhanger van de Eerste Kamer.
De Bundestag telt nu vijf partijen. Twee aan de politieke rechterzijde en drie ter linker. Daar kan na de verkiezingen nog een zesde bijkomen: Alternative für Deutschland. Deze partij ijvert voor een vertrek uit de euro. Volgens de opiniepeilingen zal de huidige coalitie van CDU/CSU en FDP hun kleine meerderheid kunnen behouden in de Bondsdag, maar ze hebben dan wel ten minste drie jaar te kampen met een minderheidspositie. Dat maakt regeren moeilijk, zoals we nu in Nederland maar al te goed weten. Een SPD, die opnieuw in de oppositiebankjes terecht komt, zal minder toeschietelijk zijn dan in de afgelopen jaren. De partij zal waarschijnlijk onder druk van de achterban naar links opschuiven, weg uit het centrum.
Alternatieven
Er resteren uiteraard alternatieven voor de huidige rechtse combinatie. Vanuit Europa beziet men verlekkerd de mogelijkheid van een grote coalitie van CDU/CSU en SPD. Die komt er alleen als rechts geen meerderheid behaalt. Als dat het geval is, dan berust de meerderheid bij links. Een linkse regering ligt echter niet meteen voor de hand. De SPD heeft er zich geen voorstander van betoond. Maar wat niet is, kan nog komen en mevrouw Merkel zou er voortdurend rekening mee moeten houden, dat de SPD alsnog de grote coalitie laat struikelen om een linkse coalitie te vormen. Dat zou een drie partijen regering kunnen zijn of een tweepartijen regering van Groenen en SPD met stilzwijgende steun van die Linke. Gelet op de verkiezingsbelofte van de SPD is een linkse coalitie van of drie of twee partijen niet erg waarschijnlijk. De enige twee opties, die overblijven zijn een rechtse coalitie met een vijandige Bundesrat of een wankele Grand Coalition, die elk moment kan struikelen. Waarlijk, het zijn geen van beiden aantrekkelijke alternatieven.
Wat betekent dit voor Europa? In ieder geval niet, dat na 22 september mevrouw Merkel meer bewegingsvrijheid krijgt om Europa echt vlot te trekken. Als ze dat al zou willen! Het is waarschijnlijk, dat haar bewegingsvrijheid nog minder zal zijn dan in de afgelopen jaren. Het resultaat kan zijn dat de huidige politieke stagnatie in Brussel zal aanhouden totdat er weer nieuwe verkiezingen in Duitsland aankomen. Of de Alternative für Deutschland moet de kiesdrempel van 5% halen evenals de FDP. In dat geval is er maar een coalitie mogelijk en wel van CDU/CSU en SPD. Deze grote coalitie is dan echter een andere dan in bovenstaand scenario. Die zal stabiel zijn, omdat er voor beide partijen geen alternatief mogelijk is om naar uit te wijken.
Het is de ironie van het lot, dat Europa afhankelijk is van een anti-Europa partij om de nodige veranderingen teweeg te brengen.
Cor Wijtvliet
Bron:
Wolfgang Münchau, the arithmatic of Germany’s election points to instability. Financial Times, September 9 2013