Eén van de opvallende constateringen van de crisisjaren is dat linkse partijen noch vakbonden geen of amper profijt hebben kunnen trekken van de wandaden van Wall Street. Volgens Francis Fukuyama is dat te wijten aan bruikbare ideeën in het linkse kamp. Toch bood de crisis van 2008 meer dan voldoende ammunitie om de neoliberale opvatting over het kapitalisme definitief naar de vuilnisbelt van de geschiedenis te verwijzen. Het minst erge verwijt dat je de neoliberale visie kunt toedichten is dat, over een periode van 35 jaar, het vigerende systeem minder economische groei gegenereerd heeft in verhouding tot de daar voorafgaande 30 jaar. Het heeft de financiële stabiliteit ondermijnd en de sociale rechtvaardigheid nagenoeg ten grave gedragen.
De financiële economie
Alternatief?
Zoiets roept – nee schreeuwt – om een geloofwaardig alternatief, maar dat vormt zich slechts mondjesmaat en in een slakkengang. Een alternatief hoeft overigens niet te betekenen, dat het kapitalisme ansich moet verdwijnen. Dit systeem heeft wel de nodige aanpassingen nodig. Zo zouden instituties weer een prominentere en krachtdadigere rol moeten gaan spelen. De crisis was in 2008 eveneens mogelijk door zwakke instituties die wegkeken van hun verantwoordelijkheid. Instituties moeten de financiële en arbeidsmarkten stutten, moeten zorg dragen voor corporate governance, moeten kwalitatief goed onderwijs garanderen en op nationaal niveau een werkend systeem voor innovatie uitrollen.
The power of the market
Redelijkheid
Instituties komen echter niet uit de lucht vallen. De staat moet zorgen dat ze er komen en dat ze naar behoren functioneren. In het geval van de arbeidsmarkt kan en moet de staat desnoods als mediator optreden. Binnen het alternatieve systeem zou het bruto binnenlands product niet langer de enige maatstaf mogen zijn om de economische prestatie van een land te meten. Het is nu een onhoudbare stelling, dat een economie beter functioneert in een land waar de top, 1% van de bevolking, het leeuwendeel van de welvaart voor zich opeist. Tenslotte zal redelijkheid belangrijker moeten zijn dan gelijkheid. Het is nagenoeg ondoenbaar om in een markteconomie een egalitaire gelijkheid na te streven. Redelijkheid in het economisch en maatschappelijk bestel is daar beter op zijn plaats.
Overigens lijkt een gemodificeerd kapitalisme de enige manier voor het Westen om te overleven. De nieuwe globale economie lijkt steeds meer een race naar de bodem van het dal. Bedrijven gaan steeds maar weer op zoek naar nog goedkopere arbeid, land en kapitaal. Overheden proberen die bedrijven aan zich te binden door nog meer te dereguleren en de sociale wetgeving navenant aan te passen, in te perken dus. Het westen moet en kan overleven door de trek naar de top te beginnen. Daarbij moet de nadruk op hogere toegevoegde waarde komen te liggen en op innovatie, waardoor de concurrentiekracht toeneemt. Het is aan de staat om bedrijven in staat te stellen die nieuwe rol in de economie te spelen.
De vierde industriële revolutie?
Cor Wijtvliet
Bron: David Sainsbury, a new progressive political economy. Project-syndicate, March 5 2014
4 gedachten over “Een geloofwaardig alternatief voor het Neoliberalisme”
Opgezocht op Wikipedia: Neoliberalisme was oorspronkelijk het streven naar een gereguleerde markt, waarbij marktinvloeden gecombineerd worden met overheidsinvloeden. De term wordt tegenwoordig vaak op negatieve wijze gebruikt door mensen die zich tegen vrije markten keren.
Een vrije markt is een markt waarin prijzen door vraag en aanbod tot stand komen. Alle economische besluiten en acties door individuen betreffende overdracht van geld, goederen en diensten zijn in een vrije markt vrijwillig, dus verstoken van dwang en diefstal (sommige definities van “dwang” zijn inclusief “diefstal”). Een vrijemarkteconomie onderscheidt zich hiermee van een gemengde of gesloten economie. Je kunt dus lezen dat definities verkeerd gebruikt worden.
Het grappige van het artikel is dat deze het neoliberalisme afwijst. Hij wijst dus de invloed van de overheid op de markt af. En verder door in het artikel pleit hij voor een grote invloed van overheid op de werking van m.n. de financiele markten.
Mocht hij bedoelen dat de vrije markten juist slecht zijn, moet hij eigenlijk nu in een juichstemming verkeren. Want de overheden (willen graag voor marktmeester of zelfs voor ondernemer spelen) reguleren de markten. Met andere woorden, de situatie die de schrijver wilt hebben bestaat al. Er zijn al heel veel instituties die de ‘markt’ in het oog houden.
Ik lees vaker de artikelen van Wijtvliet maar de laatste regel van dit artikel bekruipt mij het gevoel dat hij niet begrijpt hoe ons handelssysteem werkt.
Overheden creeren geen welvaart, maar verdelen deze hoogstens, het reguleren van gedrag van mensen op basis van morele uitgangspunten, tot zelfs het plannen en sturen van via beleidsinstrumenten van mens en bedrijven.
Totdat het moment komt, dat door al die overheidsingrepen in het besluitvormingsproces bij de individuele burgers en bedrijven, leidt tot verkeerde besluiten en handelingen. Ookal zijn deze ingrepen met de beste bedoelingen gedaan. Schijnbaar wilt hij dit maar niet begrijpen. Erger nog, hij pleit ervoor.
Ik ben een verklaard voorstander van de vrije markt, maar ik ben evenzeer een verklaard voorstander van enige mate van regulering. De crisis van 2008 was grotendeels te danken aan de onzalige combinatie van een gewetenloze vrije markt en het wegkijken van overheden.
Het zal Wall Street, maar ook veel individuele ondernemers worst zijn, dat de huidige sociale structuur van veel westerse landen in snel tempo ontrafelt. Winstmaximalisatie is hun enige credo. De rest is alleen maar ballast. Een zekere mate van overheidsingrijpen is niet meer en niet minder dan een vorm van beschaving. De vrije markt kent geen beschaving en ook geen geweten, alleen maar ptivaat winstoogmerk. That’s why
De markt, bedrijven, overheid of zelfs banken hebben geen geweten of beschaving. Dat komt omdat het rechtsentiteiten zijn. Als je de wereld wilt veranderen zul je toch met mensen moeten praten. Het zijn de mensen die gewetenloos opereren, zij verstoppen zich achter de façade van hun organisatie. Als je dit soort mensen gaat beschermen door hun organisatie te redden, ga je inderdaad slecht gedrag belonen.
Mensen moeten geconfronteerd worden met hun slecht gedrag of slechte besluiten, dan bestaat ook de mogelijkheid tot correcties, iets wat nu niet gebeurt.
In een vrije markt, waren de banken failliet gegaan, dit geldt ook voor sommige landen, echter de politiek besloot anders. Grote instituties werden gered met belastinggeld. Dit is geen oplossing, maar vragen om ellende.
Ieder systeem dat geen rekening houdt met de goede maar ook met de slechte karakter eigenschappen van mensen, is gedoemd te mislukken.
En dat het uiteindelijk mis is gegaan in de financiële markten is niet vreemd, want wie ook het monopoly krijgt om geld te maken, zal vroeg of laat deze macht gaan gebruiken voor zijn eigen belang. Dit geldt ook voor de overheid, want hier werken ook maar mensen.
Denk, dat we grotendeels op dezelfde golflengte zitten