George Friedman, de bekende geopolitieke specialist en – voorspeller, geeft in dit stuk zijn mening over de evolutie van de systeemcrisis waar de wereldeconomie mee kampt: Italië is al minstens acht maanden in crisis, maar de massamedia hebben dit niet eerder dan in juli uitgebracht. Deze crisis heeft geen enkel verband met de Brexit, ook al beweert de Brexit-oppositie het tegenovergestelde. Zelfs al had Groot-Brittannië vóór gestemd, dan nog zou de Italiaanse crisis in omvang toegenomen zijn.
Het hoge aantal slechte leningen op de bankbalansen was al voor de Brexit een probleem. Alleen een spectaculaire verbetering van de economie zou het mogelijk maken om deze leningen af te lossen. En de Europese economie kan niet voldoende groeien om hierin behulpzaam te kunnen zijn.
Italiaanse banken hebben op hun balans niet-presterende kredieten die eigenlijk reeds moesten afgeschreven zijn. Maar liefst zeventien procent van alle leningen zullen naar verwachting niet terugbetaald worden. De te verwachten schade zal niet alleen in de laars worden gevoeld. Italiaanse leningen worden verpakt en herverkocht en Italiaanse banken schrijven in op leningen van andere Europese banken. Die instellingen hebben op hun beurt leningen aangegaan met Italiaans staatspapier als onderpand. Italië is de vierde economie van Europa en in tegenstelling met Griekenland kan men gerust stellen dat het ‘la mamma’ is van alle systemische bedreigingen.
Bail-ins, geen bail-outs
De enige uitweg bestaat uit een bail-out door de regering. Italië maakt echter deel uit van de eurozone en dus is de mogelijkheid om zich ‘uit de crisis te printen’ beperkt. De regels van de Europese Unie (EU) maken het bovendien moeilijk voor overheden om banken te redden met belastinggeld (bail-out). De EU hanteert nu een bail-in strategie wat inhoudt dat schuldeisers en depositohouders van een falende bank hun geld dreigen kwijt te raken.
Dat is hetgeen de EU aan Cyprus oplegde. In Cyprus werden deposito’s van meer dan 100.000 euro in beslag genomen om de schulden van de lokale banken te delgen. Een deel van deze sommen werd teruggestort, het grootste gedeelte niet.
De bail-in is een formule die tot bankruns aanzet. Het in Cyprus geconfisqueerde geld was afkomstig van pensioenfondsen en lonen. Rome wil er zeker van zijn dat depositohouders hun deposito’s niet kwijtraken, want een run op de banken staat garant voor een heuse meltdown. En een ineenstorting zou de regering doen vallen en de weg vrijmaken voor de eurosceptische ‘Vijfsterrenbeweging’ van Beppe Grillo.
De bail-in regel is in voege omdat Duitsland geen belastinggeld wil gebruiken om financiële instellingen te redden via een bail-out. De groeiende populariteit van de nationalistische partij ‘Alternative für Deutschland’ bewijst dat het anti-Europese sentiment bij onze oosterburen sterk toeneemt. De Duitsers zitten met het gevoel dat vooral zij de fiscale verantwoordelijkheid dragen voor de eurozone en wensen niet meer te blijven betalen voor het onverantwoordelijke gedrag van anderen (Zuid-Europa).
De Duitse regering is dus gebonden en kant zich bewust tegen een Europees depositogarantiesysteem omdat dit ‘Heimatgeld’ op het spel zou zetten. En Duitsland zal ook niet toelaten dat er zomaar eurogeld zal worden gedrukt, daarvoor is de herinnering aan de hyperinflatie van de twintiger jaren van vorige eeuw nog te levendig. De Italianen kunnen dus hun problemen alleen aanpakken door de EU-regels te veronachtzamen, wat ze momenteel ook doen.
Crisis deint uit
En er broeit een andere Europese crisis. Duitsland haalt bijna de helft van haar bruto binnenlands product (bbp) uit export. Ondanks alle discipline en soberheid die de Duitsers zo kenmerken, blijft er het feit dat hun welvaart goeddeels afhangt van hun bekwaamheid om te exporteren. Maar die exportkracht hangt uiteindelijk ook af van de behoeften en de financiële gezondheid van hun buitenlandse klanten.
Duitsland voert veel uit naar de EU en de Italiaanse crisis zou een Europese bankencrisis kunnen veroorzaken. Dat zou de Duitse export behoorlijk pijn doen, het bbp naar beneden halen en de werkloosheid doen oplopen. Het is dus niet meer dan logisch dat de Duitsers er alles aan zouden doen om een Italiaanse faling af te wenden. Maar kanselier Merkel voelt er niet veel voor om haar landgenoten te vertellen dat hun economie afhankelijk is van de gezondheidstoestand van Italië.
De productie van Duitse kapitaalgoederen viel met 4% terug ten opzichte van de maand ervoor. De productie van consumptieproducten steeg met slechts 0,5%. Het staat vast dat de Duitse consumentenmarkt mogelijke exportverliezen op geen enkele manier kan opvangen. Het zakenleven bij onze oosterburen is zich bewust van dat gevaar. Daarbij komt nog dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onlangs verklaarde dat Deutsche Bank, de grootste bank van Duitsland, het belangrijkste systeemrisico vormt voor de wereldeconomie. Een faillissement zoals dat van Italië zou in Europa een kettingeffect tot gevolg hebben dat ook Deutsche Bank zou raken.
Het Amerikaanse puzzelstuk
Toch vormt een Amerikaanse recessie de echte bedreiging voor Duitsland. Recessies zijn een normaal fenomeen, het zijn cyclische gebeurtenissen die nodig zijn om de economische efficiëntie te behouden en die inefficiënte bedrijven doen verdwijnen. De Verenigde Staten worden gemiddeld om de zes à zeven jaar geconfronteerd met een recessie. Momenteel huist er in het monetair beleid en in de economie een hoop irrationaliteit. De rentecurve begint af te vlakken. Normaal gesproken wordt een recessie drie à zes maanden voorafgegaan door een grote neergang van de financiële markten. Dat betekent dat we dit jaar allicht geen recessie zullen krijgen, maar mogelijk wel in 2017.
Omdat er stagnatie is in Europa, heeft Duitsland haar exportactiviteiten verlegd naar andere landen en in het bijzonder naar de Verenigde Staten. Als in Amerika de economie terugvalt, zal ook de vraag naar Duitse goederen afnemen. Voor Duitsland echter betekent een exportdaling van 1% dat het bbp met een half procent terugvalt. Gezien de huidige minimale groei, zou de val van enkele procenten de Duitse economie in een recessie brengen en hoge werkloosheid veroorzaken.
Een Amerikaans conjunctuurprobleem zou niet alleen Duitsland raken, maar ook de rest van Europa. Vele landen voeren uit naar de VS, hetzij rechtstreeks of via het produceren van componenten voor Duitse en Britse producten. De VS zijn enigszins blootgesteld aan buitenlandse wanbetalingen, maar niet voldoende om het Amerikaanse financieel-economische systeem neer te halen. Amerika is, meer dan Europa, een tamelijk zelfvoorzienende economie en minder afhankelijk van export.
De ‘big picture’
De EU dient de Italiaanse en Duitse problemen aan te pakken, maar haar regelgeving maakt het vinden van oplossingen heel moeilijk. Wat er in Europa gebeurt, is in de eerste plaats een politieke en bestuurlijke crisis. Het Europese stelsel werd gecreëerd om vrede en welvaart te bevorderen, niet om een complexe economie te beheren.
De argumentatie van diegenen die gekant zijn tegen internationalisme is simpel. Soms falen de grote internationale systemen. Des te minder men verstrikt in -en afhankelijk is – van deze systemen, des te minder schade men zal ondervinden. En vermits deze systemische ongelukken in het verleden geleid hebben tot politieke conflicten en crisissen, krijgt het pleidooi voor nationalisme meer wind in de zeilen. Het is evident dat een systeemcrisis hoe dan ook zal leiden tot toenemend nationalisme.
Bron: Mauldin Economics
(Dit artikel verscheen eerder op het blog systeemcrisis.blogspot.nl)