Oorlogsdreiging vergroot nervositeit op de valutamarkten

Oorlogen of zelfs maar de dreiging van oorlog is toegenomen. Nu het tumult rondom Syrië naar een hoogtepunt stijgt, is dat terug te zien op de valutamarkten. Nervositeit overheerst.

Dat was echter al een tijdje het geval. Welbeschouwd zijn daar twee belangrijke oorzaken voor aan te wijzen. In de eerste plaats speelt het nieuwe economische beleid van Japan een rol. De centrale bank van dat land stimuleert de economie maandelijks met maar liefst $ 70 miljard om de economie en de inflatie te stimuleren. Een bijkomend effect van de ongekende monetaire stimulering is de aanhoudende verzwakking van de yen ten opzichte van andere valuta’s. Daardoor wordt de exportpositie van het land verbeterd, maar verzwakt niet alleen die van de meeste buurlanden, maar ook van bijvoorbeeld de Europese Unie.

De tweede en belangrijkste oorzaak zijn plannen van de Amerikaanse centrale bank. De Fed is voornemens om de monetaire stimulering ter waarde van $ 85 miljard per maand in de tweede helft van dit jaar geleidelijk te gaan afbouwen. Dit heeft voor veel commotie gezorgd en vooral veel Opkomende Landen hoofdpijn bezorgd. Veel Amerikaanse liquiditeiten waren dankzij de Amerikaanse stimulering naar Opkomende Landen gestroomd op zoek naar een behoorlijk rendement. Nu die stimulering gaat ophouden ligt het voor de hand, dat veel beleggers hun beleggingen uit die Opkomende Landen gaan terugtrekken met alle negatieve gevolgen van dien. Ze zijn echter niet de enige landen die last ondervinden van het Amerikaans beleid.

Brazilië gaat op grote schaal de reaal steunen

Het lijdt geen twijfel dat Brazilië, het grootste land in Zuid-Amerika, gebukt gaat onder de plannen van de  Amerikaanse centrale bank, de Fed. Sinds de aankondiging van de voornemens is de reaal bijna 16% in waarde gedaald ten opzichte van de dollar. De reaal is zodoende naar het laagste niveau ten opzichte van de dollar gedaald sinds vijf jaar.

Door die aanhoudende daling dreigt de inflatie snel te gaan oplopen, waardoor de kosten van levensonderhoud sterk kunnen gaan stijgen. In tijden van grote sociale onrust in het land, zit daar de overheid uiteraard niet op te wachten. Die sociale onrust zou alleen nog maar verder aangewakkerd worden. De meeste Brazilianen hebben nog hele slechte herinneringen aan periodes van hyperinflatie in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw.

De inflatie is de afgelopen maanden tot 6% opgelopen en de druk op de centrale bank om stappen te nemen om de inflatie te beteugelen is de afgelopen tijd sterk toegenomen. Een voor de hand liggende oplossing is uiteraard het verhogen van de rente. Daar durft de centrale bank niet echt aan, omdat de economie nu al vertraagt onder invloed van de afkoeling van de Chinese economie. China is de belangrijkste afzetmarkt voor Braziliaanse landbouwproducten en grondstoffen.

De Bank heeft er nu voor gekozen om de reaal te gaan steunen. Hiervoor is een budget van $ 60 miljard vrijgemaakt door te interveniëren op de internationale valutamarkten. Het land heeft eerder op een dergelijke manier geïntervenieerd en wel in 2002. Toen ging Argentinië failliet en de financiële markten speculeerden erop, dat Brazilië hetzelfde zou overkomen.

Zover is het toen niet gekomen. Toch kun je vraagtekens zetten bij deze aanpak. Op langere termijn halen dergelijke steunoperaties weinig uit. Als de economie van Brazilië niet opkrabbelt, zal de daling van de reaal op den duur doorzetten.

In Indonesië staan alle signalen op rood

Sinds de Fed in april van dit jaar zijn voornemens wereldkundig maakte, heeft de paniek in Indonesië toegeslagen. De nationale munt, de roepia, is sinds april naar het laagste niveau gedaald ten opzichte van de dollar sinds april 2009. De munt presteert daarmee het minst van alle belangrijke Aziatische valuta’s.

Beleggers verliezen in hoog tempo het vertrouwen in dit land. Onlangs verkochten internationale beleggers in twee dagen tijd voor $ 255 miljoen aan effecten. De angst is dat het tempo aan uitstroom de komende weken en maanden alleen maar versnellen. Dat is onder meer af te lezen aan de gestage daling van de Jakarta Composite Index. Die is sinds de beruchte dagen van april/mei met maar liefst 20% omlaag getuimeld.

Daar zal het waarschijnlijk niet bij blijven, want er komen steeds meer tekenen, dat de Indonesische economie in moeilijk vaarwater terecht is gekomen. In juli van dit jaar kwam de inflatie uit op 8,6%, het hoogste niveau sinds februari 2009. Dat hoge niveau dwingt de centrale bank om de rente te gaan verhogen. Dat komt op een ongelegen moment, want het land kende in het tweede kwartaal het hoogste tekort op de lopende rekening sinds 1989. Een renteverhoging pakt waarschijnlijk negatief uit voor de tekorten, omdat dat de exportgroei dwarsboomt.

Volgens ingewijden bestaat er op de internationale financiële markten weinig vertrouwen in de daadkracht van de Indonesische centrale bank. Ze zien daarom, ondanks de sterk gedaalde koersen op de aandelenmarkten, meer risico’s dan kansen en stemmen met hun voeten. Dat impliceert, dat de kapitaaluitstroom de komende maanden hoog blijft, evenals de druk op de roepia.

Turkije is het kind van de rekening

Het grootste slachtoffer van het hernieuwde wantrouwen jegens de Opkomende Markten is misschien wel Turkije. Dit land ziet zijn rente op schatkistpapier in snel tempo oplopen, terwijl de lokale valuta, de lira, voortdurend terrein verliest op de dollar. Er gaan nu nagenoeg twee lira’s in de dollar. Dat is een all time low. Tegelijkertijd is de rente op tweejaars papier opgelopen naar 10,16%, het hoogste niveau in twee jaar. Voeg daarbij de snel oplopende politieke spanningen in de regio, maar ook binnenlands, en de doelstelling om een groei van 4% te genereren in 2013, lijkt nagenoeg verkeken.

Sterker nog, financiële markten in Turkije zien een nieuw spook opdoemen en dat heet stagflatie, de giftige combinatie van hoge inflatie en stagnerende groei. Voor de internationale beleggers is dat een uiterst onaantrekkelijk vooruitzicht en dus willen ze en masse het land verlaten. Die beleggers voelen zich in hun overtuiging gesterkt door het warrige en onbegrijpelijke beleid van Erdem Basci, de gouverneur van de Turkse centrale doelstelling. Die hanteert meerdere ratio’s waarop hij zijn beleid baseert. Naast inflatie zijn dat bijvoorbeeld ook de wisselkoersverhoudingen en de groei van de kredietverlening.

De financiële markten zijn van mening, dat al die verschillende ratio’s een daadkrachtig beleid in de weg staan, waarbij de nadruk moet liggen op het intomen van de inflatie. Die kwam in juli uit op 8,9%. In reactie daarop zakte de lira diep weg, maar Basci deed nagenoeg niets om het geschonden vertrouwen terug te winnen. Interventies op de valutamarkten ter waarde van $ 8,3 miljard hebben kortstondig effect gehad, maar te weinig en te kort om de verdere val van de lira te stoppen.

Ingewijden omschrijven het huidig beleid van de centrale bank als cosmetisch. Het is echter nog niet te laat om het afnemende tij te keren. Het beste zou zijn als Basci op korte termijn de markten zou verrassen met een wel heel forse renteverhoging. Maar dat zou wel betekenen, dat zijn huidige strategie in een keer overboord gaat. Of hij daartoe bereid is?

Cor Wijtvliet

>> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

Foto van Marketupdate.nl Crypto redactie
Marketupdate.nl Crypto redactie

Dagelijks op de hoogte van het crypto nieuws via marketupdate.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *