Al snel na het begin van de financiële crisis van 2008 waarschuwden enkele vooraanstaande economen voor een langdurige malaise à la Japan. De meeste economen dachten toen echter nog dat het niet zo’n vaart zou lopen. In de VS en in Europa hadden beleidsmakers de crisis in Japan nauwkeurig gevolgd en er de nodige lessen uit getrokken.
Van dat optimisme is vandaag de dag helaas weinig meer over. Het idee dat het Westen in een periode beland is van langdurige stagnatie, wint steeds meer terrein. Ook in Nederland zijn steeds meer economen ervan overtuigd dat er de komende jaren hooguit een groei van 1% bereikbaar is.
Onderhuids
Het probleem was indertijd, dat de economie in het Westen al voor 2008 op het verkeerde spoor was geraakt. Allerlei vermogenstitels waren veel te ver in prijs opgelopen, waardoor zich bubbels konden vormen. Dat was deels het gevolg van te laks toezicht en regelgeving, maar ook door de alsmaar dalende rente. Door de aanhoudende koersstijgingen leek de economie robuust, maar onder de oppervlakte sudderde een scala aan problemen. De eerste tekenen van een groeiende ongelijkheid werden zichtbaar. Maar ook bleven structurele hervormingen van de economie achterwege. Het Westen industrialiseerde in hoog tempo, maar overheden besteedden weinig of geen aandacht aan de negatieve gevolgen ervan. Het Westen verloor immers in record tijd zijn comparatieve voordelen. Die verdwenen naar het Oosten. Daarnaast groeide de onbalans tussen de VS en de rest van de wereld. De eerste kweekten in hoog tempo steeds grotere tekorten, waar de rest van de wereld in moest voorzien. Tenslotte groeide er een dominant financieel systeem, dat meer gericht was op speculatie dan op beleggingen, met als doel banen te scheppen en om meer sociaal welzijn te scheppen.
Verergeren
Hoe reageerden beleidsmakers in het Westen op al deze problemen die door de crisis versneld naar boven kwamen? Naar we nu moeten vaststellen op de verkeerde manier. Sterker nog, sommige maatregelen verergerden en verdiepten de crisis. Het uiteindelijk resultaat was immers, dat in veel landen het bruto nationaal product bleef krimpen, waardoor de overheid steeds krapper bij kas kwam zitten. Het beleid had daarmee als onbedoeld gevolg, dat investeringen in zowel de publieke als private sector kelderden. Een van de meest dramatische gevolgen van dit wanbeleid is de creatie van een verloren generatie in een groot aantal landen.
Ongelijkheid
Of een beleid nu goed is of slecht, uiteindelijk eindigt elke crisis. Het ziet er nu naar uit, dat de wereld in 2014 weer de weg omhoog in slaat. Het is echter onmiskenbaar, dat de crisis veel langer geduurd heeft dan nodig was en dat er waarschijnlijke onherstelbare schade in aangericht. Het meest verontrustende is wel, die van de gigantisch toegenomen inkomensongelijkheid. Het zogeheten mediane inkomen van een volwassen Amerikaanse man is nu, gecorrigeerd voor inflatie, lager dan 40 jaar geleden. De Nederlandse Bank heeft berekend, dat de inkomensontwikkeling voor de doorsnee Nederlander al bijna twee decennia stagneert. De crisis heeft de stagnatie alleen maar verergerd.
De gevolgen beginnen nu steeds zichtbaarder te worden. Inkomensongelijkheid bevordert een zwakke vraag. Toenemende inkomensongelijkheid zal de vraag nog verder verzwakken. In Nederland is het huidig kabinet nog steeds ervan overtuigd, dat loonmatiging de sleutel tot herstel is, ook al vallen er op de binnenlandse markt duizenden bedrijven om bij gebrek aan bestedingskracht van de consument. Vreemd genoeg denkt een meerderheid van het MKB ook nog steeds dat loonmatiging de oplossing is voor de eigen problemen.
Meerderheid
Bezuinigingen en loonmatiging zijn sinds de crisis van de jaren tachtig toverwoorden gebleken om elke volgende crisis te bestrijden. Het komt bij veel beleidsmakers, economen en politici niet eens in het hoofd op, dat dit medicijn nu averechts uitpakt. Ze zijn er gewoon blind voor. Dat heeft er ook mee te maken, dat de bestuurlijke en economische elite van dit land geen benul heeft van de negatieve consequenties. Zij zitten financieel gesproken aan de goed kant van de lijn. In hun ogen is het onvermijdelijk, dat sommige groepen van de bevolking te kampen krijgt met een lagere levensstandaard. Laat dat nu toevallig de meerderheid van de bevolking zijn.
Cor Wijtvliet,
Bron: Joseph E. Stiglitz, Stagnation by design. Project-syndicate, February 6 2014
Vragen en opmerkingen kunt u richten aan [email protected]