Lou Keune
Langzaam maar zeker stijgt de verkiezingskoorts. Als het aan het kabinet ligt zitten de coalitiepartners VVD en PvdA de rit volledig uit tot in 2017. Maar de speculaties over een tussentijdse kabinetscrisis nemen toe. Er liggen dan ook nogal wat bananenschillen op hun weg. Hoe verder met Europa? Moet er een maximum komen aan het op te nemen aantal vluchtelingen? Worden er grenzen gesteld aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt? Enkele koppen boven recente nieuwsberichten: “SP bereidt zich voor op vervroegde verkiezingen”. “PVV heeft genoeg kandidaten ‘met gezonde afkeer van islam’”. “PvdA-campagne hangt af van besluit Samsom”. Partijen zijn op zoek naar een visie voor ook de langere termijn. Zoals ik op 20 januari jl. schreef: “Waar willen de partijen heen? Verkiezingen winnen met wat rozen en tomaten, mooie verhalen en debattrucs, dat zit er niet meer in. Mensen willen weten waar de partijen voor staan, hoe ziet de toekomst eruit, hoe die te bereiken?”
Vergankelijke orde
De vraag dus naar het voorgestane sociaaleconomische bestel. Vertrekpunt bij die discussie is steeds meer de vergankelijkheid van het heersende neoliberale gedachtegoed en idem model. De gloriedagen van die ideologie beginnen achter ons te liggen. Ook deze maatschappelijke orde blijkt geen eeuwigheidswaarde te hebben. De ontevredenheid over al die bezuinigingen, flexibiliseringen en vermarkting neemt alsmaar toe. Volgens sommigen ligt die ook ten grondslag aan de soms ronduit etnocentristische protesten tegen de komst van vluchtelingen. Waar hebben mensen nog echt iets over te zeggen? Hebben zij gevraagd naar bijvoorbeeld de privatiseringen die de zorg en de sociale huisvesting op orde zouden brengen? Zijn zij, gewone burgers, mede verantwoordelijk voor de zeer kwetsbare positie waarin veel werkers dankzij al die flexibiliseringen zijn geraakt? Wiens woorden worden gesproken? Ideale omstandigheden voor de opkomst en bloei van allerlei populistische bewegingen.
Het is onontkoombaar dat politieke partijen een visie ontplooien op hoe in hun ogen de samenleving zich dient te ontwikkelen. Daarbij zullen een aantal feitelijke omstandigheden onder ogen moeten worden gezien. Een daarvan is de ecologische crisis waarin de wereldsamenleving verkeert. Die dreigt zo alomvattend te worden dat een toekomst zich zou kunnen aftekenen waarin ecocide en de strijd om de resterende levensbronnen dominant zijn geworden. Een wat ik eerder Mad Max samenleving heb genoemd. Positief is dat sinds de Verklaring van de Klimaatconferentie van Parijs van 2015 duidelijke overeenstemming is over de noodzaak om wereldwijd verregaande maatregelen te nemen die de stijging van de gemiddelde temperatuur indammen. Over de implementatie van die maatregelen ben ik niet gerust. Nog steeds merk ik weinig van een ‘geen woorden maar daden’ mentaliteit, althans onder de bestuurders van de diverse samenlevingen. Dat neemt niet weg dat alleen al vanwege deze noodzaak de toekomstige economie, en dus ook het toekomstige economische beleid met zeker de volgende twee woorden kan worden gekenschetst: ‘Genoeg’ en ‘Overleven”.
‘Genoeg’ en ‘Overleven’
Economie van het Genoeg wil zeggen dat misschien wel de meerderheid van de wereldbevolking, zeker die van de rijke landen als Nederland nu eindelijk zal moeten vaststellen dat haar bestaande welvaart meer dan genoeg is om te voldoen aan de basisbehoeften. Zelfs is er een teveel aan behoeftebevrediging, een teveel dat niet meer bijdraagt aan meer welzijn en geluk, in bepaalde opzichten zelfs strijdig is daarmee. Er zal krimp van de consumptie moeten plaatsvinden.
En de toekomstige economie is ook een Overlevingseconomie. De bedreigingen die op ons afkomen vanwege allerlei ecologische destructies dwingen ons na te denken over hoe wij kunnen garanderen dat wij en de toekomstige generaties op zijn minst kunnen blijven bestaan. Trouwens, het gaat niet alleen om het gevaar van ecologische destructies. Het gaat ook om andere kwetsbaarheden van de moderne samenleving. De mondialisering is zover geraakt dat vele zo niet alle systemen van productie en distributie een wereldwijde afhankelijkheid hebben. Wat zullen, bijvoorbeeld, de gevolgen zijn van een stopzetting van de grootschalige productie en export van soja in landen als Brazilië en Argentinië? De veeteeltsector in Nederland zal in grote problemen komen, met alle gevolgen van dien voor de voedselvoorziening. En wat als de haven van Rotterdam gehackt wordt en allerlei installaties stil vallen? Wat als die grootschalige systemen van elektriciteitsvoorziening door een vergelijkbare oorzaak stilvallen. Kleine oorzaken kunnen in deze overgecentraliseerde samenleving grote gevolgen hebben. De toekomstige economie zal op deze en andere omstandigheden moeten zijn voorbereid en ingericht. Alleen al om deze redenen zullen vanuit het gezichtspunt van Overleving schaalverkleining, delinking en regionalisering onvermijdelijk zijn.
Bestaanszekerheid
Daarbij past de erkenning dat een groot deel van de wereldbevolking nog steeds verkeert in een situatie van dagelijkse strijd om het bestaan. Door extreme armoede gedreven kunnen zij het zich niet veroorloven om te werken aan een consumptie die boven de basisbehoeften uitgaat. Het is al heel wat als zij voldoende te eten hebben, schoon drinkwater, voldoende kleding en schoeisel, enige vorm van huisvesting, basisgezondheidszorg en basisonderwijs. Wat wij ‘economische vluchtelingen’ noemen zijn mensen die op zoek zijn naar een bestaan voor zichzelf en hun verwanten dat die overleving garandeert en overstijgt. Zij zijn degenen die het meest toonbeeld zijn van menselijke durf, creativiteit, doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel om een redelijk bestaan op te bouwen. Daarbij is belangrijk dat ook de Nederlanders, en zeker de politieke partijen zich zullen realiseren dat ‘wij’ op allerlei manieren verbonden zijn met de historische oorzaken van de marginalisering van deze honderden miljoenen zo niet miljarden mensen, alleen al vanwege allerlei koloniale en neokoloniale erfenissen. Wij zijn ook degenen die in verleden en heden het meeste beslag leggen op de steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen. En ook profiteren wij van allerlei vormen van ‘omgekeerde ontwikkelingshulp’, bijvoorbeeld in de vorm van de illicit financial tranfers. Los daarvan, wij, althans sommigen van ons, hebben de neiging ons te beroepen op bepaalde fundamentele waarden en normen die kenmerkend zouden zijn voor onze beschaving. Laat ons dan die waarden en normen serieus nemen. Minstens zullen wij moeten meewerken aan de ontwikkeling van bestaanszekerheid voor iedereen op Aarde. Wij hebben ook een zorgplicht ten aanzien van al die vluchtelingen. Onze toekomstige economie is er niet alleen een van ‘Genoeg’ en ‘Overleving’ maar ook van mondiale medeverantwoordelijkheid, dus van ‘Solidariteit’. Daarbij kunnen systemen van garantie van bestaanszekerheid als het basisinkomen van grote betekenis zijn.
Duurzaamheid
Het mag evident zijn dat de toekomstige economie ecologisch Duurzaam zal moeten zijn. Er moet en zal een evenwicht komen tussen enerzijds het hedendaagse beslag op de natuurlijke hulpbronnen en het milieu, en anderzijds de eisen van instandhouding van de bestaansvoorwaarden van toekomstige generaties. Ook uit oogpunt van duurzaamheid zal gewerkt moeten worden aan processen als regionalisering, cradle to cradle en circulariteit, biologische landbouw, en krimp van de consumptie. Er zal een versnelde overgang moeten plaatsvinden naar duurzame systemen van energieproductie en voorziening.
Van niet te onderschatten betekenis is dat het denken in economische waarden op de schop moet. De toekomstige economie zal niet meer primair geleid blijven door geldswaarden en daaraan verbonden principes van private winstmaximalisatie, concurrentie en ‘economische groei’ (bbp groei)? Het zal een economie van Gebruikswaarden moeten zijn, geleid door het basisprincipe van het evenwicht tussen enerzijds de mogelijkheden en anderzijds de behoeften van mens en natuur. Een economie geleid door menswaarden en natuurwaarden. Dat heeft natuurlijk verregaande consequenties voor de manieren van economisch rekenen: niet meer primair rekenen in termen van geldswaarden maar van mens- en natuurwaarden. Bijzonder punt hierbij zal zijn dat alle vormen van werk erkend en meegerekend zullen moeten worden, ook de onbetaalde arbeid.
Monetaire en commerciële sanering
Er is dringend nood aan gezondmaking van de geldsystemen. Er zal een einde moeten komen aan de zelfstandige en overmatige rol van de particuliere geldcreatie. Geld wordt steeds meer gecreëerd om met geld geld te maken. Financiële doelstellingen overheersen. Met alle gevolgen van dien als monetaire instabiliteit en een overmatige aanbodeconomie. De betekenis van geld moet worden teruggebracht tot de oorspronkelijke rol: ruilmiddel.
Geldcreatie moet geleid worden door het basisprincipe van evenwicht met de eisen en mogelijkheden van de reële economie: monetaire krimp als die economie minder productie en consumptie mogelijk en noodzakelijk maakt, en monetaire verruiming als de economie dat vraagt. Uiteraard kunnen alleen de publieke overheden deze taak vervullen. Dat betekent een forse inkrimping van de financiële sectoren. Banken zullen full reserve worden. Kortom, de toekomstige economie zal gekenmerkt zijn door Monetaire Sanering.
Vergelijkbaar zal er ook een Commerciële Sanering moeten plaatsvinden. Uiteraard blijft de toekomstige economie ook een ruileconomie. Arbeidsdeling blijft een belangrijk kenmerk. Maar aan de overmatige rol van de handelssectoren zal paal en perk gesteld moeten worden. De ontwikkeling en vormgeving van de toekomstige arbeidsdeling zullen niet meer gekenmerkt worden door een overmatige aanbodeconomie, en evenmin door de dominantie van mondiale monopolisten of oligopolisten. Mega ondernemingen zullen moeten worden opgesplitst, binnen bedrijven moeten andere aspecten dan alleen de financiële winst veel meer aandacht krijgen. De suprematie van het vrijhandelsdenken zal vervangen moeten worden door die van managed trade, lokaal, regionaal en mondiaal. Handel zal evenzeer moeten bijdragen aan het noodzakelijk evenwicht tussen mogelijkheden en behoeften.
Oorlogseconomie
Bijzonder aspecten van de toekomstige economie zijn die van de urgentie en de radicaliteit van de noodzakelijke veranderingen. Die zijn hoog, zeer hoog. Kijk maar eens naar de noodzakelijke maatregelen om de uitstoot van CO2 tot stilstand te brengen. Wij, de wereldsamenleving, hebben maar een tweetal decennia om die stappen te zetten die een verdere verergering van de klimaatcrisis voorkomen. Neem ook de groeiende spanningen in veel samenlevingen die te maken hebben met armoede en ongelijkheid, of met onderdrukking en corruptie. Op dit moment overheerst een gebrekkige wil om die problemen echt en ten gronde aan te pakken. Met alle gevolgen van dien, boemerangs als de enorme stromen van vluchtelingen en andere migranten. Op korte termijn zullen drastische stappen gezet moeten worden met ingrijpende gevolgen voor het dagelijks bestaan van ook veel Nederlanders. Stappen die de toekomstige economie zullen kenmerken als een Oorlogseconomie. En er zal weer behoefte zijn aan een Keynes die een geactualiseerde zo niet volslagen nieuwe versie zal maken van het fameuze rapport How to pay for the war. Onvermijdelijk zal de rol van de publieke overheden veel sterker moeten zijn dan nu het geval is. Er zal een politiek leiderschap vereist zijn vergelijkbaar met die van historische en charismatische grootheden als Churchill, Gandhi en Mandela.
Een eerlijke economie
De Nederlandse politieke partijen zullen bij de Kamerverkiezingen o.a. moeten laten zien hoe zij aankijken tegen een toekomst die zo nabij is dat niet lang gewacht kan worden. Zij zullen blijk moeten geven van een visie op die toekomst en hoe die te bereiken. Het gaat om een transitie naar een andere, eerlijke economie. Veel burgers gaan hen voor door allerlei vormen van solidarisering en verduurzaming van hun levensstijl. Ook is al veel denkwerk verricht door particuliere initiatieven als Urgenda, De Grote Transitie, Transitie Nederland en Ons Geld. Dat zal hun taken zeker vergemakkelijken. Daar staat tegenover dat een dergelijke overgang zal botsen op grote belangen van specifieke groepen als de grote financiële instellingen. En ook op angsten, vooroordelen en egocentrisme bij veel kiezers. Kortom, een moeilijke maar tegelijkertijd onvermijdelijke opdracht.
Lou Keune
Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org
Referenties
- Dit is het vierde en laatste deel van een serie over het sociaaleconomisch bestel. Voor de voorgaanden, zie: Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 1: TINA of TATA. In: Marketupdate 20 januari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/van-welvaartsstaat-naar-neoliberale-dominantie-naar/
- Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 2: Het model van de welvaartstaat. In: Marketupdate 9 februari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/van-welvaartsstaat-naar-neoliberale-dominantie-naar-2/
- Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 3: Het begin van het einde. In: Marketupdate 19 februari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/begin-van-het-einde-van-dominantie-welvaartsstaat/