Veel Nederlanders hebben de beroemde spaarhypotheek waarmee (met eventuele extra inleg) een potje gevormd wordt. Aan het einde van de looptijd van dit potje wordt de hypotheek (deels) afgelost. Dit lijkt een goed verhaal en iedereen denkt zijn financiën goed voor elkaar te hebben. Echter…bent u op de hoogte van het feit dat uw potje waarschijnlijk helemaal niet bij uw eigen bank is ondergebracht?
Dit “zekere” potje staat geparkeerd bij een verzekeraar en daar ligt het grote -eerste- risico al, verzekeraars vallen niet onder de depositogarantieregeling*.
Maak je spaarhypotheek veilig!
Breng in overleg met uw bank in ieder geval dit potje onder bij uw eigen bank, want dan valt het wel onder het depositostelsel.
We leven in een dusdanig vreemde financiële periode, waarin centrale bankiers alle problemen menen weg te kunnen printen. Alleen dat is al genoeg om zekerheden in te bouwen in plaats van “veilige potjes” onveilig te stallen bij een verzekeraar.
Wij zijn erg benieuwd hoe uw adviseur gaat reageren op uw verhaal en verzoek.
*Depositogarantieregeling:
Voor verzekeringen geldt geen depositogarantieregeling, zoals die geldt voor banken. Deze regeling is ingesteld voor de bescherming van rekeninghouders bij een faillissement van de bank. Als een bank failliet gaat, heeft elke rekeninghouder namelijk de zekerheid dat hij het tegoed van zijn bankrekening terugkrijgt van de De Nederlandse Bank (DNB). Deze regel geldt tot maximaal € 100.000,- en heet de depositogarantieregeling. Iets dergelijks heeft de DNB dus niet ingesteld voor verzekeraars.
Faillissement
Bij een faillissement gelden de regels van de Faillissementswet. Dan zijn de eventueel opgebouwde polis-tegoeden en mogelijke rechten van verzekeringnemers niet zeker.
Bronnen:
- Herstelplan: art. 3:132 e.v. Wft en Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft.
- Beperking van beschikkingsbevoegdheid: art. 3:135 e.v. Wft en Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft
- Opvangregeling: art. 3:149 e.v. Wft;
- Noodregeling: art. 3:160 e.v. Wft
Bart Hoogakker (1966) begon al op zijn zestiende met beleggen en maakte onder andere de crash in 1987, de campinghausse van 1997 en de internetcrash van 2000 mee. Sinds 1992 geeft hij ook beleggingstrainingen en seminars, waarin hij zijn kennis en ervaring deelt met andere beleggers. U kunt Bart ontmoeten bij de diverse door hem en zijn partners georganiseerde beurscafés. Meer info daarover vindt op www.dagboekvaneenbelegger.nl