Vorige week publiceerden we het eerste deel van de Gold Trail, een ander verhaal over de goudmarkt. Een verhaal dat tot de kern probeert te komen van ons monetaire systeem. Deze week vervolgen we met deel twee, waarin de relatie tussen de dollar, olie en goud wordt uitgelegd.
Het volgende stuk werd in februari 2000 geschreven en iedere keer als er naar de ik-persoon verwezen wordt heeft dat betrekking op de persoon die schrijft onder het pseudoniem ‘FOA’. Opmerkingen ter verduidelijking van de tekst staan tussen [haakjes]. Klik hier om het eerste deel van de Gold Trail te lezen.
The Gold Trail – Deel 2: Eerste wandeling
FOA (28-02-2000): In mijn vorige artikel “Fundament” hebben we verschillende vragen naar voren gebracht. Sommige waren impliciet en andere waren direct, maar allemaal werden ze genoemd om een denkpauze te creëren. Vandaag geef ik mijn gedachten op basis van een oude studie.
Tegen 1971 had het overblijfsel van ons goudwisselsysteem twee krachten tegen zich werken.
Ten eerste: De Verenigde Staten had veel meer dollars bijgedrukt dat het goud had om uit te keren. En dan houden we nog niet eens rekening met het feit dat Amerikanen niet in staat waren het binnenlandse aanbod van dollars in te wisselen voor goud. Het hele idee dat fysiek goud overheden ervan zou weerhouden teveel geld bij te drukken was volledig aan flarden geschoten. De realiteit van vandaag de dag dicteert dat iedere grote wereldmacht – niet alleen de Verenigde Staten – een koppeling van de geldhoeveelheid aan een vaste goudprijs met voeten kan treden.
Het leek erop dat supermachten en naties, naarmate ze machtiger werden en grotere groepen mensen vertegenwoordigden, makkelijker weg konden lopen van het formele monetaire beleid. En daarmee het gunstige effect van goud op het monetaire systeem teniet konden doen.
De Verenigde Staten had haar gouddekking al eens eerder aangepast, toen economische zware tijden aanbraken in de lokale economie. Toen de welvaart van bijna iedereen na de crash van 1929 werd aangetast namen we het goud gewoon weg uit het interne monetaire systeem, om het vervolgens te gebruiken als dekking voor het externe monetaire systeem (dollars in het buitenland). Inderdaad, al het Amerikaanse goud werd opgevraagd van de Amerikaanse bevolking. Voor iedereen die fysiek goud in bezit had (in hun hand), werd de historische dynamiek van goud als bescherming van het vermogen tijdens een allesomvattende schulddestructie weggehaald. Men liet niet toe dat goud haar werk zou doen, namelijk het opruimen van alle ‘dode welvaart’ die in de voorgaande periode gecreëerd werd met het inflateren van de geldhoeveelheid.
Van de vele excellente schrijvers op het USAGold forum zullen sommigen inzien dat de “zware tijden” van economische contractie in eerste plaats veroorzaakt worden door het afwijken van een monetair systeem op basis van goud. Daar ben ik het mee eens, maar met de kennis van nu weten we dat de samenleving gewoon niet zal werken binnen een systeem dat slechte schulden volledig afschrijft. Zelfs niet als je de samenleving opdeelt in twee groepen: “de machthebbers” en “de rest van ons”. Ook dan is het nog steeds de manier waarop de wereld vanaf het begin gefunctioneerd heeft. Dus, mijn perceptie is dat toekomstige ontwikkelingen zullen plaatsvinden binnen de menselijke dynamiek zoals die altijd al geweest is.
Ook: Nu we de regels in 1933 al één keer hadden aangepast deden we dat in 1971 nog een keer. Op dat moment werden er al zoveel dollars gecreëerd dat het toen al vrijwel zeker was dat er nog een verandering zou gaan plaatsvinden in het spel van gouddekking. Inderdaad, het was volkomen duidelijk geworden dat goud niet de wil van een grote natie kan bedwingen.
Ten tweede: Als aanvulling, het hele systeem an sich legt geen enkele discipline op. Denk daar maar eens over na. Algemeen geaccepteerd beleid dicteert dat het goud van een natie in hetzelfde geografische gebied moet liggen als waar het geld wordt uitgegeven dat door dat goud gedekt zou worden. Als het goud en de ‘substituten van echt geld’ [fiatgeld] onder het dak van dezelfde gemeenschap vallen, dan is er geen onpartijdige autoriteit die toeziet op de wijze waarop geld voor goud omgewisseld kan worden!
Een natuurlijke en eerlijke verhouding van X aantal dollars voor X hoeveelheid goud kan naar eigen inzicht en naar de wens van de economie aangepast worden! Om een systeem op basis van goud echt te laten werken zou een andere natie het goud moeten bewaren dan de natie die het geld creëert. Een andere natie die de conversie van die munt in goud kan beheren. Zonder deze scheiding aan te brengen kan een grote moderne natie haar eigen wetten gebruiken om het goud uit het systeem te halen [zie Roosevelt in 1933] of besluiten het goud niet meer te exporteren [zie Nixon in 1971], indien de geldhoeveelheid te snel groeit. Juist, na dat eerste kwam het tweede en dat is precies wat er gebeurde na 1971.
Onze moderne samenleving bracht al snel aan het licht dat ze niet in staat was de monetaire functie van goud te behouden, zodra dat goud op enige wijze verweven wordt met fiat geld. Zelfs niet als de valuta een claimbewijs op fysiek goud in de kluis vertegenwoordigde en internationale wetgeving de inwisselbaarheid van het claimbewijs afdwong!
Slechts weinig mensen kunnen volledig accepteren of waarnemen dat olie de dekking werd voor alle dollars in de wereld, nadat de koppeling met goud in 1971 werd losgelaten. Maar dat is precies wat er in theorie en praktijk gebeurd is. Aan de hand van wat ik eerder geschreven heb maak ik mijn positie duidelijk. Mijn eerdere commentaren staan tussen — notaties.
We beginnen met FOA (15-01-2000):
— Ze gebruikten dit concept niet als een door “grondstof gedekt geldsysteem” in de “perceptie van een goudstandaard”. Op dat moment kochten we in eigen land olie met ‘fiat dollars’ [sinds 1933 was privé goudbezit verboden voor Amerikaanse burgers] en buitenlandse olie met ‘goud dollars’ [inwisselbaar voor goud tegen $35/oz]. Maar – zoals je hebt aangegeven – was de productie van dollars zo veel hoger dan wat de ‘gouddekking’ toestond dat het overduidelijk was dat de Verenigde Staten hun dollarcreatie koppelden aan de welvaart die olie bracht, en dus niet aan goudreserves. Op dat moment werd het goud en de olie afgerekend in dollars en verwachtte men dat overtollige buitenlandse dollars omgewisseld zouden worden voor goud. Maar zoals we kunnen waarnemen was de kloof tussen de realiteit en de gebeurtenissen van dat moment even groot als vandaag de dag het geval is!
Al het succes van de dollar werd uiteindelijk mogelijk gemaakt doordat olie zo ver beneden haar economische waarde voor de rest van de wereld geprijsd werd. Op dat moment hadden zelfs onze vrienden in het Midden-Oosten geen idee hoe nuttig olie was geworden voor het behoud van de wereldwijde economische basis. —
Dat gelezen te hebben (en in gedachte te houden) kom ik terug op de impliciete vragen uit het vorige deel: “Waarom bleven andere landen, in het bijzonder de Europese, het fiat dollarsysteem na 1971 toch ondersteunen?”
Om het simpel te houden: De hele gedachte achter het gebruik van papiergeld is het vertrouwen dat we er uiteindelijk iets mee kunnen kopen…. Bier, voedsel, kleding, auto’s enzovoort… Goud zat altijd in de mix van het geld om ons ervan te verzekeren dat we deze artikelen konden krijgen tegen enigszins standaard prijzen. Het grootste deel van de maatschappij heeft een vrij directe benadering die ongeveer als volgt gaat: “Het maakt me niet uit waar het fiat geld vandaan komt en waar het door gedekt is… zeker niet als ik er iets mee kan kopen ver beneden de kostprijs en het me nu meteen een voordeel oplevert!”
Hier maakt olie de sprong van ‘zomaar een grondstof’ naar ‘een noodzakelijk goed voor de wereld dat de dollar dekt en kan dekken’. Voordat de Verenigde Staten in 1971 de goudstandaard loslieten expandeerde onze complete economische structuur, omdat we profiteerden van de gigantische hefboomwerking van goedkope olie. In die tijd verbeterde olie letterlijk onze levensstijl, omdat de prijs van olie in dollars zo ongelooflijk laag was in verhouding tot wat er door de wetenschap mogelijk werd gemaakt met olie. Moderne technieken maakte olie zoveel waardevoller dan de prijs die we ervoor betaalden, dat we onze schulden tot ver in de toekomst konden extrapoleren en onze geldhoeveelheiden konden laten toenemen.
De stijgende productiviteit die mogelijk werd door de zeer goedkope olie zorgde ervoor dat het allemaal uit kon. In feite baseerde de VS haar economie en de waarde van haar geld op de toekomstige waarde van de stroom van olie, niet die van goud. Hier zijn dezelfde gedachten uit mijn bericht:
— De nieuw verworven welvaart van goedkope olie werd gebruikt om de grote berg aan dollarschulden te rechtvaardigen. Zo lang een vat olie gebruikt kon worden om naar verhouding meer echte welvaart te produceren dan wat de dollar vertegenwoordigde, dan zou de dollarinflatie werken naar de enige politieke maatstaaf die telde: “Een verbetering van de levensstandaard!”—
Het enige probleem was dat als we op deze route zouden blijven er twee dingen moesten gebeuren. Als eerste zouden we gedwongen worden de goudstandaard te verlaten, omdat de geldhoeveelheid explodeerde (in verhouding tot de hoeveelheid goud). Daarnaast moesten we een nieuwe bron van olie vinden, omdat die van ons op zou raken. Nog meer uit mijn oude artikel:
— Op dat moment (voor 1971) kochten we lokale olie (intern) met ‘fiat dollars’ [vanwege de confiscatie van goud in 1933] en buitenlandse olie met ‘goud dollars’.—
— De dollarproductie liep zo ver uit de pas met de ‘gouddekking’ dat het overduidelijk was dat de Verenigde Staten hun dollarcreatie koppelden aan de welvaart die olie bracht. Omdat olie en het goud in Londen voornamelijk in dollars werd afgerekend hield men er rekening mee dat overtollige dollars werden omgewisseld voor goud.—
In de ogen van de officiële denkers van dat moment moest de goudstandaard losgekoppeld worden om de binnenlandse economie van de Verenigde Staten te ontwikkelen. Daarom was het taak voor de Verenigde Staten om de rest van de wereld fiat dollars te laten accepteren die gedekt zijn door olie. Vervolgens was het taak meer olie te vinden die drie keer zoveel waarde had (in dollars) als wat het ons kostte om de olie te bemachtigen! Het was een verheven doel, één die een grote aanpassing vereiste. De transitie van de jaren ’70 was op zijn zachtst gezegd turbulent.
Meer uit mijn artikel:
— De Verenigde Staten exporteerden al zoveel dollars dat een verdere toename de perceptie van een “leegloop van goudvoorraden” zou verergeren. Dit was voor iedereen een probleem, omdat de geïndustrialiseerde wereld nog steeds goud wilde hebben. Tegelijkertijd vond de geïndustrialiseerde wereld de “niet-inflatoire” (relatief in die tijd) expansie van de dollarbasis prima, omdat het de nieuwe olie-economie en de reële goederen die dankzij olie geproduceerd konden worden vertegenwoordigde. De Verenigde Staten wilde nieuwe ‘lokale’ oliereserves (op het Amerikaanse continent), omdat die met ‘fiat dollars’ betaald konden worden in plaats van met ‘gold dollars’. Onze buurlanden in het noorden en het zuiden vroegen zelden om goud. In dat opzicht fungeerden ze voor de Verenigde Staten als lokale olieproducenten die betaald werden met ‘fiat dollars’. Echter, om deze reserves voor ‘fiat dollars’ te krijgen moesten ze voorkomen dat de goedkope olie uit het Midden-Oosten iedereen zou voorzien als de olieprijs zou gaan stijgen.—
— Iedereen was overrompeld toen de koppeling tussen goud en dollars verbroken werd. Zoals ik hierboven gezegd heb was de geïndustrialiseerde wereld dol op de dollarexpansie, vanwege de gepresenteerde context van olie. De rest van de wereld zat gevangen tussen wat leek op een goed systeem op basis van goedkope olie en het verlies van de levering van goud. —-
— Zelfs toen we goud achterlieten (1971) en olie opkwam (1978) bleef het systeem gewoon werken, omdat olie wellicht $100 aan economische waarde leverde en voor $30 op de markt werd gebracht. —
Op een ietwat ingewikkelde manier, door de koppeling met goud los te laten, werd de olieprijs wereldwijd opgestuwd. Dat bevorderde de zoektocht naar nieuwe (nog steeds goedkope) olie, die betaald zou worden in dollars. Olie die nog steeds veel meer gebruikswaarde had dan de prijs die ervoor betaald werd.
De G7-landen wisten dat ze aanvankelijk wat goud moesten verkopen, zodat de goudprijs geleidelijk en op een gecontroleerde manier een hoger prijsniveau kon opzoeken toen de ontkoppeling van goud met de dollar was losgelaten. Pas toen de olieproducerende landen begrepen dat de goudprijs op een redelijk niveau ‘gecontroleerd’ zou worden continueerden ze de prijsvorming van olie in dollars en was de aanvoer van olie voor enige tijd veilig gesteld. Het omwisselen van dollars voor goud op een wereldwijde markt werd toegestaan, voor zover dat noodzakelijk en gewenst was.
Dit viel ook in de smaak bij de grote landen buiten de VS, omdat hiermee het ‘tweede probleem’ dat ik hierboven benoemde werd geadresseerd. Namelijk het probleem van de geografische locatie van datgene wat de munt dekt. Omdat de meeste oliereserves zich buiten de Verenigde Staten bevonden – en de Verenigde Staten langzaam door hun eigen reserves heen waren – kon olie in een zekere zin de vrije wil van de Verenigde Staten binnen de perken houden.
Als de Verenigde Staten inderdaad af zou stappen van het beheren van een goedkope goudmarkt, of als ze de geldpers te hard liet draaien, dan zou men via een verhoging van de goudprijs de dollar kunnen devalueren. En nee, dat is niet het beste beleid voor de wereld, maar het een betere controle op het bijdrukken van dollars dan het goud in Fort Knox!
Terugkerend naar de logica uit mijn vorige artikel “Fundament” was dit de context waarin de G7-landen gebracht werden, nadat ze hun steun kenbaar hadden gemaakt voor nieuwe fiat dollars zonder koppeling aan goud. Zoals ik zei: het alternatief was een grote puinhoop geworden. Met deze nieuwe situatie werd er tijd gekocht. Tijd om ons een beeld te vormen van een nieuwe wereld reserve structuur en die te introduceren.
Deze structuur werkte een aantal jaar in een gebroken patroon. Tegen alle verwachtingen in gingen de prijzen van olie en goud niet omhoog, maar werd iedere stijging gevolgd door een daling. Centrale banken zogen zich vol met dollarreserves en voorkwamen daarmee de hyperinflatie van de dollar. Ze bleven dollars accumuleren, omdat ze wisten dat goud in staat was al het waardeverlies van dollarreserves op te vangen zodra een nieuw systeem in gebruik zou worden genomen.
Landen die vandaag de dag nog steeds over weinig goudvoorraden beschikken hebben ogenschijnlijk geen idee waar dit allemaal naartoe leidt. Tot op zeker hoogte zijn ze door de Verenigde Staten gebruikt, omdat ze de dollars die ze in ontvangst namen nooit inwisselden voor goud. Ze moeten gedacht hebben dat de hoeveelheid dollars eeuwig kan blijven expanderen en nooit waarde zal verliezen! Vanuit deze gedachte hebben deze landen hun volledige sociale en economische structuur ingericht op het verkopen van goederen aan Amerika, allemaal in ruil voor een Amerikaanse droom. Nu, na al die jaren, beginnen ze eindelijk in te zien dat buitenlandse dollars waardeloos zijn, zo lang de Verenigde Staten een permanent handelstekort blijven maken dat niet zal omslaan in een overschot.
Het echte risico wordt nu pas begrepen. De Amerikaanse economie zal alleen vertragen door hyperinflatie, die veroorzaakt zal worden door een verschuiving van de functie die de dollar heeft als reserve! Met gevangen dollarreserves en geen goud om daarvoor te compenseren stevenen deze landen af op regelrechte rampspoed.
Opnieuw een stuk uit mijn vorige artikel ‘Fundament’:
Denkers in het Euroland beginnen vandaag de dag in te zien dat ze geen dollars in hun reserves nodig hebben om marktaandeel te behouden in de Verenigde Staten. Zoals ik eerder al stelde: “Als de Verenigde Staten haar geldhoeveelheid opblaast en een bubbel produceert, dan werd de wereld overspoeld met geïnflateerd dollars die wij moesten kopen om de wisselkoers stabiel te houden… Maar met de euro op het toneel, waarom zou ik dan nog die dollars aanhouden als legitimering voor het creëren van mijn eigen munt? Ik kan goud kopen als “waarde reserve” en vervolgens mijn eigen geld drukken. Dat is niet anders dan dat ik dollars aanhoudt als reserves, maar ik heb tenminste een reserve die…
niet afkomstig is van een onomkeerbaar handelstekort!!”
In betere bewoordingen:
De euro is nog steeds te klein om een massieve dumping van overtollige dollars op te vangen. Inderdaad, hoe meer de VS de euro in diskrediet probeert te brengen, hoe groter het risico is van een “Washington Agreement II”, waarin de BIS / ECB hun overtollige dollarreserves gebruiken om de papieren goudmarkt te omzeilen en op grote schaal fysiek goud kopen. In feite hoeven ze slechts op beperkte schaal de markt voor fysiek goud te betreden om de papieren goudmarkt in rook op te laten gaan.
Dus, waarom daalt de euro? Of stijgt de dollar omdat een liquiditeitscrisis in de euro haar bestaansrecht bedreigt?
Staan we aan de vooravond van een crash in de Amerikaanse markten en in de dollar?
Allemaal veroorzaakt door een transitie weg van het dollar reserve systeem?
We hebben wat oude artikelen over dit onderwerp die we later zullen bespreken…
FOA/ gids van de Gold Trail. (Vertaling door Frank Knopers)
Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!
3 gedachten over “The Gold Trail: Dollars, olie en goud (Deel II)”
Verwijst wordt……….moet zijn……..verwezen wordt.
Verder zeer lezenswaardig.
Groet,
Wordt gefixed!
Deze week komt deel drie van de vertaling online. als u zich geabonneerd heeft op de Weekendeditie heeft u deze vertaling afgelopen vrijdag reeds ontvangen.