De Brusselse bureaucratie lijkt erg op die van het oude Byzantium. Ze is ondoordringbaar en niets is zoals het lijkt. Neem nu de herkapitalisering van het zwakke Europese bankwezen. Op papier moeten daar de crediteuren van de sector aan betalen en niet de belastingbetaler.
Gegronde reden
Dat is althans het officiële standpunt van de Europese Commissie. Een lovenswaardig standpunt, zo lijkt het. Maar is dat ook zo? Bij nader inzien is er gegronde reden voor twijfel. De Commissie heeft namelijk een lange lijst van uitzonderingen op deze stellingname opgesteld. Die is zo lang, dat publieke middelen voorlopig nodig blijven om de sector overeind te houden.
Natuurlijk is het de bedoeling, dat op den duur de sector zelf een fonds in het leven roept, waaruit zwakke broeders financiële hulp kunnen putten. Maar tot dat moment moet het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM)voor de eventuele kosten opdraaien. Dat ESM is gevuld met € 500 miljard aan Europese belastinggelden.
Onderpand
Er zit bovendien een geurtje aan de lijst van vrijstellingen. Zo is schuld tegen onderpand vrijgesteld van terugbetaling in gevallen van nood! Dat klinkt vreemd: schuld tegen onderpand is vrijgesteld van terugbetaling in tijden van nood. Die schuld is toch al gedekt. Die hoeft toch geen dubbele dekking! De maatregel wordt begrijpelijk als men beseft, dat de ECB de afgelopen jaren voor immense bedragen steun heeft verleend aan het Europese bankwezen tegen onderpand van zeer dubieuze kwaliteit. Alleen al aan de zes crisislanden, Cyprus, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje, heeft de ECB leningen verstrekt ter waarde van in totaal € 732 miljard.
Veel van de banken in die landen balanceren op de rand van de afgrond. Betrouwbare schattingen vertellen, dat banken in genoemde landen misschien wel voor een bedrag van € 670 miljard moeten afschrijven. Dat bedrag kan het Europese systeem van centrale banken niet behappen. Hun gezamenlijk vermogen reikt niet verder dan ongeveer € 500 miljard. Het bedrag maakt ook duidelijk hoe risicovol het beleid van de ECB is om bad banks te redden.
Verstoppertje spelen
Goede raad is duur en de meest elegante uitweg voor de ECB is om de afschrijvingen ten laste te brengen van het ESM. De ECB houdt zo naar buiten toe schone handen. Ach, de belastingbetaler draait wel op voor de risico’s, genomen door de ECB. Maar aan het einde van de dag betaalt de belastingbetaler altijd de rekening.
In feite speelt de Europese bureaucratie hier weer verstoppertje. Het is een favoriet spelletje in Brussel en Frankfurt. Er wordt met verliezen geschoven tussen verschillende instituties en met verschillende tijdshorizonnen. De buitenstaander verliest op den duur elk spoor uit het oog. Het spelletje wordt al gespeeld sinds Griekenland gered moest worden. De ECB zorgde voor de nodige liquiditeiten door ongelimiteerd geld bij te drukken. Vervolgens kwam de rekening te liggen bij de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit en weer later bij het ESM. Het doel van de operatie was duidelijk. De schuldenlast van de ECB moest koste wat het kost verlaagd worden, anders zou de Bank zelf in de problemen komen.
Reus
De gehanteerde methode en de daarop geënte voorstellen tot vrijstelling verdienen allesbehalve de schoonheidsprijs. Welbeschouwd zouden nationale parlementen straks de voorstellen naar de prullenbak moeten verwijzen. De kans daarop is klein. Niemand durft de handschoen op te nemen tegen de ECB, de enige reus onder de Europese instituties.
En de belastingbetaler? Die is de huilende derde!
Cor Wijtvliet,
Bron:
Hans-Werner Sinn, Saving Europe’s real hegemon. Project-Syndicate, August 28 2013
>> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<