Bron: Cor Wijtvliet
Het verhaal gaat dat een Amerikaanse minister van financiën een collega uit Europa, die
klaagde over de dollar, toevoegde:
it is our money, but it is your problem
Met andere woorden, bekijk het maar. Het antwoord geeft ook de wel heel dominerende positie van de
Amerikaanse dollar aan op de internationale (valuta) markten. En dat terwijl tekorten van de
Amerikaanse overheid torenhoog zijn en het land een immense schuldenlast torst. Het is dan
ook niet vreemd dat criticasters al decennialang de teloorgang van de Amerikaanse munt
voorspellen. Tevergeefs!
Maar toch, niets is eeuwig en dat geldt ook voor de almachtige internationale positie van de
dollar. Wie goed kijkt, ziet al de scheurtjes. Het IMF heeft onderzoek gedaan naar de opbouw
van valutareserves door centrale banken en komt tot de conclusie dat de centrale bankiers
voorzichtig gaan kijken naar andere valuta’s. Zo daalde in september het aandeel van de
dollar in het totaal van reserves bij centrale banken lichtjes met 0,76% naar iets onder 62%.
Het aandeel van de euro bedroeg 20%. De teruggang mag geen naam hebben maar is toch
veelzeggend. Het afgelopen kwartaal was de dollar verreweg de aantrekkelijkste valuta voor
de belegger. Het zou dus logischer geweest zijn als het aandeel van de dollar was
toegenomen in plaats van afgenomen.
De cijfers wijzen hoe dan ook de andere kant op. Centrale bankiers vermeerderden hun
dollartegoeden in 2019 met 3,5%, maar de tegoeden genoteerd in renminbi namen met 17%
toe en zelfs het Brexitpond deed het 8% aanmerkelijk beter.
Critici zien in deze ontwikkeling het bewijs dat centrale bankiers hiermee een statement
maken tegen de bijzondere positie van de VS. Het zou beleidsmakers in dat land meer tot
bezinning moeten brengen en niet de dollar steeds in de internationale, economische strijd
werpen om hun zin door te drijven. Een man als Mark Carney, gouverneur van de Bank van
Engeland, doet er nog eens schepje bovenop. Hij wijst erop, dat in de internationale handel
de dollar het betaalmiddel bij uitstek is. Dat geldt ook voor de wereld van de effecten en voor
de internationale valutareserves. Dat betekent in zijn ogen, dat het binnenlands economisch
beleid gevolgen heeft voor het monetaire beleid elders in de wereld. Vooral de opkomende
Landen blijken in de praktijk extreem gevoelig.
Dat is een onwenselijke situatie, maar niet een die van de een op andere dag grondig
veranderd kan worden. Carney pleit voor een multipolair systeem, waarin bijvoorbeeld een
belangrijke rol is weg gelegd voor de Chinese renminbi. Maar het duurt nog wel even,
voordat de Chinese munt echt kan concurreren met de dollar.
Toch, zo zeggen ze bij Goldman Sachs, zijn de fundamenten voor de multipolaire wereld al
wel geldig. De bankiers constateren dat dollarreserves in 2017 en 2018 met 4 procentpunt
afnamen, maar dat vooral meer renminbi’s en Japanse Yens gekocht werden. Daar past weer
wel een kanttekening bij. Vooral landen die een moeizame relatie met Washington hebben,
zijn op zoek naar een alternatief voor de dollar. In 2018 waren het vooral de Russen die
renminbi’s kochten. Dit jaar zijn het vooral Brazilië en Chili.
Niet alleen centrale banken gaan voorzichtig in de tegenaanval, het gaat nu bijvoorbeeld in
de olie-industrie gebeuren. Nog steeds is de dollar het betaalmiddel bij uitstek, maar de euro
is aan een voorzichtige opmars begonnen. Bij de Bank for International Settlement zijn ze er
al van overtuigd dat de opmars van de euro de internationale slagkracht van de VS kan
inperken. Een land als Rusland gebruikt de euro steeds vaker als alternatief in zijn contacten
met Europa en China.
Dat klinkt allemaal mooier dan het is. De euro noch de renminbi kunnen in de verste verte
niet tippen aan de enorme liquiditeit van de dollarmarkt. Het zal zeker nog twee decennia
duren voordat euro en dollar daar maar in de buurt komen. Dat het gaat gebeuren, lijkt
onvermijdelijk. In de tussentijd kunnen ontevreden landen hun reserves aanvullen met goud
in plaats van dollars. Volgens the World Gold Council kopen centrale banken steeds meer
goud. Het gaat om hoeveelheden die doen denken aan de Bretton Woods jaren. In die
periode waren wisselkoersen gekoppeld aan goud!
Het zal overigens niemand verbazen, dat de grootste goudkopers Rusland en China zijn!