Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte
Vandaag komt de Amerikaanse aluminiumgigant Alcoa met de cijfers over het derde kwartaal van dit jaar. Daarmee komt de regen van de bedrijfsresultaten officieel op gang. De verwachtingen zijn bepaald niet hooggespannen, maar eigenlijk zijn die dat zelden. Bedrijven hebben de tactische neiging om de verwachtingen stelselmatig omlaag te praten. Dat maakt het gemakkelijker om ze in tweede instantie te overtreffen. Dat gebeurde zowel in het eerste als in het tweede kwartaal van dit jaar. Uiteindelijk bleef er onder aan de streep een kleine plus.
Voor het derde kwartaal voorziet Thomson Reuters een daling van de winst van de bedrijven in de S&P 500 van 4,8%. De omzet zal naar verwachting tussen 3% – 4% omlaag gaan. Dat zou dan voor de derde keer op rij zijn, dat omzetten krimpen. Die uitkomsten zullen definitief een streep zetten door de overtuiging van veel beleggers dat de grote corporates steeds maar weer in staat blijken om de winst verder op te voeren door een meedogenloze kostenreductie in combinatie met het grootschalig inkopen van eigen aandelen. Dat laatste was weer mogelijk dankzij het gratis geld beleid van centrale banken. Het lijkt er echter steeds meer op, dat het geneesmiddel van het gratis geld uitgewerkt is. Ondanks alles wordt het steeds moeilijker voor bedrijven om de prijzen te verhogen in een disinflatoire omgeving, waardoor marges op peil kunnen blijven.
Vertrouwen neemt af
Trouwens, wie goed kijkt ziet al voldoende tekenen, dat beleggers het vertrouwen in de huidige marktomstandigheden aan het verliezen zijn. Tot voor kort gold het mantra, dat het goedkoop geld beleid borg stond voor alsmaar stijgende koersen. Die overtuiging is behoorlijk aan het tanen, zo blijkt uit de recente weken. Toen de Federal Reserve onlangs besloot de rente niet te verhogen reageerden beleggers door aandelen van de hand te doen en in obligaties te gaan. Het idee dat geld goedkoop zou blijven had zijn glans verloren. Ongerustheid over de staat van de economie binnen en buiten de VS was immers de oorzaak van het besluit. De laatste data over de groei van de werkgelegenheid bevestigen die ongerustheid. Al twee kwartalen op rij groeit die in de Verenigde Staten met minder dan 150.000 banen per maand. Dat was niet meer gebeurd sinds 2012. De markt kwam daarom al snel tot de conclusie dat een renteverlaging pas in 2016 weer ter sprake zal komen. Opnieuw stemden beleggers met hun voeten.
Lagere groei
Beleggers worden steeds meer in hun overtuiging gestaafd, dat het huidige beleid van centrale banken uitgewerkt is. Het einde van het Chinese groeiwonder speelt daar uiteraard ook een belangrijke rol bij. Niet alleen daalt de groei in dat land gestaag, maar beleidsmakers lijken niet in staat een consistent beleid te entameren. Dat is allemaal niet goed voor het vertrouwen. Een vertragend China is weer slecht nieuw voor veel opkomende landen in Azië, waar de groei toch al langere tijd aan het vertragen is. Een traag Azië kan zomaar deflatie exporteren naar Europa en de Verenigde Staten, zo is de vrees. In die regio’s houdt de groei trouwens ook niet over.
En zo zijn we weer terug bij de grote corporates die steeds meer moeite hebben de prijzen te verhogen om de marges te verbeteren. Een reële deflatie zal dat er niet gemakkelijker op maken. Het voorspelt allemaal weinig goeds voor de toekomst en zeker niet voor de aandelenkoersen. Misschien is het tijd om tijdelijk de handdoek in de ring te gooien.
Cor Wijtvliet
Hoofdredacteur Beurshalte.nl
Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!