Marketupdate sprak deze week met Dirk Bezemer over geldcreatie, een onderwerp dat meestal pas de aandacht krijgt na een grote economische crisis. De huidige crisis duurt al zeven jaar en na al die jaren van kwakkelen, lage rente en vrijwel geen economische groei vraagt men zich af in hoeverre de problemen toegeschreven kunnen worden aan ons geldsysteem.
Dirk Bezemer is hoofddocent Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en heeft al tal van wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab en werkt samen met het Institute of New Economic Thinking.
MU: De regering van IJsland denkt na om het geldsysteem radicaal om te gooien. De kredietcreatie, een taak die op dit moment vervuld wordt door banken, zou overgebracht moeten worden naar de centrale bank. Wat vind je van dit voorstel?
Bezemer: “Dit voorstel is al eens eerder langsgekomen. Ik was twee jaar geleden te gast bij een talkshow en toen werd dit onderwerp ook al besproken. Dit is ook waar de organisatie Positive Money zich mee bezig houdt. Het idee is gebaseerd op het Chicago Plan, een reeks hervormingen in het banksysteem dat door verschillende economen van de Universiteit van Chicago in elkaar werd gezet. Dit voorstel kwam na de grote depressie van begin jaren dertig en nu komt het weer terug na een grote economische crisis. Het idee hierachter is dat de centrale bank bepaalt hoeveel geld er in de economie moet zijn en dat commerciële banken niet langer een geldscheppende functie hebben, maar slechts toezien op de verdeling van het geld.
Voorstanders van een dergelijk model zijn van mening dat economische bubbels ontstaan omdat commerciële banken een winstoogmerk hebben en daarom altijd de natuurlijke neiging zullen hebben meer kredieten te verstrekken. Als ze daarin niet beperkt worden kunnen ze teveel kredieten verstrekken, met economische bubbels tot gevolg. Men denkt dat die bubbels niet kunnen ontstaan wanneer de geldcreatie gereguleerd wordt door een centrale bank of overheid, maar daar heb ik mijn twijfels bij.
De praktijk leert ons dat ook overheden en centrale banken niet in staat zijn zich aan de zelf opgelegde beperkingen te houden. Ook zij zijn gevoelig voor de marktinvloeden en kunnen gegrepen worden door ongefundeerd optimisme. Het is dus de vraag of je wel op de overheid kunt vertrouwen in het limiteren van de geldhoeveelheid. De praktijk bewijst vaak het tegendeel…”
In ons huidige financiële systeem reguleren centrale banken de geldhoeveelheid aan de hand van de rente. Hoe effectief is dit instrument?
“De relatie tussen de rente en de geldcreatie wordt vaak genoemd, maar in de praktijk blijkt dit instrument van centrale banken niet te werken. Voor zover ik weet is nergens een duidelijke relatie te vinden tussen de kredietcreatie en een verandering van de rente. De aanname dat krediet vraag gedreven is, en dat een lagere rente leidt tot meer kredietverleningen, is naar mijn mening niet aangetoond. Krediet is minstens zoveel aanbod gedreven. Banken zijn geneigd meer kredieten te verlenen indien mogelijk , omdat ze een winstoogmerk hebben, en kunnen de vraag ernaar ook creëren.
We zien in de praktijk dat extra kredietverlening een zichzelf versterkend effect heeft, omdat het zichzelf terugbetaalt in de vorm van waardestijging. Als mensen bijvoorbeeld massaal geld lenen om financiële activa te kopen, dan stijgen de prijzen van deze activa. Daardoor lijkt het alsof het krediet zichzelf terug betaalt. Een andere factor die een rol speelt is dat banken nieuwe kredietvormen kunnen ontwikkelen om de markt te vergroten. Denk aan beleggingshypotheken en aflossingsvrije hypotheken die gretig aftrek vonden bij huishoudens. En natuurlijk is marketing een enorm sterk middel in het creëren van vraag naar kredieten.
Al deze factoren sterken mij in de overtuiging dat centrale banken de geldgroei niet aan de hand van de rente kunnen reguleren. De wet van vraag en aanbod zoals die werkt op de markt van goederen, kun je niet zomaar toepassen op de geldmarkt. Dat komt omdat geld geen goed is.
In de jaren zeventig kreeg Milton Friedman bekendheid omdat hij de kwantiteitstheorie van geld weer deed opleven. Deze theorie, ook wel het Monetarisme genoemd, beargumenteerde dat er geen inflatie kon zijn als de totale geldhoeveelheid in hetzelfde tempo zou groeien als de economische groei in een bepaald land. Hij beweerde dat er een nauwe relatie was tussen de prijsinflatie en de geldhoeveelheid. Maar deze theorie bleek niet te werken, zoals we zagen met de oliecrisis en de hoge inflatie van eind jaren zeventig. De relatie tussen prijsinflatie, geldgroei en economische groei bleek in de praktijk helemaal niet zo duidelijk, omdat steeds meer geld geleend werd voor financiële activa.”
Sommigen pleiten voor een geldsysteem waarin de geldcreatie in handen komt van de overheid, denk aan het Burgerinitiatief Ons Geld. Ze vinden dat geldcreatie zo belangrijk is dat het beter in handen van de overheid kan worden gebracht. Wat is jouw mening hierover?
“Het is opvallend dat men de onafhankelijkheid van centrale banken belangrijk vindt en dat er tegelijkertijd de wens is om de geldcreatie in handen te brengen van de overheid. Centrale banken zijn de afgelopen decennia juist onafhankelijker geworden om te voorkomen dat politici de waarde van het geld aantasten. Waarom zouden we de overheid dan opeens de kredietcreatie toevertrouwen? Dat klinkt als een tegenstrijdigheid.
Er is geen garantie dat economische bubbels door overmatige kredietcreatie niet meer zullen plaatsvinden als de geldcreatie in handen is van de overheid. Wanneer een kredietbubbel wordt opgeblazen gelooft iedereen dat het wel goed gaat: banken, toezichthouders en beleidsmakers. Er zit geen natuurlijke rem op dit systeem en van de overheid kun je de discipline om de geldcreatie beperkt te houden ook niet verwachten. Het is de vraag of banken anders zullen opereren wanneer ze genationaliseerd zijn dan wanneer ze in de private sfeer opereren.
Banken zijn geld scheppende instellingen en verdienen daar geld aan in de vorm van rente. Je zou kunnen zeggen dat banken en publieke functie vervullen met kredietverlening. Volgens sommigen is het daarom niet eerlijk dat banken rente ontvangen over geld dat ze ‘uit het niets’ creëren. Wat is jouw mening hier over?
Ik begrijp dat mensen zich daar druk over maken en ze hebben daarin tot zekere hoogte gelijk. Als eerste is het goed om te beseffen dat banken vandaag het meeste geld verdienen aan provisies en handelsactiviteiten en niet uit rente opbrengsten. Het is inderdaad zo dat banken geen inputkosten hebben wanneer ze een nieuw krediet verstrekken, anders dan bijvoorbeeld een meubelmaker die materiaal moet inkopen om een eindproduct af te kunnen leveren. Maar dat betekent niet dat alle rente winst is voor de bank…
Voordat een lening wordt verstrekt moet de bank eerst veel informatie verzamelen over de kredietnemer, een tijdrovend en arbeidsintensief proces waar gekwalificeerd personeel voor nodig is. Verder heeft een bank operationele kosten zoals ieder ander bedrijf, denk aan personeelskosten, kosten voor het gebouw, energiekosten en de aanschaf en onderhoud van computersystemen. Deze kosten moeten ook uit de rente betaald worden.
In een vrije markt zou je mogen verwachten dat concurrentie van nieuwe banken een excessieve winstmarge van rente doet verdwijnen, maar in de praktijk zijn er toetredingsbarrières. Er moet veel geld geïnvesteerd worden en je hebt een bankvergunning nodig. Hierin ligt wat mij betreft dus een rol weggelegd voor de mededingingsautoriteit. Zij kunnen bijvoorbeeld beperkingen opleggen aan de rente die banken mogen vragen . Op die manier kan de overheid wel een nuttige rol spelen. Met andere zaken kan de overheid ingrijpen bij sociaal onwenselijk gedrag, dus waarom zou dat niet kunnen bij commerciële banken?”
Wat zouden we volgens jou kunnen doen om geldsysteem te verbeteren? Volstaan een paar kleine aanpassingen aan het huidige systeem of moeten we radicaal anders over geld nadenken?
“Ik verwacht dat de rol van banken op termijn kleiner zal worden door technologische ontwikkelingen. Crowdfunding zal een steeds grotere rol gaan vervullen, zeker wanneer deze vorm van financiering gestandaardiseerd en geharmoniseerd wordt. Mensen en bedrijven die geld willen lenen en mensen die spaargeld hebben zullen elkaar dan makkelijker kunnen vinden en dus minder afhankelijk worden van banken voor kredieten.
Bernard Lietaer voelt de tijdsgeest goed aan en heeft al veel onderzoek gedaan naar complementaire geldsystemen, waarbij particulieren en bedrijven rechtstreeks kredieten aan elkaar kunnen verstrekken zonder tussenkomst van de bank als zijnde de geldscheppende instantie. De gestandaardiseerde schuldbewijzen die individuen kunnen uitschrijven kunnen dan in de economie circuleren alsof het officieel fiat geld is. Geldsystemen kunnen op verschillende niveaus naast elkaar bestaan en dat zullen we steeds vaker gaan zien door de mogelijkheden die de technologie ons vandaag de dag biedt. Banken kunnen in dit proces een rol spelen, maar dat is een andere rol dan die ze de afgelopen jaren gespeeld hebben.”
Laten we het geldsysteem eens van een grotere afstand bekijken. Sommigen voorzien de opkomst van één wereldmunt. Wat zijn jouw gedachten daarover?
“Achter ieder geldsysteem moet een politieke eenheid zitten, want als dat niet het geval is loopt het al gauw mis. Een goed voorbeeld daarvan is de Europese schuldencrisis. De euro is een munt waar geen politieke eenheid achter zit. Het gevolg daarvan is dat een crisis die klein begint (Griekenland is een kleine economie in verhouding tot de Eurozone) alleen maar groter wordt en de hele muntunie jaren in haar greep weet te houden.
Om een wereldmunt tot een succes te maken moet er dus op wereldwijde schaal een politieke eenheid zijn. Dat kan alleen als er een soort wereldregering komt die het voor het zeggen heeft. Dat is nu niet het geval en het is nog maar de vraag of dat ooit zal gebeuren. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vraag of dat wel wenselijk is. Deze optie is dus zeer onwaarschijnlijk.
Wat je wel kunt zeggen is dat de rol van de dollar als handelsmunt steeds kleiner zal worden en dat de Chinese yuan juist een steeds grotere rol zal opeisen in internationale handel en in het betalingsverkeer. We zijn het er denk ik wel over eens dat de dollar als absolute wereldreservemunt zijn beste tijd gehad heeft en dat er nu ruimte komt voor alternatieven.”
Dollar verliest terrein aan andere valuta in internationale handel (Bron: Sputnik News)
Lees ook: