Buitenland dumpt Nederlandse hypotheeksecuritisaties

Via DNB:

Nederlandse banken en buitenland grootste bezitters van Nederlandse securitisaties

De uitstaande Nederlandse securitisaties daalden in 2011 met 4,4% tot EUR 317 miljard, ondanks de omvangrijke nieuwe verpakkingen van leningen via securitisaties van in Nederland gevestigde instellingen. Tweederde van de securitisaties is in handen van de Nederlandse banken zelf, vooamelijk om liquiditeitsredenen. Het buitenland bezit naar schatting 30%. Op deze manier financiert het buitenland circa 13% van de Nederlandse woninghypotheken.

Bij securitisaties worden leningen van met name banken aan huishoudens en bedrijven gebundeld en als verhandelbare effecten verpakt en verkocht. Securitisaties vormen een extra financierings­bron voor banken. Na het ontstaan van de kredietcrisis medio 2007 werd het lastig om deze in obligaties verpakte leningen te plaatsen bij extee beleggers (hiea extee securitisaties genoemd) vanwege het aangetaste vertrouwen in alle gesecuritiseerde producten, ook van kwalitatief hoogwaardige activa. In de jaren daaa is weliswaar gesecuritiseerd, maar gebeurde dit vooral voor liquiditeitsdoeleinden. Daarbij verkopen de banken de securitisaties niet door in de markt, maar houden zij deze zelf in portefeuille (hiea intee securitisaties genoemd) om indien nodig te gebruiken als onderpand voor het verkrijgen van liquiditeit bij centrale banken of in de commerciële markt. Ook kan het bezit van banken aan (delen van) eigen securitisaties het gevolg zijn van aangehouden ‘first loss’-posities en van eventuele terugkopen.

DNB stelt niets over de mogelijke juridische problemen bij de wijze waarop hypotheeksecuritisaties zijn samengesteld. DNB gaat daarbij niet in op de reden waarom financiële partijen geen vertrouwen meer hebben in hypotheeksecuritisaties. Men kijkt slechts naar de consequenties voor de financiering als gevolg van het gebrek aan marktvertrouwen in securitisaties.

Onlangs ging ik er al uitgebreid op in en uitte ik mijn grote zorgen omdat bankiers zeer vermoedelijk de wetten van de logica hebben overtreden bij het vervaardigen van deze financiële 'innovaties' (lees: securitisaties). Uit de Dagelijkse Kost van 6 april (“De anatomie van een systeemcrisis; een drieluik”) een korte opsomming van het vermoedelijke probleem van hypotheeksecuritisaties:

De Nederlandse woningmarkt zit m.i. op een tikkende tijdbom omdat er een hypotheeksecuritisatieworst is gefabriceerd met een omvang van zo'n  €230 miljard. Dat is het equivalent van 40% van ons bruto binnenlands product. Nederlandse grootbanken en de overheid hebben – net zoals in Amerika – alle prikkels om te verhinderen dat de enige exit annex nooduitgang voor private schulden gebruikt wordt.

Als zij deze nooduitgang zouden openen dan zal blijken dat de wijze waarop de securitistatieworst in elkaar gedraaid is, hen heeft genoodzaakt om de belegging (lees: een verkocht plakje uit de securitisatieworst) los te koppelen van de onderliggende hypotheken. Dit komt omdat een eeuwig geldende regel met ingewikkelde prietpraat is omzeild. U kunt zich vast nog wel herinneren dat er gesteld werd dat bankiers financiële producten maakten die zij zelf niet langer begrepen. Dat is onzin. Men overtrad de wetten van de logica. Onthoudt het volgende goed:

Vergelijk het met de sterftekans in een samenleving. Die kansberekening zegt per definitie nooit iets over de individuele uiting ervan.

Securitisatieworsten doen alsof dat wel kan. De kansdistributie van welke hypotheek kapot gaat en welke niet, is slechts een theoretische exercitie die berekend kan worden. Echter, welke hypotheek dat daadwerkelijk zal zijn is te allen tijde een onbekende. De koppeling van een hypotheek aan een plakje uit de securitisatieworst (die elk een eigen risicoprofiel heeft) kan alleen gemaakt worden nadat een hypotheek kapot is gegaan.

Dit is waarom banken niet mee willen en kunnen werken aan een echte oplossing voor de zeepbel op huizenmarkten. Dat geldt voor Amerika, en ik ben doodsbang dat dit ook voor Nederland geldt.

Allereerst moet ik opmerken dat het genoemde bedrag van €230 miljard onjuist is. Het is veel meer. Het totale bedrag aan uitstaande securitisaties is €317 miljard en dat is het equivalent van 52% van het Nederlandse gemeenschappelijke inkomen. De nooduitgang verwijst naar het plan van Luigi Zingales' “Plan B”. Dat plan heeft als leidraad om de reële waarde van een onderpand (een huis) in evenwicht te brengen met de nominale schuld zoals die bij de bank in de boeken staat. De activa van banken worden op die wijze gezuiverd terwijl de huizenmarktzeepbel gecontroleerd en marktconform ontlucht wordt. Het zijn twee vliegen in één klap: banken worden opgeschoond en de zeepbel op de huizenmarkt wordt ermee aangepakt.

Nu de huizenprijzen dalen en de schuld blijft staan, zal bij gedwongen executieverkoop een groter verlies ontstaan dan strikt noodzakelijk is (zie Plan B van Zingales voor een cijfermatige toelichting). Banken en de overheid hebben kennelijk een prikkel om toe te staan dat de verliezen op een hypotheekschuld groter zijn dan strikt noodzakelijk. En dat levert een belangrijke vraag op want waarom maken banken geen gebruik van de enige nooduitgang en kiezen zij voor grotere verliezen?

DNB vervolgt:

Omvangrijke nieuwe securitisaties, maar uitstaand bedrag gedaald
Vanaf eind 2009 trok de belangstelling van extee beleggers voor securitisaties weer aan, al is het aantal beleggers geringer dan voorheen. In 2011 werd voor EUR 12,3 miljard aan Nederlandse securitisaties van hoofdzakelijk woninghypotheken bij extee beleggers geplaatst, bijna de helft minder dan in 2010 (grafiek 1). Dat hield mede verband met de invloed van de schuldencrisis op de kapitaalmarkt en (anticipatie op) de nieuwe Bazel 3-regelgeving op basis waarvan securitisaties niet mogen worden meegerekend in de liquiditeitsbuffers van banken. Dit verklaart waarschijnlijk ook de looptijdverkorting die de afgelopen tijd is opgetreden. Bij investeerders is een duidelijke voorkeur zichtbaar voor tranches van 2 tot 5 jaar.


 
Daaaast vonden in Nederland in 2011 ook nog omvangrijke intee securitisaties plaats van EUR 74,5 miljard. Hierdoor resulteerde in 2011 het op twee na hoogste bedrag aan securitisaties in Nederland (grafiek 1). Per saldo daalde het uitstaande bedrag echter met EUR 14,6 miljard (-4,4%) tot EUR 317 miljard (grafiek 2), doordat de aflossingen op bestaande securitisaties groter waren dan de nieuwe securitisaties. Dat kwam voor een groot deel omdat veel (met name intee) securitisaties betrekking hadden op herstructureringen, waarbij oude securitisaties werden omgezet in nieuwe securitisaties. Voorts waren er reguliere beëindigingen van securitisatieprogramma’s. De afname van het uitstaande volume deed zich bij zowel de extee als de intee securitisaties voor. De extee securitisaties zijn sinds hun maximale omvang in 2007 (EUR 141 miljard) met 23% gekrompen tot EUR 108 miljard per eind 2011 (in 2011: -9,3%). Daarmee vormden zij nog eenderde van de totale uitstaande securitisaties.

Er is kennelijk sinds 2008 niets geleerd: in 2011 fabriceerde de financiële sector €74,5 miljard aan hypotheeksecuritisaties. Voortschrijdend inzicht is er na alle ellende van 2008 niet bij geweest. Ondanks dat er een grote vraag naar 'veilige' onderpanden bestaat voor (nood)leningen bij de ECB is de buitenlandse vraag opgedroogd. In plaats van een netto-koper, zijn buitenlandse partijen netto-verkopers geworden, en dat is gezien de wijze waarop de securitisaties in de VS voor gigantische problemen heeft gezorgd niet onlogisch. Het grote geld is allergisch voor risico's.

DNB zet de cijfers verder uiteen, en constateert dat de Nederlandse hypotheeksecuritisaties vooamelijk bij Nederlandse grootbanken zelf blijven hangen. Dat is niet onbelangrijk want extee financiering kan grote problemen opleveren als het vertrouwen verdwijnt. Immers, bij het verdwijnen van extee financiering moet de financiering overgenomen worden door Nederlandse partijen (lees: banken) en dat beperkt de ruimte om te 'investeren' in meer productievere economische activiteiten. Bovendien geldt dat oplossingen voor allerhande problemen met hypotheeksecuritisaties – die met name zullen ontstaan bij een stijging van het aantal wanbetalingen op hypotheken – een Nederlandse aangelegenheid is. En dat maakt het een stuk makkelijker om de problemen het hoofd te bieden. 

Bij de extee securitisaties van woninghypotheken was in 2010 nog sprake van een lichte opleving, maar per eind 2011 lag het uitstaande bedrag ten opzichte van ultimo 2007 12% lager op EUR 83 miljard (in 2011: -3%). De afname bij de overige securitisaties droegen voor het grootste deel bij aan de daling bij de extee securitisaties. Sinds 2006 is het volume van deze securitisaties bijna gehalveerd tot EUR 25 miljard (in 2011: -26%). Dit betreft onder meer de synthetische securitisaties, waarbij niet de activa zelf maar alleen de kredietrisico’s van de activa worden overgedragen door middel van kredietderivaten.

De uitstaande intee securitisaties, die voor het overgrote deel betrekking hebben op woninghypotheken, zijn in 2011 ook licht afgenomen (-1,7%). In vergelijking met het begin van de kredietcrisis zijn zij echter nog altijd bijna vertienvoudigd tot EUR 209 miljard per ultimo 2011. 
 
Door bovengenoemde ontwikkelingen hebben Nederlandse securitisaties per ultimo 2011 voor 90% betrekking op woninghypotheken.

Securitisaties grotendeels in bezit van Nederlandse banken en buitenland
Uit de omvangrijke intee securitisaties door Nederlandse banken kan al worden afgeleid dat zij ook de grootste beleggers zijn in Nederlandse securitisaties. Per ultimo 2011 hebben Nederlandse banken (hier het binnenlands bankbedrijf, de zogeheten monetair-financiële instellingen) met EUR 210,5 miljard tweederde van de Nederlandse securitisaties in bezit (grafiek 3 en 4).
 

Andere Nederlandse instellingen bezitten bijna 4% (EUR 11,7 miljard). Zo hebben Nederlandse verzekeraars voor EUR 2,9 miljard direct geïnvesteerd in Nederlandse securitisaties en Nederlandse pensioenfondsen voor EUR 1,5 miljard. Daaaast hebben zij ook nog indirect, via Nederlandse beleggingsinstellingen, blootstelling op Nederlandse securitisaties. Beleggingsinstellingen bezitten namelijk EUR 1,9 miljard, dat grotendeels kan worden toegerekend aan verzekeraars en pensioenfondsen. Tot slot houden overige instellingen in Nederland EUR 5,4 miljard aan. Hierbij gaat het hoofdzakelijk om intee securitisaties van (buitenlandse en binnenlandse) banken die in handen zijn van Nederlandse dochtermaatschappijen.

Het buitenland bezit naar schatting EUR 95 miljard, 30% van de Nederlandse securitisaties. Daarmee houdt het buitenland bijna 80% van de extee securitisaties aan. Aangezien 90% van de securitisaties betrekking heeft op woninghypotheken, kan hieruit worden gedestilleerd dat het buitenland een substantieel deel (ca. 13%) van de Nederlandse woninghypotheken financiert door middel van Nederlandse securitisaties.

Als er al een lichtpuntje in deze cijfers te ontwaren is, dan betreft het zoals gesteld de intee financiering. Een compromis is makkelijker onder Nederlanders te bewerkstelligen dan dat er met buitenlandse partijen uit te komen is. Die willen immers gewoon hun geld zien (of in het uiterste geval, goud). Als een geluk bij (nucleair ke)ongeluk valt het in die zin mee.

Foto van Marketupdate.nl Crypto redactie
Marketupdate.nl Crypto redactie

Dagelijks op de hoogte van het crypto nieuws via marketupdate.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *