Normaal gesproken lenen bedrijven geld om nieuwe investeringen te doen, maar uit nieuw onderzoek is gebleken dat de grootste bedrijven de afgelopen dertig jaar voornamelijk geld geleend hebben om de aandeelhouders te plezieren. Bedrijven hebben door de extreem lage rente van de afgelopen jaren massaal geld geleend, dat voor het grootste deel rechtstreeks ten goede kwam aan de aandeelhouder. In 2014 leenden bedrijven in de VS door de gunstige rente een recordhoeveelheid van $1,5 biljoen. Door steeds meer aandelen terug te kopen en door extra dividend uit te keren zijn veel grote beursgenoteerde bedrijven getransformeerd naar winstmachines voor het grootkapitaal.
Onderzoek
Econoom J.W. Mason van het Roosevelt Institute legde voor zijn onderzoek de instroom en de uitstroom van geld in de grote beursgenoteerde bedrijven naast elkaar. De instroom van geld is samengesteld uit winst uit de normale bedrijfsvoering en geleend geld, terwijl de uitstroom bestaat uit investeringen in het bedrijf enerzijds en winstuitkering voor aandeelhouders anderzijds. Gebruikten beursgenoteerde bedrijven in 1960 van iedere geleende dollar gemiddeld $0,40 voor het doen van investeringen, in 1980 was dat al teruggelopen tot slechts $0,10 op iedere dollar.
In zijn onderzoek vond Mason een sterke correlatie tussen de hoeveelheid geleend geld en de winstuitkering aan aandeelhouders, een correlatie die nog niet bestond voor de tijd van Gordon Gekko. Mason schrijft:
“Sinds de jaren ’80 zijn de bedrijven die het meeste geld lenen vaak ook de bedrijven die het meeste uitkeren aan aandeelhouders. Wat is de logica voor een bedrijf om geld te lenen, als dat geld vervolgens meteen wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders? Het is raadselachtig. […] Veel ideeën uit de wereld van corporate finance zijn gebaseerd op een ouderwets idee van hoe de wereld werkt. Financiering is niet langer een instrument om geld in een productieve onderneming te krijgen, maar om geld uit productieve ondernemingen te halen.”
IBM
Een goed voorbeeld van deze verandering is het bedrijf IBM, een bedrijf dat groot is geworden met de uitvinding van de Big Blue, de creditcard, de floppy en de pinautomaat. Dat waren allemaal grote technologische innovaties die de wereld aanzienlijk veranderd hebben. Maar met de dalende opbrengsten in de jaren negentig begon het bedrijf opeens te reorganiseren in haar personeelsbestand. In een periode van tien jaar werden 180.000 werknemers van het bedrijf ontslagen.
Ondanks deze tragedie wist IBM wel de miljarden dollars te vinden om aandeelhouders uit te betalen. Ook werden programma’s opgestart om eigen aandelen in te kopen en dividend te verhogen. Tussen 2003 en 2012 keerde het technologiebedrijf $130 miljard uit aan de aandeelhouders, meer dan het bedrag dat gedurende deze periode binnen kwam aan winst uit de normale bedrijfsvoering. In 2012 leende IBM $34 miljard, terwijl ze in hetzelfde jaar $38 miljard aan aandeelhouders uitkeerde.
‘Nieuwe normaal’
Toen Mason aan zijn onderzoek begon had hij een andere vraag in gedachten. Hij zocht empirisch bewijs voor de dalende bedrijfsinvesteringen sinds het uitbreken van de financiële crisis. In plaats daarvan kwam de hierboven beschreven trend in beeld, die al drie decennia aan de gang is. “Het gaat nu allemaal heel anders in de wereld van bedrijfsfinanciering. Er is nu veel meer druk van aandeelhouders om zo veel mogelijk geld dat in de onderneming zit eruit te halen”, zo beschrijft Mason in zijn onderzoek.
In het verleden was het gebruikelijk dat bedrijven hun winsten opnieuw investeerden in de onderneming, mede om belastingtechnische reden. Waren er geen lucratieve kansen om te investeren, dan werd het dividend voor de aandeelhouders verhoogd. Maar in de afgelopen decennia is de macht langzaam maar zeker verschoven van het bedrijf naar de aandeelhouder. De aandeelhouder is koning en het bedrijf en de mensen die daar werken zijn vaker het ondergeschoven kindje. Door slim gebruik te maken van belastingparadijzen en financiële constructies is zijn belasting niet langer een drempel om geld in de onderneming te houden.
Duurzaam?
Aandeelhouders hebben de afgelopen decennia veel meer macht naar zich toe getrokken. De winstgevendheid van bedrijven is daardoor toegenomen, maar heeft dat geen negatieve gevolgen voor de onderliggende bedrijfsvoering? Om een bedrijf op lange termijn gezond te houden moet ze niet worden leeggezogen door aandeelhouders, maar moet er ook ruimte zijn om te investeren in personeel, technologie en innovatie. Wordt dat wel correct weerspiegeld door alsmaar stijgende aandelenkoersen?