De bankensector in de Eurozone staat onder druk door een overaanbod van financiële instellingen, zo concludeert ECB president Mario Draghi. Dat verklaart volgens hem de lage winstgevendheid van de sector, meer dan het rentebeleid van de centrale bank. Uit de bankensector is veel kritiek op extreem lage rente van de ECB, omdat dat de winstmarge van banken zou aantasten.
De ECB introduceerde in de zomer van 2014 een negatieve rente, die stapsgewijs verhoogd werd tot -0,4%. Daardoor moeten banken geld betalen over de overtollige reserves die ze bij de centrale bank parkeren. Deze kosten drukken op de winstmarge, waardoor banken genoodzaakt zijn hun spaarrente verder te verlagen. Bij de grootste Nederlandse banken krijg je momenteel minder dan een halve procent rente, terwijl sommige banken in Duitsland en Zwitserland al een negatieve spaarrente doorberekenen aan vermogende spaarders.
Kapitaalmarkt
Volgens Draghi is de bankensector veel te groot geworden ten opzichte van de kapitaalmarkt, waardoor ze hun kosten moeilijk kunnen doorberekenen aan de klanten. Het verdienmodel van banken is ook zodanig dat het effect van de economische cyclus versterkt wordt. In goede tijden maken de banken veel winst, maar in slechte tijden blijken ze erg kwetsbaar. De afhankelijkheid van kredietverlening is in de Verenigde Staten veel kleiner, omdat de kapitaalmarkt daar veel groter is dan in Europa. Op de kapitaalmarkt geven bedrijven obligaties en aandelen uit, wat voor banken een extra bron van inkomsten betekent.
Eerder deze week zei ook Luc Coene, voormalig gouverneur van de Belgische centrale bank, dat Europa teveel financiële instellingen heeft. De spaarder moet er dus serieus rekening mee houden dat men in de toekomst banken zal laten vallen, wanneer deze in de problemen komen.