Onderstaand cirkeldiagram van het CBS laat zien hoe de respondenten van het onderzoek denken over hun pensioenfonds. Bijna één op de tien heeft helemaal geen vertrouwen meer in hun pensioenfonds. Maar 3% heeft er nog wel heel veel vertrouwen in. Ongeveer een derde is nog tamelijk positief over de pensioenaanbieder.
Van de lager opgeleide werknemers gaf 60% aan geen of weinig vertrouwen te hebben in hun pensioenfonds, bij de hoger opgeleiden lag dit aandeel op 51%. Een ander opvallend gegeven is dat de jongste werknemers, die aan het begin van de pensioenopbouw staan, twee keer zo vaak als gemiddeld aangeven het helemaal niet te weten of er geen mening over te hebben (17%). De bezorgdheid over de hoogte van het pensioen is uiteraard het grootst bij de respondenten die hebben aangegeven weinig vertrouwen te hebben in hun pensioenfonds. De tweede grafiek hieronder brengt dat in beeld.
Het behoeft geen uitleg dat de financiële crisis grotendeels verantwoordelijk is voor het negatieve sentiment. Door dalende aandelenkoersen en vastgoedprijzen zagen pensioenfondsen hun vermogen slinken. Later kwam daar nog een Europese schuldencrisis bovenop. Tegelijkertijd is het treurig dat de meeste fondsen er niet in geslaagd zijn de dekkingsgraad op peil te houden, want met een ander beleggingsbeleid was het zeker mogelijk geweest een goed rendement te behalen. Ook hebben pensioenfondsen fouten gemaakt door geld te beleggen in financiële producten waarvan ze de risico’s onvoldoende in kaart hadden gebracht. Denk bijvoorbeeld aan de herverpakte hypotheekleningen uit de VS, maar ook aan staatsobligaties van Griekenland. Een pensioenfonds dat het licht zag werd teruggeroepen door de Nederlandsche Bank.
Een tabel met meer gegevens over bijvoorbeeld de verschillen tussen man/vrouw en autochtoon/allochtoon is hier te vinden.
Bron: CBS