Door: Edgar Wortmann
Woensdag 16 maart debatteerde de Tweede Kamer over ons geldstelsel. Dit vanwege burgerinitiatief ‘Ons Geld’, een samenwerking tussen theatergroep De Verleiders en Stichting Ons Geld.
Deze samenwerking ontstond in het kader van de voorstelling ‘Door de bank genomen’. In deze voorstelling wordt het geldstelsel aan de kaak gesteld, en de rol die banken daarin spelen. Volgens acteur en bedenker van dit theaterstuk, George van Houts, was het voor veel mensen een eerste kennismaking met het onderwerp. Dat verbaasde Van Houts: “Waarom weet 99% van de bevolking niet hoe het geldstelsel werkt? Bijna alle bezoekers van onze voorstelling, veelal hoogopgeleid, denken dat de staat over het geld gaat, en dat de staat de geldhoeveelheid creëert en beheert. Dat wordt ook als logisch en rechtvaardig beschouwd.”
‘Door de bank genomen’ leert het publiek dat banken de spreekwoordelijke geldpers exploiteren. Dat maakt het geldstelsel instabiel en onstuurbaar. Het dient vooral de belangen van banken en financiers. Samen met de Stichting Ons Geld brachten De Verleiders dit onder de aandacht van de Tweede Kamer. Ze inventariseerden de gebreken van het huidige geldstelsel en formuleerden een voorstel ter verbetering ervan. Met meer dan 100.000 steunbetuigingen werd dit vorig jaar bij de Tweede Kamer ingediend.
Centraal in dit voorstel staat de ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf. De geldhoeveelheid ziet Ons Geld als een publieke aangelegenheid, die de overheid direct onder haar hoede zou moeten nemen. Kredietverlening ziet het daarentegen als een private zaak, die aan de markt moet worden overgelaten. Na ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf slepen banken het spaargeld en de betaalinfrastructuur niet meer mee als ze omvallen. Banken kunnen dan failliet gaan, net als gewone bedrijven. De overheid hoeft insolvente banken dan niet meer overeind te houden. De markt kan dan zijn werk gaan doen, zodat alleen solvente banken overblijven.
De voorstellen van Ons Geld hebben ook invloed op de rente. Deze wordt thans centraal aangestuurd door de centrale bank. Dit ‘rentebeleid’ staat in de belangstelling omdat het niet (meer) blijkt te werken. Ons Geld stelt voor om het monetaire beleid om te vormen. De kredietmarkt zou daarbij moeten worden geliberaliseerd. De rente zou niet het gevolg moeten zijn van centrale sturing, maar de weerspiegeling van risico, vraag en aanbod van krediet. Meer marktwerking dus, met een overheid die zich richt op een gelijk speelveld. Dat doet ze door de geldpers bij de banken weg te halen. De banken gaan dan opereren op bestaand geld, dat de overheid daartoe aan de maatschappij beschikbaar stelt.
Om prijsstabiliteit te bewaren zou de overheid regelmatig nieuw geld moeten scheppen. Dit zou de schatkist jaarlijks vele miljarden opleveren, die bijvoorbeeld zijn te gebruiken voor belastingverlaging en duurzame infrastructuur. Bovendien geeft het ruimte om schulden af te betalen. Dat adresseert een belangrijk probleem van het huidige geldstelsel: de schuldenlasten. De geldomloop wordt nu ‘geleend’ van de banken, die hem belasten met rente. Voor Nederland gaat het om circa €700 miljard waarover jaarlijks zo’n €30 miljard rente wordt afgedragen. Als de overheid deze €700 miljard zelf aan de maatschappij beschikbaar zou stellen, betekent dat een schuldreductie van €700 miljard. Dat zou de economie bevrijden van schuldenlasten, en in staat stellen om tot volle bloei te komen. Dat zou de schade die de financiële crisis de maatschappij heeft berokkend kunnen compenseren.
Het huidige geldstelsel heeft haar grenzen bereikt. Het is een last geworden voor de maatschappij. Het dwingt de samenleving aanhoudend tot hervorming en versobering. Ons Geld ziet een natuurlijk moment om dit geldstelsel te herzien. De samenleving moet zich niet aanpassen aan een geldstelsel dat niet goed werkt. Ze moet dit geldstelsel verbeteren.
Edgar Wortmann, Stichting Ons Geld