De opkomende markten zijn weer eens in rep en roer. Dit keer was de aanleiding een samenvallen van verschillende factoren. Crisis in Argentinië, waar de centrale bank stopte de lokale munt te steunen uit angst de voorraad vreemde valuta’s volledig uit te putten; onlustgevoelens over China waar zwakke economische cijfers naar buiten kwamen. Tenslotte laaide in meerdere landen, zoals Oekraïne en Turkije, de politieke onrust fel op.
Figuur 1 Geld stroomt weg
Onderliggend speelt echter, dat een reeks van Opkomende Landen in problemen dreigen weg te zinken. Zo kennen de zogeheten Fragile Five, India, Indonesië, Brazilië, Turkije en Zuid Afrika, allemaal gelijksoortige problemen. Ze kampen allemaal met oplopende tekorten, een dalende groei, stijgende inflatie en toenemende politieke onrust. Maar dit zijn niet de enige landen met grote problemen. Wat te denken van Argentinië, Venezuela, Oekraïne, Hongarije en Thailand. Ook dit zijn landen, waar de problemen zich snel opstapelen. En zelfs de veelgeprezen BRICS zijn niet meer het automatische kassucces van enkele jaren terug. Drie leden behoren al tot de ‘Fragile Five’ en Rusland en China beginnen meer en meer last te krijgen van de snelle vergrijzing.
Figuur 2 Fragile Five zien tekorten groeien
Groeiwonder China krijgt bovendien nu de rekening gepresenteerd van de negatieve effecten van het economisch beleid van de afgelopen decennia. Er is teveel geïnvesteerd, er is teveel krediet verleend en veel zwakke staatsondernemingen en onroerend goedbedrijven verzwakken de balans van banken. Er dreigen dus bubbels op verschillende terreinen en het is nog maar de vraag of het land ongeschonden uit de aanzwellende crisis komt. Daar komt nog bij, dat het hervormingsprogramma, dat het land economisch meer consumenten georiënteerd moet maken, dreigt vast te lopen door het verzet van gevestigde belangen.
En dan is er nog het besluit van de Fed om te gaan taperen. Daardoor is de rente alweer aan het stijgen. Het gevolg is, dat kapitaal terugkeert naar nu aantrekkelijke havens. Het stroomt vooral weg uit landen, waar de afgelopen jaren overheden de teugels teveel hebben laten vieren en het monetair beleid te laks is geworden. Daarnaast groeit in landen de volatiliteit omdat de commodity supercycle zo goed als voorbij is. Door de hoge prijzen is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe capaciteit. Daardoor is vraag en aanbod weer in evenwicht. Veel van de exporterende landen hebben van de goede tijden geen of te weinig gebruik gemaakt om intern de economie weerbaarder te maken.
Figuur 3 weerbaarheid is toegenomen
Er is met andere woorden veel slecht nieuws, dat niet van vandaag op morgen zal verdwijnen. Toch is het niet allemaal kommer en kwel en hoeven zaken niet uit de hand te lopen, zoals dat in de jaren negentig van de vorige eeuw gebeurde. Zelfs de Fragile Five zijn nu beter voorbereid dan toen. Ze hebben flexibele wisselkoersen, grote reserves en een gezonder bancair systeem dan toen. Daarnaast kennen ze een jonge bevolking, een voortgaand proces van industrialisering en urbanisering, groei van de productiviteit en geleidelijk stijgende inkomens per hoofd van de bevolking
Het is daarom verkeerd alle opkomende landen over dezelfde kam te scheren. Het noodlot wil echter, dat beleggers dit wel doen. Wat ze ook zullen doen, ze zullen de komende jaren een hoge rekening gepresenteerd krijgen. En net als toen is het niet zeker of de Westerse wereld gevrijwaard zal blijven van de troebelen daar.
Cor Wijtvliet
Bron:
Nouriel Roubini, the trouble with emerging markets. Project-syndicate, February 2 2013
Vragen en opmerkingen kunt u richten aan [email protected]
Een gedachte over “Troebelen in de Opkomende Markten”
Europese banken hebben leningen uitstaan in opkomende landen ter waarde van meer dan 3 biljoen dollar (2219 miljard euro), meer dan vier keer zoveel als de blootstelling van Amerikaanse banken.