Als eerste wil ik u graag wijzen op deze infographic. Echt een aanrader, want deze maakt erg duidelijk hoe de verhoudingen binnen ons financiële systeem momenteel liggen.
Overheden en centrale banken zijn gek op inflatie. Het zorgt ervoor dat prijzen stijgen en dat brengt voor hen vele voordelen met zich mee. Maar ondanks de vele stimuleringsprogramma’s lijken centrale banken er maar niet in te slagen de consumptieprijsindex te doen stijgen. Het spreekwoordelijke geld ‘bijdrukken’ door centrale banken is blijkbaar niet voldoende voor het creëren van inflatie, dit geld dient ook uitgegeven te worden. Diegene die het ontvangt moet het op zijn beurt uitgeven, enzovoort. Dit heet de circulatiesnelheid. Economen onder u zullen weten dat we het dan hebben over de bekende formule M (geldhoeveelheid) *V (circulatiesnelheid) = P (prijs) *T (het aantal transacties).
Omloopsnelheid daalt
Het is net die circulatiesnelheid (en dus het aantal transacties) die de laatste jaren drastisch gedaald is. Iedereen voelt aan dat de economie het niet zo goed doet en dus lenen mensen minder geld en geven ze minder uit. Deze evolutie saboteert de inspanningen van de ECB en de FED om inflatie te creëren. Erger nog: het zorgt ervoor dat deflatie een reële mogelijkheid wordt. Wat is dan het laatste redmiddel dat een centrale bank kan gebruiken om inflatie te creëren?
“Ze kunnen een vergadering bijeenroepen, stemmen over een nieuwe aanpak, buiten komen en aan de wereld verkondigen dat vanaf nu de prijs van goud $5.000 per ounce is.” Als de prijs van goud stijgt van $1.000 naar $5.000, dan is dat in werkelijkheid een devaluatie van de dollar met 80%.
Omloopsnelheid van het geld blijft dalen (Bron: St. Louis Fed)
Devaluatie
Die devaluatie zal alle andere prijzen ook doen stijgen. Olie kan in dat geval $200 per vat kosten, een bioscoopkaartje $40, enzovoort… U denkt vast dat dit ondenkbaar is, maar dit is precies wat er in het (recente) verleden tweemaal gebeurd is. De eerste keer was in 1933, toen Roosevelt (The New Deal) de goudprijs met ongeveer 70% liet stijgen naar $35 per troy ounce (het goud werd vlak voor de devaluatie geconfisqueerd, privaat goudbezit zou tot 1974 verboden blijven voor Amerikanen). Hij maakte zo een einde aan de deflatie van de Grote Depressie.
De tweede keer was in de jaren ’70, toen Nixon weigerde nog langer dollars om te ruilen voor een vaste hoeveelheid goud. De goudprijs maakte een sprong van $35 tot $800. In vijf jaar tijd verloor de dollar de helft van zijn waarde! Het is daarom raadzaam om je in te dekken tegen deze extremen.
Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.