In 1985 kwamen de ministers van Financiën van de vijf grootste economieën in het Plaza hotel in New York bijeen om het probleem van de sterke dollar aan te pakken. De waarde van de Amerikaanse munt was begin jaren tachtig sterk gestegen, met als resultaat dat Amerikaanse bedrijven steeds minder concurrerend werden en dat het voor Amerikanen steeds aantrekkelijker werd om goederen te importeren in plaats van deze zelf te produceren.
De dreiging van een oplopend handelstekort en een verlies van werkgelegenheid was voor de Amerikaanse overheid reden om in het geheim de regeringen van belangrijke economieën van dat moment (Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Japan) bijeen te roepen en afspraken te maken over een gecoördineerde waardedaling van de dollar. In het geheim reisden de ministers van Financiën van deze landen af naar het Plaza Hotel, waar de plannen voor een gecoördineerde verkoop van dollars voor het eerst openbaar werden gemaakt.
Met het Plaza akkoord slaagde men erin de waarde van de dollar omlaag te brengen, waarmee ook de druk op Amerikaanse bedrijven verlicht werd. Toch was het goedkoper maken van de dollar alleen niet genoeg om de onbalans in de wereldeconomie structureel te herstellen. In 1987, twee jaar na het Plaza akkoord, kwamen de vijf grootste economieën in Parijs bijeen om meer structurele maatregelen te nemen.
Louvre akkoord
In het Louvre akkoord werd afgesproken dat de handelspartners van de Verenigde Staten meer zouden doen om hun eigen economie te stimuleren, in de verwachting dat daarmee de munten van deze landen goedkoper zouden worden en de afzetmarkt voor Amerikaanse producten in de rest van de wereld zou toenemen. Op die manier probeerde men een terugkeer naar het protectionisme van de jaren ’30 te voorkomen.
Het Louvre akkoord van 1987 was slechts gedeeltelijk succesvol. De Verenigde Staten wisten weliswaar hun handelstekort te verkleinen, maar dat ging vooral ten koste van Japan. De Japanse export verslechterde door een waardestijging van de yen, terwijl een beleid van meer fiscale en monetaire stimulering voor financiële bubbels zorgde. De Japanse economie bezweek onder de hoge schulden en kwam na de beurscrash van 1989 in een zogeheten ‘verloren decennium’ terecht waarin de economie amper groeide en banken kunstmatig overeind werden gehouden.
Trump
Met het Plaza akkoord van 1985 en het Louvre akkoord van 1987 begon een nieuw tijdperk waarin monetair en economisch beleid niet alleen op nationaal, maar ook op internationaal niveau werd afgestemd. De problematiek van toen is door de overwinning van Trump weer helemaal actueel, want de nieuwe Amerikaanse president heeft zich als doel gesteld banen terug te halen naar eigen land. Hij heeft zich al eens kritisch uitgelaten over de ‘sterke dollar‘ en verwijt dat belangrijke handelspartners als China en Duitsland profiteren van een veel te goedkope munt. Ook dreigt Trump met protectionistische maatregelen zoals importheffingen, precies wat men dertig jaar geleden met het Louvre akkoord probeerde te voorkomen.
De grote vraag is nu of de Verenigde Staten en haar handelspartners vandaag de dag opnieuw bereid zijn afspraken te maken of dat men de weg van handelsbelemmeringen en importheffingen zal kiezen. Tijdens het topoverleg van de G20 in Ankara in 2015 spraken alle deelnemende landen zich uit tegen competitieve devaluaties. De grote vraag is of de nieuwe Amerikaanse regering zich daar ook aan zal houden.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.