In 1971 werd de dollar ontkoppeld van goud, met als gevolg dat de goudprijs en de olieprijs de lucht in schoten. De grote overwaardering die zich had opgebouwd in de dollar uitte zich in een veel hogere prijs voor olie en goud. Pas in 1980 werd deze snelle prijsstijging gestopt, nadat de Amerikaanse centrale bank de rente verhoogde tot 20%. Wat volgde was een periode van relatieve stabiliteit, die door economen en centrale bankiers ook wel de ‘Great Moderation’ wordt genoemd. De economie groeide, terwijl de inflatie laag bleef en de werkloosheid daalde.
Toch stopte de waardedaling van de dollar niet, zoals de volgende grafiek van vermogensbeheerder Incrementum laat zien. De grafiek suggereert misschien dat goud en olie na 1971 heel duur zijn geworden, maar de realiteit is dat de waarde van de Amerikaanse dollar sterk is afgenomen. Dat zien we terug aan de verhouding tussen olie en goud, die van 1971 tot en met vandaag nog steeds binnen een smalle bandbreedte beweegt.
Koopkracht dollar tegenover olie en goud