Kazachstan heeft haar munt met 23% gedevalueerd ten opzichte van de dollar, zo schrijft Bloomberg. Door deze devaluatie zakte de wisselkoers van de Kazakse tenge naar een historisch dieptepunt van 257,21 ten opzichte van de dollar. Olie is een belangrijk exportproduct van Kazachstan en door de daling van de olieprijs zijn deze inkomsten sterk gedaald. Ook wordt de economie geraakt door de daling van de grondstofprijzen. Het centraal-Aziatische land is namelijk een belangrijke producent en exporteur van onder meer uranium, titanium, magnesium, koper, bauxiet en zink.
Het besluit om de munt te devalueren volgt op de waardedaling van de Russische roebel en de Chinese yuan, waardoor de concurrentiepositie van Kazachstan verslechterde. De roebel verloor de afgelopen twaalf maanden al 46% in waarde ten opzichte van de dollar, terwijl de wisselkoers van de Kazakse tenge tot voor de devaluatie slechts 7,6% was gedaald. Door de goedkope roebel werd er steeds meer graan, bouwmaterialen, olieproducten en kolen uit Rusland, producten die Kazachstan zelf ook kan produceren.
Kazachstan devalueert haar munt met 23% (Bron: Bloomberg)
Kazachstan doet veel zaken met Rusland en China, twee economische grootmachten die beide worstelen met een lagere economische groei. “De devaluatie van de tenge volgt op een groot verlies aan concurrentiekracht, nu handelspartner Rusland besloten heeft de roebel aanzienlijk in waarde te laten dalen”, zo verklaarde valutastrateeg Tom Levinson van Sberbank uit Moskou tegenover Bloomberg. Rusland heeft eind vorig jaar besloten de wisselkoers van de roebel geheel aan de markt over te laten, nadat de centrale bank ongeveer $90 miljard aan valutareserves had ingezet om de waardedaling een halt toe te roepen.
In navolging op Rusland laat ook Kazachstan de wisselkoers van de munt dus volledig aan de markt over. Volgens de Kazakse vicepresident is een vrij vlottende wisselkoers noodzakelijk voor het herstel van de economie en voor het op gang brengen van kredietverlening en investeringen in het land.
Valutaoorlog
Landen die erg afhankelijk zijn van de export van olie en andere grondstoffen staan de laatste maanden ernstig onder druk. Olieproducerende landen als Venezuela en Rusland zagen hun valuta verder in waarde dalen, terwijl een land als Saoedi-Arabië voor het eerst sinds jaren weer staatsobligaties moet uitgeven om de begroting rond te krijgen. Ook in Azië is het onrustig op de valutamarkt. Vietnam devalueerde woensdag voor de derde keer in een jaar tijd haar munt, terwijl ook valuta als de Indonesische roepie en de Maleisische ringgit goedkoper werden. De Indonesië haalt 60% van haar inkomsten uit export uit grondstoffen, terwijl Maleisië voor 30% van haar inkomsten afhankelijk is van olie.
De vicepresident van Kazachstan schrijft op zijn weblog dat het beleid van de Kazakse regering wordt afgestemd op een langdurige periode van langere grondstoffenprijzen. De komende 7 tot 8 jaar voorziet hij een olieprijs van tussen de $30 tot $50 per vat en lage prijzen van ruwe materialen.
Protectionisme
Al deze landen hebben last van de daling van de grondstofprijzen en laten hun munt in waarde dalen om hun concurrentiepositie te verbeteren. Met een goedkope valuta is het voor andere landen goedkoper om spullen uit jouw land te importeren, terwijl goederen uit andere landen juist duurder worden. Het is een vorm van protectionisme, omdat het de eigen industrie beschermt en consumenten aanmoedigt producten uit eigen land te kopen.
Volgens BMI Research kan de devaluatie van de Kazakse munt een tegenzet uitlokken bij andere landen in de regio.“Wij hebben geconcludeerd dat Tadzjikistan en Kirgizië het meest kwetsbaar zijn voor de waardedaling van de Kazakse valuta”, zo schrijven ze in hun rapport.