Amerikaanse tarweboeren worden de markt uit geprijsd door de sterke dollar, zo bericht de Wall Street Journal. Door de waardestijging van de dollar ten opzichte van bijna alle valuta kunnen ze niet meer concurreren met tarweboeren elders in de wereld, omdat hun product gewoon te duur geworden is. En dat is een groot probleem, omdat ongeveer 40% van de totale tarweproductie in de VS bestemd is voor de export.
De export van tarwe in de Verenigde Staten dit jaar zal naar verwachting dalen tot het laagste niveau in 44 jaar, nu grote afnemers als Egypte, Indonesië en Japan hun tarwe elders inkopen. Ook andere landbouwproducten die in de Verenigde Staten geproduceerd worden zijn door de dure dollar minder aantrekkelijk voor de rest van de wereld. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw verwacht dat de export van mais zal dalen naar het laagste niveau in drie jaar, terwijl de export van rundvlees en varkensvlees uit de VS dit jaar met 10 tot 15 zal dalen (gemeten in dollars).
Uit de markt geprijsd
De daling van de grondstofprijzen raakt de landbouwsector wereldwijd, maar in de Verenigde Staten maakt de dure dollar het verschil tussen winst en verlies. De prijs voor een ‘bushel’ tarwe in het westen van Kansas zakte onlangs onder de $4, lager dan de productiekosten van veel boeren in dit gebied.
“Vier dollar voor een bushel tarwe is voor mij te weinig om te overleven, maar het is meer dan wat de rest van de wereld bereid is te betalen”, zo verklaarde de 66-jarige tarweboer Ron Suppes tegenover de Wall Street Journal. “Door de sterke dollar zijn we gewoon te duur geworden voor de wereldmarkt.”
Begin deze maand was de prijs voor een ton tarwe uit de Verenigde Staten $205, terwijl de Fransen soortgelijke tarwe produceren voor $193. Landen rondom de Zwarte Zee, zoals Oekraïne en Rusland, verkopen een ton tarwe voor ongeveer $194. De boeren in deze landen verkopen hun tarwe ook in dollars, maar omdat hun kosten in de relatief goedkope lokale munt gemaakt worden houden ze onderaan de streep meer geld over.
Verlies marktaandeel
Dat betekent dat de boeren in deze landen hun productie verder op kunnen schroeven en hun marktaandeel kunnen uitbreiden ten koste van de VS. Naar verwachting zakt het marktaandeel van de VS op de wereldwijde tarwemarkt dit jaar naar 14%, terwijl dat tien jaar geleden met een zwakkere dollar nog 23% was.
De VS heeft moeite om haar tarwe te verkopen, terwijl andere landen met lagere kosten hun productie opschroeven. Het logische gevolg is dat de voorraden zich langzaam opstapelen, tot een recordvolume van 227 miljoen metrische ton in het seizoen 2015-2016. Dat is een stijging van 7% ten opzichte van een jaar eerder. Ook de wereldwijde voorraden mais stijgen dit jaar naar verwachting naar een recordhoogte.
Tarweboeren in de VS kunnen moeilijk concurreren door sterke dollar
Plaza Akkoord
De huidige situatie doet denken aan het historische Plaza Akkoord van 1985. Door de verhoging van de rente door toenmalig Fed-voorzitter Paul Volcker steeg de dollar in vijf jaar tijd met ongeveer 50% in waarde ten opzichte van andere belangrijke valuta zoals de Duitse mark, de Japanse yen, het Britse pond en de Franse franc. Dat belemmerde de exportcapaciteit van Amerikaanse bedrijven, omdat hun producten simpelweg te duur werden op de wereldmarkt.
De Amerikaanse regering kreeg vanuit het bedrijfsleven verzoeken om handelsbeperkingen in te stellen, bijvoorbeeld door de import van goederen extra te belasten. Maar het werd al snel duidelijk dat de Verenigde Staten het probleem van een dure dollar niet zelf konden oplossen. Het waren de handelspartners van de VS die de sleutel in handen hadden.
In het Plaza Akkoord van 1985 besloten de handelspartners van de VS met goedkeuring van de Verenigde Staten gecoördineerd $10 miljard aan dollars te verkopen. Daardoor daalde de waarde van de dollar op de valutamarkt in twee jaar tijd weer met 50% ten opzichte van de andere belangrijke handelsvaluta. Door het Plaza Akkoord werd het handelstekort van de VS wat kleiner.