De regering van Venezuela heeft tientallen vliegtuigen vol met nieuwe bankbiljetten laten invliegen, omdat er in eigen land niet genoeg capaciteit is om bankbiljetten bij te drukken. Dat schrijft de Wall Street Journal. Door de hyperinflatie wordt het geld in omloop steeds minder waard, met als gevolg dat er steeds meer biljetten nodig zijn om het dagelijkse betalingsverkeer op gang te houden. Gelddrukkerijen van over de hele wereld profiteren van de hyperinflatie in Venezuela, want de vraag naar bankbiljetten is door de waardedaling van de valuta niet meer bij te houden.
De miljarden bankbiljetten die binnenkort verspreid zullen worden hebben een nominale waarde van 100 en 50 bolivar, maar door de wisselkoers van 1.000 bolivars tegenover de Amerikaanse dollar zijn deze biljetten slechts $0,10 en $0,05 waard. Kleinere bankbiljetten van 20, 10, 5 en 2 worden al niet meer gemaakt, omdat de productiekosten inmiddels hoger zijn dan de nominale waarde van het geld.
Tien miljard bankbiljetten
In december bestelde de centrale bank van Venezuela in het geheim 10 miljard extra bankbiljetten, goed voor een verdubbeling van de totale waarde van alle bankbiljetten in omloop. Dat is al meer dan de 8 miljard bankbiljetten die de ECB en de Federal Reserve op jaarbasis drukken om versleten biljetten te vervangen en de toegenomen vraag naar contant geld te vervullen. En dat terwijl de euro en de dollar dagelijks door meer dan 300 miljoen mensen gebruikt worden, tien keer het aantal inwoners van Venezuela.
Economen vrezen dat het invliegen van pallets vol bankbiljetten de inflatie verder zal aanwakkeren, maar eigenlijk is het kwaad al geschied. De bevolking heeft het vertrouwen in de munt al opgezegd en probeert zo snel mogelijk van het geld af te raken. Het geld is zo waardeloos geworden dat je een diner in een restaurant met een stapel geld ter grootte van een baksteen moet afrekenen. Kleinere bankbiljetten van 2 bolivar worden zelfs als servet gebruikt, omdat ze geen enkele nuttige functie meer vervullen in het betalingsverkeer.
De centrale bank van Venezuela moet heel veel bankbiljetten bijdrukken, nu de grootste coupure van 100 bolivar nog maar een waarde van tien dollarcent vertegenwoordigd. Binnen de centrale bank heerst de misplaatste angst dat de introductie van grotere bankbiljetten de inflatie zichtbaar zou maken voor het grote publiek. Daardoor moeten ze veel meer biljetten laten drukken, die in schaarse Amerikaanse dollars betaald moeten worden.
“Grote coupures veroorzaken geen inflatie, ze zijn het gevolg van inflatie. Grotere bankbiljetten kunnen de centrale bank juist geld besparen, omdat je in plaats van tien biljetten er misschien maar vijf of één hoeft bij te drukken”, zo verklaarde bankbiljettenexpert Owen W. Linzmayer tegenover de Wall Street Journal.
Amerikaanse dollars
Op de zwarte markt is iedereen op zoek naar dollars. Ook zijn daar allerlei producten te vinden die in de reguliere winkels niet meer te krijgen zijn, uiteenlopend van autobanden tot luiers en wc-papier. Duurzame goederen worden achter de schermen al in dollars verhandeld, al is dat officieel verboden. Ook in het criminele circuit heeft men de bolivar al laten vallen. Gijzelnemers vragen steeds vaker losgeld in Amerikaanse dollars, want de bolivar hoeven ze niet.
Wisselkoers bolivar tegenover de dollar sinds 2010