Afgelopen weekeinde heb ik de film the Wolf of Wall Street bekeken. De film is zonder twijfel een documentaire en een commentaar op de morele staat van het laat twintigste eeuws kapitalisme, zoals hoofdrolspeler Jordan Bellfort het zelf omschrijft. De film laat zien hoe niet alleen kleine beleggers meedogenloos over de financiële kling werden gejaagd, maar ook de rijke belegger. Ook die liet zich verblind door hebzucht troep verkopen.
Stratton Oakmont, de firma van Jordan Belfort, symboliseert min of meer de opmars van het meritocratisch denken en handelen, maar dan in het extreme. Het is de culminatie van een trend die al sinds het einde van de 19de eeuw zichtbaar is. Overgeërfde rijkdom en een discrete levensstijl moeten het geleidelijk aan afleggen tegen de giga bonussen en een zeer hedonistische levensstijl.
Het oud geld, de wasps (white, AngloSaxon and Protestant) was geen partij meer voor deze hongerige wolven, die niet alleen binnen de muren van Stratton Oakmont te vinden waren, maar binnen de muren van elke bank op Wall Street. Niet alleen the wolf of Wall Street was een jager. Heel Wall Street was en is dat. Het zijn allemaal wolven in schaapskleren!
Figuur 1 Leonardo Dicaprio speelt Jordan Belfort
Wat is immers de kerntaak, de kernfunctie van een fatsoenlijk bancair systeem. Dat is in de eerste plaats het in bewaring nemen van deposito’s en vervolgens het bij elkaar brengen van spaarders en investeerders. Spaargeld gaat naar een bank, omdat we die vertrouwen en bewaren kost geld. De overeenkomsten die banken arrangeren tussen spaarders en leenders zijn van levensbelang voor de moderne economie. Er is ook risico aan verbonden en daar mogen banken zich goed voor laten belonen. Maar het kan nooit zo zijn, dat die compensatie een vorm van woeker wordt. Dat is wat er aan het einde van de vorige eeuw en het begin van deze eeuw is gebeurd. Compensatie verwerd tot een vorm van woeker.
Dat kon en dat kan, omdat steeds meer zogeheten bancaire assets zich ophopen bij steeds minder banken. De concentratie in bankenland is enorm met als uitschieters een land als Nederland. Hier domineren drie banken 90% van de markt. Die tendens tot een steeds grotere concentratie gaat gepaard met een steeds toenemende onderlinge verbondenheid. Dat kan, omdat je allemaal in de City bivakkeert of op Wall Street. Het kan ook door de snelle ontwikkeling van allerlei derivate producten. Die moeten op papier de stabiliteit van het systeem verhogen. In de praktijk is het omgekeerde gebeurd. Deze derivate producten verspreidden het bancaire risico over heel de wereld. Concentratie en onderlinge verbondenheid zijn factoren die elkaar ook nog eens versterken. De groei van de balans van het Britse bakwezen vloeit voor meer dan 60% voort uit claims die banken op elkaar hebben in plaats van op de buitenwacht.
Veel hervormers willen het bankwezen hervormen door bonussen te beknotten, de omvang te beperken of door banken op te splitsen. Misschien is het beter het systeem te vereenvoudigen. De grootste uitdaging daarbij is om de groei van derivate producten te smoren. Die werden en worden uitgedacht door financial wizzards en verhandeld door handelaren die beide denken te begrijpen wat de risico’s zijn. Nee, dus. Misschien heeft daarom Jordan Belfort wel gelijk als hij stelt, dat mensen werkzaam in de financiële sector niet al te slim moeten zijn. Dan denken ze minder en richten ze minder schade aan.
Cor Wijtvliet
Bron:
Robert Skidelsky, the wolves of Wall Street. March 14 2014