Chinese verzekeraars kunnen $14,4 miljard investeren in buitenlands commercieel vastgoed, zo verklaart vastgoedorganisatie CBRE tegenover de South China Morning Post. Omdat de Chinese munt relatief sterk is en omdat het aanbod van hoogwaardig vastgoed in eigen land beperkt is zoekt het Chinese geld rendement in het buitenland. Zo richten de verzekeraars hun blik steeds meer op hoogwaardig vastgoed in internationale knooppunten, zoals Londen en New York. Ook willen de Chinezen investeren in vastgoed op toplocaties in Singapore, Hong Kong en Maleisië.
De Chinese regering heeft vorig jaar de voorwaarden voor verzekeraars versoepeld, waardoor ze nu makkelijker vastgoed en andere bezittingen buiten China kunnen kopen. Door deze maatregel kunnen institutionele beleggers mogelijk meer rendement halen uit de beleggingen. “De meeste Chinese investeerders met veel kapitaal hebben te weinig mogelijkheden om in eigen land te beleggen”, aldus Frank Chen van CBRE. Chen is hoofd research voor de Chinese vastgoedmarkt. “Wanneer toenemende koopkracht door de waardestijging van de Chinese yuan wordt meegenomen, dan komt men tot de conclusie dat dit het goede moment is om Chinees kapitaal in het buitenland aan het werk te zetten”, zo voegt Chen eraan toe.
$1,2 biljoen vermogen
Verzekeringsmaatschappijen in China hadden in 2012 in totaal $1,2 biljoen aan vermogen. Volgens de nieuwe regels mogen ze daar maximaal 15% van beleggen in vastgoed dat ze niet zelf gebruiken, aldus de CBRE. De meeste verzekeraars wereldwijd hebben ongeveer 6% allocatie in vastgoed, waarvan 20% in het buitenland. Het feit dat Chinezen nu meer geld kunnen investeren in het buitenland betekent dat de prijzen van commercieel vastgoed op toplocaties verder kunnen stijgen.
Ping An Insurance, de tweede grootste levensverzekeraar in China, bereikte in juli overeenstemming over de aankoop van het Lloyd’s of Londen gebouw. Dit gebouw was voorheen in het bezit van een vastgoedfonds van Commerzbank.
Lloyd’s of London is sinds juli al in Chinese handen