Het Europese noodfonds werd groots gepresenteerd door de leiders van de Eurozone. Midden in de nacht kwam toen de persverklaring waarin de heren Barroso en Rompuy hun plannen voor een hefboomconstructie van €1.000 miljard kenbaar maakten. De mooie beloftes werden al snel doorgeprikt door premier Papandreou, die de Griekse bevolking via een referendum wilde laten stemmen over de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen. Papandreou most onder druk van Europa, een gedeelte van zijn eigen achterban en van de oppositiepartijen het toneel verlaten, om vervolgens te worden vervangen door Loukas Papademos (werkzaam geweest bij de ECB).
Na het 'democratische bommetje' van Papandreou kwam ook opeens Italië in de schijnwerpers. Beleggers verloren hun vertrouwen in de regering van Berlusconi, waardoor de rente op Italiaans schuldpapier steeg tot een record van 7,5%. Inmiddels is de rente weer wat gezakt (waarschijnlijk door ingrijpen van de ECB), maar is het vertrouwen onder beleggers nog altijd niet terug.
Het gebrek aan vertrouwen in de markten raakt ook het Europese EFSF-noodfonds, dat enerzijds afhankelijk is van de kredietwaardigheid van de verschillende Europese landen en anderzijds van extra geld uit opkomende economieën zoals Rusland en China. De kredietwaardigheid van Frankrijk staat al ter discussie en buitenlandse investeerders hebben door de hierboven genoemde precedenten hun twijfels over de levensvatbaarheid van het noodfonds. Een recente obligatieveiling van het EFSF werd al beperkt van €10 naar €3 miljard, omdat er simpelweg te weinig vraag was naar de obligaties.
Deze obligatieveiling is uiteindelijk wel geslaagd, maar volgens een bericht op The Telegraph speelde het EFSF hier zelf ook een rol in. Om het bedrag op te halen uit de financiële markten kocht het noodfonds voor honderden miljoenen aan eigen obligaties op en leende het zichzelf het resterende bedrag dat beleggers niet wilden kopen. Het EFSF wist €2,7 miljard aan obligaties uit te zetten op de markt, terwijl het resterende bedrag met 'eigen middelen' werd opgekocht.
Waar kwam het geld vandaan dat het EFSF gebruikte om haar eigen obligaties op te kopen? Voor zover wij weten kwam het geld niet van de ECB en kunnen we de conclusie trekken dat het EFSF-noodfonds middelen uit eerdere obligatieveilingen heeft gebruikt om zichzelf opnieuw te financieren. Ook andere fondsen van de Europese Unie hebben zich gemeld voor het schuldpapier van het EFSF. Zie daar het piramidespel dat het Europese noodfonds speelt.
Het EFSF en het IMF doen hun uiterste best om buitenlandse investeerders te overtuigen van het noodfonds, maar totnogtoe met weinig succes. De kansen dat ze alsnog met geld over de brug komen om ons te helpen zijn met dit nieuws nog verder geslonken. Vorig jaar waren Chinese en Japanse investeringsfondsen nog actief met het aankopen van de EFSF-obligaties, maar blijkbaar vertrouwen ze de situatie nu niet meer. De Europese leiders slagen er maar niet in de crisis te bezweren, terwijl het EFSF zo complex is geworden dat beleggers er nauwelijks nog wat van begrijpen en hun vingers er niet aan willen branden.
Als Europese leiders niet met een radicaal plan komen om de crisis op te lossen zijn we aangewezen op grootschalige geldpersfinanciering van de ECB, het IMF of een combinatie van beide. De methode die Amerika en Groot-Brittannië al een paar jaar financieel op de been houden en die zich heeft bewezen in achtereenvolgens onder meer de Weimar republiek, Hongarije, Argentinië en Zimbabwe. Het is een kwestie van tijd voordat mensen het ongedekte papiergeld links laten liggen en inflatie omslaat in een ongecontroleerde hyperinflatie. Het is te hopen dat het niet zover komt en dat politici en centrale bankiers beginnen in te zien dat meer geld niet de oplossing, maar juist het probleem is.
We verwijzen u graag naar een recente analyse van FOFOA, die het concept geld onder de loep neemt en de ke van de zaak weet te scheiden van de randverschijnselen.
Het officiële mandaat van het EFSF