Het stimulerende beleid van centrale banken heeft volgens de officiële statistieken nauwelijks impact gehad op de inflatie, maar dat wil niet zeggen dat er helemaal geen inflatie is geweest. De volgende grafiek van Goldman Sachs laat zien dat de extreem lage rente en de opkoopprogramma’s van centrale banken sinds 2009 vooral prijsstijgingen hebben veroorzaakt in financiële activa als aandelen, obligaties en edelmetalen.
Europese high-yield obligaties zijn in acht jaar tijd meer dan drie keer zoveel waard geworden, net als de aandelen van bedrijven uit de Amerikaanse S&P 500 index. De MSCI World, een index van bedrijven wereldwijd, werd in deze periode van gratis geld bijna 150% duurder. Vergelijken met aandelen en obligaties blijft goud opvallend genoeg achter, de prijs van het edelmetaal steeg sinds 2009 met slechts 50%. Toch is deze prijsstijging van omgerekend 5,2% per jaar nog steeds meer dan twee keer zo hoog als de officiële inflatie over deze periode.
De inflatie concentreert zich vooral op prijzen van financiële activa, die overwegend in handen zijn van de meest vermogende mensen. Dit verklaart voor een belangrijk gedeelte waarom de vermogensongelijkheid sinds het begin van de crisis groter is geworden. Het beleid van centrale banken heeft dus vooral de rijken geholpen.
Stimulering centrale banken heeft vooral de prijzen van financiële activa opgedreven (Bron: Goldman Sachs, via @tracyalloway)