Ben Bernanke: ‘Goudstandaard lost geen problemen op’

Het standpunt van Beanke is te begrijpen vanuit zijn positie als voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, het zenuwcentrum van de Amerikaanse dollar sinds de koppeling aan goud in 1971 overboord werd gegooid en de controle over de wereldreservemunt geheel in private handen terechtkwam. We moeten namelijk niet vergeten dat de Federal Reserve een volledig private instelling is waarvan een aantal grote zakenbanken de oprichters en aandeelhouders zijn. Ben Beanke, als voorzitter van de FED, zal er dus alles aan doen om de privileges van de FED te verdedigen.

Maar heeft Beanke ook gelijk als hij praat over de 'tekortkomingen' van een goudstandaard? Verschillende economen, met name uit de hoek van de Oostenrijkse School, hebben al tientallen jaren geleden beargumenteerd dat alleen goud de disciplinerende werking heeft die noodzakelijk is voor een eerlijk en vrij geldsysteem. Sinds de ontkoppeling van goud is er geen rem op de dollarcreatie, met als gevolg dat verschillende belangengroepen met machtige posities in het financiele en politieke systeem meer macht en welvaart naar zich toe konden trekken. We nemen de argumenten die Ben Beanke presenteerde op zijn lezing onder de loep en zullen deze vanuit een andere invalshoek benaderen, onderbouwd met theorieen over geld die werden ontwikkeld door verschillende economen die van mening zijn dat de rol van goud in het geldsysteem onmisbaar is om vrijheid en stabiliteit te behouden in de maatschappij.

Ben Beanke: “Omdat een goudstandaard de geldhoeveelheid dicteert is er niet veel ruimte meer voor centrale bankiers om de economie te stabiliseren met monetair beleid”

Het probleem met deze stelling is dat Beanke twee aannames neerlegt die op zijn minst discutabel zijn. Ten eerste stelt hij dat de economie stabiliserend monetair beleid nodig heeft en ten tweede komt hij tot de conclusie dat de centrale bank daarvoor de aangewezen organisatie is. Maar is het niet zo dat de Federal Reserve, door de rente kunstmatig laag te houden, een verkeerde perceptie geeft van het feitelijke aanbod van geld? In een vrije markt van geld suggereert een lage rente dat er overvloedig geld beschikbaar is, omdat de wet van vraag en aanbod dicteert dat de kosten van het lenen van geld lager worden als er meer aanbod is tegenover de vraag.

Doordat de Federal Reserve zelf een renteniveau kan kiezen wekt ze verkeerde verwachtingen bij ondeemers en investeerders. Bepaalde investeringen, die niet lucratief zijn bij de marktrente, kunnen opeens wel lucratief lijken door de beschikbaarheid van kunstmatig goedkoop geld. Het gevolg hiervan is overinvestering, dat zich kan concentreren in een bepaalde richting. Neem als voorbeeld  de situatie in Amerika na de aanslagen van 11 september. De aandelenkoersen waren weggezakt na het barsten van de inteetzeepbel en de economie draaide op een lager pitje. De Federal Reserve begon de rente te verlagen en de overheid moedigde mensen aan om te investeren in iets wat veilig en tastbaar is, namelijk een eigen huis. Door de extreem lage rente en het soepele beleid van banken gingen meer mensen huizen kopen, met als gevolg dat de prijzen begonnen te stijgen. De prijsstijging trok nog meer kopers aan, totdat de huizenmarkt speculatieve vormen begon aan te nemen. Mensen begonnen te speculeren op vastgoed, met de verwachting dat nieuwe kopers op de markt de prijzen wel verder zouden opstuwen. Uiteindelijk spatte de huizenbubbel uiteen en verloren veel mensen hun geld. Niet alleen de mensen die een huis gekocht hadden, maar ook veel mensen die werkten in sectoren die gerelateerd zijn aan de huizenmarkt of die hun vermogen hadden belegd (of laten beleggen) in derivatenproducten die gebaseerd waren op slechte hypotheken of die zich daartegen verzekerden. De verliezen werkten via de handel in herverpakte schuldpapieren door in de hele wereld, want ook pensioenfondsen en beleggingsfondsen in andere delen van de wereld wisten na het barsten van de huizenbubbel in de VS opeens niet meer hoe ze deze financiele activa moesten waarderen.

De grote vraag is dan of de huizenmarkt zich ook zo op had kunnen blazen als de vrije markt de rente zou dicteren, een rente die veel hoger is en die het voor veel minder mensen interessant zou maken om een hypotheek te nemen. De Federal Reserve verstoort de markt door zelf aan de knoppen te draaien en daarmee de zelfreinigende werking van de vrije markt te negeren. Sinds de beursval van 2008, en de centrale banken de rente opnieuw verlaagden en miljarden aan noodleningen verstrekten, zien we een toenemende van vlucht van speculatief geld richting grondstoffen. Ook de markt van Amerikaanse staatsobligaties krijgt door toedoen van het QE2 programma van de Federal Reserve een steeds kunstmatiger karakter, want de rente die de Amerikaanse overheid betaalt om geld voor 10 jaar te lenen staat naar onze mening in geen verhouding tot de geldontwaarding en het risico dat beleggers lopen. De Federal Reserve heeft een dubbel mandaat van enerzijds prijsstabiliteit en anderzijds een lage werkloosheid. Totnogtoe vervult de centrale bank deze twee ketaken met weinig succes, want de kosten van levensonderhoud zijn, uitgedrukt in Amerikaanse dollars, de afgelopen tien jaar snel opgelopen. De goudprijs laat zien dat de stijgende kosten samenhangen met een dalende waarde van de dollar, want veel grondstoffen zijn, uitgedrukt in goud, juist relatief stabiel gebleven in prijs of zijn juist goedkoper geworden.

Om de stelling van Beanke te weerleggen kunnen we beargumenteren dat het beleid van de Federal Reserve juist destabiliserend heeft gewerkt, omdat het de bewegingen van de vrije markt negeert en faciliterend werkt voor 'verkeerde' investeringen. Een goudstandaard beperkt de mogelijkheden van de centrale bank om de rente te manipuleren, omdat een te hoge of een te lage rente zorgt voor een instroom of uitstroom van vermogen richting goud. Op Zero Hedge verscheen gisteren een uitvoerige analyse van Antal Fekete, die nog dieper in gaat op de relatie tussen goud en rente.

Wie mee gaat in de aanname van Beanke dat een centrale bank de economie moet kunnen stabiliseren met 'monetair beleid' zal zich inmiddels ook achter de oren moeten krabben. De rente, de draaiknop waar de Federal Reserve aan kan draaien om de economie te stimuleren of afkoelen, staat inmiddels al jaren op de bodem van 0 tot 0,25 procent. Dat de economie nog geen hogere rente kan verdragen, en dat de lage rente ook niet voor de gewenste economische groei heeft gezorgd, geeft het onvermogen van de Federal Reserve aan om de economie te 'sturen' of te 'stabiliseren'. De ruimte die de centrale bank heeft door de rente te verhogen of the verlagen blijkt dus ook maar zeer beperkt te zijn onder de meest kritische omstandigheden.

Beanke over zijn rol als voorzitter van de centrale bank: “Je moet aandacht besteden aan hoe de economie ervoor staat en niet te snel de maatregelen terugdraaien die helpen bij het herstel”

Dit goede vooemen van Beanke zal waarschijnlijk altijd een vooemen blijven, want ook de voorzitter van de centrale bank kan niet weten wat precies het juiste moment is om het losse monetaire beleid terug te draaien. Ben Beanke zag het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel in Amerika niet aankomen en achtte dat ook niet waarschijnlijk. Zelfs in 2007, toen de huizenmarkt al over zijn top heen was, bleef Beanke volhouden dat er geen aanzienlijke prijsdaling van huizen op landelijke schaal zou komen. Een goed gevoel voor timing lijkt Beanke dus niet te hebben, maar daar komt nog eens bij dat ook de maatregelen die de centrale bank kan nemen niet per definitie het gewenste effect hoeven te hebben. Zelfs de best geinformeerde experts kunnen niet precies weten hoe de economie zich zal ontwikkelen, omdat er teveel variabelen zijn die elkaar kunnen beinvloeden.

Ben Beanke beargumenteerde in zijn lezing dat het fenomeen van een centrale bank niet nieuw is, aangezien er in de 17e eeuw al een centrale bank werd opgericht in Zweden. Maar ook dat gegeven kan niet verhullen dat een geldsysteem, dat op niets anders rust dan vertrouwen, vroeg of laat misbruikt zal worden en zichzelf uiteindelijk zal veietigen. Papiergeld was van oorsprong niets meer of minder dan een belofte op een bepaald goed van waarde. Verbreekt een partij de belofte op het onderliggende goed (van 1944 tot 1971 was dat een troy ounce goud voor elke $35), dan verliest ook het papier waarop deze belofte geschreven staat aan waarde. Het is vooral de onwetendheid of gemakzucht van de bevolking dat de Amerikaanse dollar nog steeds waarde heeft, maar vanuit een historisch perspectief gezien kan ook een centrale bank de waarde van een ongedekt geldsysteem niet eeuwig in stand houden.

Goudstandaard werkt disciplinerend

Vaak werd de goudstandaard aangewezen als de oorzaak voor de Grote Depressie van de jaren dertig, omdat centrale bankiers niet in de gelegenheid waren om nieuw geld in omloop te brengen en de koppeling aan goud daardoor deflatie in gang zette. Ben Beanke heeft deze crisis bestudeerd en kwam tot de conclusie dat de centrale bank toen te weinig heeft gedaan om meer geld beschikbaar te maken. Maar volgens Jim Rickards, auteur van het boek Currency Wars, was niet het goud, maar de vastgestelde prijs ervan het probleem. Amerika had in die tijd veel meer geld in omloop gebracht, waardoor de goudprijs eigenlijk hoger moest zijn om te compenseren voor de grotere geldhoeveelheid. Het gevolg was een spiraal van deflatie, terwijl een koppeling van goud tegen een veel hogere koers juist een milde inflatie tot gevolg had kunnen hebben.

De ke van een goudstandaard is dat het een disciplinerende werking heeft voor overheden en centrale bankiers. Goud is van constante kwaliteit en heeft een bijna constant aanbod, waardoor er niet mee gemanipuleerd kan worden zoals het ongedekt papiergeld. Een goudstandaard disciplineert overheden om niet meer geld uit te geven dan er binnenkomt, omdat dan simpelweg de rente op de staatsobligaties zal oplopen. Een centrale bank kan onder een goudstandaard niet de helpende hand bieden aan overheden, bijvoorbeeld door staatsobligaties aan te kopen met geld dat uit het niets is gecreëerd.

Ons huidige geldsysteem, waarin geld als schuld wordt gecreëerd, schept hele andere problemen die veel groter zijn dan de praktische beperkingen van een door goud gedekt geldsysteem. Omdat het ongedekte geldsysteem van de Amerikaanse dollar een bijna onbeperkte groei van schulden toestaat konden we in deze wereldwijde schuldencrisis terechtkomen. De schuld kan niet worden afgelost, omdat de schuld altijd per definitie groter is dan de geldhoeveelheid. De schuld wordt een soort giftig afval, zoals Antal Fekete schrijft in zijn analyse. Het kan niet worden verteerd in ons huidige geldsysteem en kan alleen maar vooruit worden geschoven door nog meer schulden te creëeren. Iedereen die dit grafisch uittekent zal tot de conclusie komen dat een dergelijk systeem op een gegeven moment volledig vast zal lopen.

Marketupdate.nl Crypto redactie
Marketupdate.nl Crypto redactie

Dagelijks op de hoogte van het crypto nieuws via marketupdate.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Doe mee met de Bullrun 🚀10 euro gratis tijdelijke actie bij Bitvavo