Pensioenfondsen die overwegen in goud te beleggen zijn gewaarschuwd, want het college van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft deze week bepaald dat de Nederlandsche Bank toch geen schadevergoeding van €4,8 miljoen hoeft te betalen aan het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken.
Het is een opmerkelijke wending in een langlopend conflict tussen het pensioenfonds en de centrale bank. In oktober 2009 besloot het pensioenfonds voor miljoenen in fysiek goud te beleggen, een keuze die de Nederlandsche Bank als toezichthouder veel te risicovol vond. Het fonds had 12% van de portefeuille in goud belegd, waarna DNB in 2011 een dringend verzoek deed een deel van het goud te verkopen. De positie moest afgebouwd worden naar 1 tot 3 procent.
Het pensioenfonds vocht het oordeel van de centrale bank aan en werd in 2012 nog door de rechtbank van Rotterdam in het gelijk gesteld. De Nederlandsche Bank liet het er niet bij zitten en vocht dit besluit aan, maar in december 2014 oordeelde de rechtbank van Rotterdam alsnog dat er een schadevergoeding betaald moest worden. Voor het misgelopen rendement op de belegging in goud moest DNB een vergoeding van €4,8 miljoen betalen.
Pensioenfonds mag toch niet in goud beleggen
Dat het besluit uit 2014 nu alsnog teruggedraaid kan worden komt omdat het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken volgens het college van Beroep voor het bedrijfsleven niet aannemelijk heeft kunnen maken dat ze daadwerkelijk rendement heeft misgelopen als gevolg van het handelen van de Nederlandsche Bank.
In de uitspraak van het hoger beroep lezen we dat het pensioenfonds in 2009 in goud stapte om zich te verzekeren tegen sterk dalende aandelenkoersen, slechte financieel-economische omstandigheden, inflatie en een waardedaling van de euro. Het pensioenfonds kocht het goud met de intentie dit voor de lange termijn vast te houden, zo lang als deze redenen om in fysiek goud te beleggen van kracht bleven. Het realiseren van koerswinst was niet het voornaamste doel, maar slechts een gunstige bijkomstigheid, zo beargumenteerde het Pensioenfonds voor Vereenigde Glasfabrieken.
Pensioenfonds krijgt geen schadevergoeding
Strijdige verklaring
Deze argumentatie sluit volgens het college van Beroep voor het bedrijfsleven niet aan met de schadeclaim die het pensioenfonds bij de rechtbank van Rotterdam neerlegde. Deze schadeclaim was gebaseerd op een uiterst gunstig scenario, waarbij het pensioenfonds het goud in 2011 stapsgewijs zou verkopen tegen een veel hogere goudprijs van $1.500 tot $1.700 per troy ounce. In dat geval had het pensioenfonds een winst van ruim €4,8 miljard kunnen realiseren.
DNB verwijt het pensioenfonds argumenten naar voren te brengen om de schadeclaim zo hoog mogelijk te maken, zonder een samenhangende motivering te geven aan de hand van haar beleid zoals dit zich in de loop van de jaren heeft ontwikkeld.
Het college van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het scenario waarin het pensioenfonds het goud daadwerkelijk zou verkopen niet realistisch is, omdat de onderliggende argumenten om goud aan te houden op dat moment nog steeds aanwezig waren. In 2011 speelde de Europese schuldencrisis en stond de waarde van de euro onder druk, omstandigheden die de verkoop van goud niet zouden rechtvaardigen.
De volgende passage komt uit de uitspraak van het CBb, we hebben de kernpunten gemarkeerd:
“Het pensioenfonds betoogt immers zelf dat het aanhouden van de goudvoorraad was gebaseerd op een gedegen en gerichte onderbouwing in de (vanaf 2008 heersende zorgwekkende) financieel-economische marktomstandigheden, dat er in deze marktomstandigheden geen aanwijzingen te vinden zijn voor verkoop in 2011 of 2012, dat het beleid was om het goud niet te verkopen tenzij er redenen waren om wel te verkopen en dat verkoop pas aan de orde zou komen als er wereldwijd sprake zou zijn van financiële stabiliteit en van rust wat betreft de euro. Uit het artikel “Glasfonds gelooft in goud”, gepubliceerd in februari/maart 2012, waarvan de inhoud onweersproken is, blijkt dat het pensioenfonds goud nog steeds zag als bescherming tegen inflatie en de toenemende onzekerheid over de euro. Uit een intern memo van 17 augustus 2012 van het pensioenfonds blijkt bovendien dat de redenen voor het nemen van de belegging in goud nog steeds aanwezig waren.”
Goud als veilige haven
Op de schadevergoeding valt het een en ander aan te merken, maar niet op de argumenten die het pensioenfonds noemt om goud te kopen. Gezien de huidige economische omstandigheden is het niet onverstandig een deel van het vermogen om te zetten in edelmetalen. Dat is ook de mening van het toonaangevende Aziatische beleggingsfonds CLSA en van een autoriteit als de World Gold Council.
Als het aan de Nederlandsche Bank ligt mogen pensioenfondsen geen substantieel gedeelte van hun vermogen in goud beleggen. Als uw pensioenfonds het niet mag, dan rest u weinig anders dan het heft in eigen hand te nemen. Fysiek beleggingsgoud is vrijgesteld van btw en is dus ook voor particulieren interessant om aan te kopen.
Wij kunnen Goudstandaard aanbevelen als betrouwbare en deskundige aanbieder van fysiek goud en zilver. Deze aanbieder werkt onder een AFM vergunning en biedt ook opslag van edelmetalen aan.
Lees ook: