Volgens bestuurslid Thiele van de Bundesbank ligt er 1536 ton goud bij de Federal Reserve in New York, wordt ongeveer 1.000 ton goud bewaard in eigen land (Frankfurt) en ligt er ook nog voor 374 ton aan goud in Parijs en 450 ton in Londen. Opgeteld komen we met deze getallen niet aan de 3.395,5 ton goud die Duitsland zou moeten hebben volgens het laatste lijstje (pdf) van het IMF, wat op zich al genoeg reden is voor een grondige telling van de goudvoorraad. De doorgegeven cijfers wijken enkele tientallen tonnen af, maar dat kan nog worden toegeschreven aan een afwijking van de genoemde ''ongeveer 1.000 ton'' goud in Frankfurt.
Opvallend is dat de Bundesbank alleen in Londen voor de opslag van goud moet betalen, namelijk €500.000 per jaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Duitse centrale bank al in 2001 begonnen is met het terughalen van goud uit Engeland. Volgens de Telegraph werd er in 2000 en 2001 ongeveer 930 ton goud weggehaald uit Londen, deels vanwege de hoge opslagkosten. Met deze actie bracht de Bundesbank haar goudvoorraad in Londen terug van 1.440 naar 500 ton. De komende drie jaar zal de Bundesbank naar verwachting nog eens 50 ton per jaar terughalen. De ruim 900 ton aan goud die Duitsland in 2000 en 2001 weghaalde uit Londen werd naar verluid per vliegtuig overgebracht naar Frankfurt.
Het goud dat is teruggekomen uit Londen is grondig gecontroleerd, aldus de het bestuurslid van de Bundesbank. Over de echtheid van het goud bij de Federal Reserve zouden ook geen twijfels bestaan, want Thiele heeft eerder dit jaar met eigen ogen kunnen zien dat er goud ligt in de kluis in New York. Dat er goud ligt hoeft nog geen uitsluitsel te geven, want het goud kan ook uitgeleend zijn aan een andere partij. In dat geval zijn er meer claims op goud dan wat er aan fysiek goud ligt.
Verdeling van de Duitse goudvoorraad volgens de Bundesbank