Hieronder volgt een volledige vertaling van het artikel dat op 7 november 2012 verscheen op het blog van Gold Bullion International (GBI). Wat mij betreft een must read!!
Vraag- en aanboddynamiek van goud en het potentiële eindspel van de dollar
Vraag en aanbod? Het draait vandaag de dag allemaal om de stock to flow ratio.
Terwijl we de titel lezen zijn we ervan overtuigd dat collega economie professoren uit schaamte hun hoofd laten buigen omdat het krabbelen van x en y grafieken niets heeft opgeleverd. Economen over de hele wereld worden getroost met het feit dat de wet van vraag en aanbod nog steeds domineert in de markt. Echter, we geloven dat er een belangrijke uitzondering gemaakt dient te worden voor een geel en nutteloos metaal. Een metaal dat toevallig een paar duizend jaar de monetaire systemen heeft gevormd, namelijk goud.
Het ‘aanbod’ van goud dat traditioneel wordt gespecificeerd als de wereldwijde mijnproductie heeft vrijwel geen betekenis in het bepalen van de goudprijs. Hoe is dat mogelijk? Analisten stellen dat de wereldwijde vraag- en aanboddynamiek integraal onderdeel is in het bepalen van een toekomstig koersdoel voor goud. We kunnen dit gegeven uitsluitend toeschrijven aan het feit dat deze analisten nog steeds kortzichtig vasthouden aan de visie dat goud een grondstof is.
Goud, zelfs wanneer het gezien wordt als een grondstof, is uniek vanwege het feit dat het niet geconsumeerd wordt. Omdat er maar weinig kosteneffectieve industriële toepassingen zijn voor het gele metaal bestaat er maar heel weinig ‘natuurlijke’ vraag. Vrijwel al het goud dat ooit is gewonnen bestaat nog steeds op de aardbol, ergens verstopt in een kluis of in gedragen in de vorm van een sieraad. Er is naar schatting 170.000 metrische ton goud boven de grond dat in iemands bezit is. Gegeven dat het jaarlijkse aanbod van goud afkomstig van mijnproductie ongeveer 2.500 ton groot is, hoe kan het dan dat de goudprijs niet dicht bij nul ligt? Er is tenslotte een overschot van 65 jaar mijnproductie in de goudmarkt! Tegen alle vraag- en aanbod fundamenten in benadert de goudprijs inmiddels weer recordniveaus in vrijwel alle valuta wereldwijd.
Een factor die bijdraagt aan de huidige goudprijs is dat de overgrote meerderheid van het edelmetaal in sterke handen is. Het goud is voor een groot gedeelte in het bezit van zeer vermogende families of overheden en hun centrale banken. Dit goud ligt er zeer stil, een deel ervan wisselt decennia of zelfs nog langer niet van eigenaar en blijft op dezelfde locatie liggen. Deze bezitters van gigantische hoeveelheden goud hebben weinig behoefte om uberhaupt wat te verkopen, omdat ze goud bezitten als opslag van vermogen voor de lange termijn. Centrale banken bezitten goud als waardevolle reserve. Goud heeft van nature de belangstelling van de grootste spaarders, omdat goud een geschiedenis heeft als de ultieme opslag van waarde die vrij is van tegenpartij risico. Natuurlijk kan men ook vastgoed, kunst, of klassieke auto’s kopen en dat doen vermogende mensen ook. Maar afgezien van de illiquiditeit en het subjectieve risico van dit type bezittingen zijn ze ook nog eens kostbaar om te bezitten. Denk daarbij aan opslagkosten, onderhoud, verzekering enzovoort. Goud wordt universeel herkend als een waardevolle bezitting, maar wel één die bijna oneindig deelbaar, relatief draagbaar en liquide is. De waarde van goud is totstandgekomen over een periode van een paar duizend jaar en is het ultieme object dat de waarde van alle andere objecten kan uitdrukken.
Stock to flow ratio
In plaats van het aanbod in de traditionele zin wordt de goudprijs gedreven door het percentage van het totale aanbod (170.000 ton) die op een bepaalde dag beschikbaar is voor verkoop. Het percentage van de totale goudvoorraad (stock) die wereldwijd beschikbaar is voor kopers is de stroom (flow). Deel de voorraad door de stroom en je krijgt wat men de ‘stock-to-flow ratio’ noemt. Een lage stock to flow ratio betekent dat een groot percentage van de totale goudvoorraad te koop is en een hoge stock to flow ratio betekent dat de eigenaren van fysiek goud liever aan hun goud vasthouden dan dat ze het inwisselen voor een valuta (euro, dollar enz). Stel dat op een bepaalde dag al het goud in de wereld te koop wordt aangeboden, dan zal de stock to flow ratio zakken naar 1 en zal de prijs waarschijnlijk zakken naar bijna 0. Maar wat als op een dag alle eigenaren van goud besluiten om helemaal geen goud meer te verkopen, omdat ze liever aan hun goud vasthouden? Kan dit uberhaupt gebeuren? Zegt de conventionele wijsheid en de wet van vraag en aanbod dan niet dat een stijgende goudprijs als gevolg heeft dat er meer goud wordt aangeboden en de vraag daalt?
De stock to flow ratio van goud
Giffen good
Naar onze mening gaat de stelregel van vraag en aanbod hier niet op. Goud is naar onze mening een goed dat beschouwd kan worden als een ‘Giffen good’ (Wikipedia). Een Giffen good is een goed dat een positief verband heeft tussen de prijs en de vraag. Dit type goed wordt gekenmerkt door een toename in de vraag als de prijs stijgt. Omgekeerd geldt dat de vraag naar een Giffen good afneemt naarmate de prijs daalt. Binnen de financiële wereld is het concept van een Giffen good bekend, al is het aantal praktijkvoorbeelden ervan zeer beperkt en gelokaliseerd in specifieke grondstoffenmarkten. Een gouden uitzondering hierop speelt zich op dit moment voor onze ogen af. Precies zoals het een Giffen good betaamd werd goud een aantal jaar geleden de verkoop gedaan door zowel particulieren als centrale banken toen de prijs op een relatief laag niveau stond. Vandaag de dag is de vraag naar goud toegenomen tot recordhoogte, net als de prijs ervan in tal van verschillende valuta.
Veel prominente personen in de goudmarkt beweren nadrukkelijk dat de goudprijs aanzienlijk gaat stijgen door een toenemende stroom van geld richting goud in de komende jaren. Ze kunnen daar best wel gelijk in hebben en wij van Gold Bullion International hopen dat dat ook gaat gebeuren. Maar we kunnen ook een andere ontwikkeling zien. Wij geloven dat een gigantische revaluatie van goud in dollars zeer plotseling kan gebeuren, bij wijze van spreken zelfs in één dag. Maar niet vanwege een blijvend toenemende vraag naar goud, maar simpelweg omdat de huidige bezitters van goud het edelmetaal niet meer willen verkopen en daarmee de stock to flow ratio tot in het oneindige omhoog drijven. Daarom is het zo belangrijk om de stock to flow ratio van goud goed te begrijpen.
Kun je je voorstellen dat een autofabrikant (of een producent van een ander consumptiegoed met een afnemend marginaal nut) op zijn voorraad gaat zitten en besluit om tot in de eeuwigheid niets meer te verkopen? Of zal een producent zijn goederen te koop aan bieden en daar een zo goed mogelijke prijs voor vragen? Natuurlijk verkoopt de producent zijn goederen voor geld, want een producent moet zijn toegevoegde waarde daaruit halen. Voor vrijwel alle goederen is de vraag- en aanboddynamiek vrij simpel. De fabrikant wil zijn spullen verkopen voor geld, omdat de spullen voor de producent anders geen waarde hebben. Voor iemand die goud bezit is er geen behoefte om dat edelmetaal in te ruilen voor geld, vooral niet als er een lawine aan geld ‘op jacht’ is naar het goud.
Als die lawine aan dollars eraan komt, kun je je dan voorstellen dat iemand met veel goud (of een centrale bank in een land met een handelsoverschot) er de voorkeur aan geeft om op zijn of haar goud te blijven zitten. Of denk je dat iemand met goud op dat moment zal besluiten om het in te ruilen voor geld dat haar koopkracht snel verliest (zoals de autofabrikant)? Zodra je ziet dat de ene optie hout snijdt en de ander niet ben je goed op weg om te begrijpen hoe goud geprijsd wordt en hoe grote veranderingen in de goudprijs soms vrijwel niets te maken hebben met de traditionele wet van vraag en aanbod. Er hoeft nooit een gigantische stroom van geld richting de goudmarkt te gaan om de goudprijs naar een onvoorstelbaar veel hoger niveau te brengen. De huidige eigenaren van fysiek goud hoeven alleen maar te besluiten om geen gram goud meer aan te bieden. En om het terug te koppelen op Giffen, zodra het goud zich ‘verstopt’ zal de vraag naar goud alleen maar proportioneel toenemen met de stijging van de prijs.
Het is nuttig om het concept te begrijpen van valuta die bieden op bezittingen. Als dollars steeds opnieuw blijven bieden op een bepaald aandeel (hoge omloopsnelheid), dan zal de prijs van dat aandeel sterk stijgen. Als er geen dollars meer worden geboden op aandelen van Apple, dan zal de prijs van dat aandeel zakken naar nul. In werkelijkheid prijst de dollar dus het aandeel Apple. Goud is een uniek bezit in die zin dat het valuta prijst. Geld biedt niet op goud, maar het goud biedt op geld. Als je het moeilijk vindt om dit te begrijpen, denk dan aan een extreem voorbeeld zoals hyperinflatie in Zimbabwe of de Weimarrepubliek. Iemand die goud bezit kan kiezen om een bepaalde hoeveelheid geld te accepteren of te weigeren in ruil voor zijn of haar goud. Als het geboden bedrag geweigerd wordt, dan drijft dat de stock to flow ratio hoger en hoger. Wat zou voor mensen die goud bezitten een reden zijn om niet meer te bieden op valuta? Voor dezelfde reden waarom we vandaag de dag goud kopen, als bescherming van koopkracht tegen een alsmaar in waarde dalende valuta. En waar moet het aanbod van goud vandaan komen onder deze omstandigheden? Centrale banken zullen zeker niet meer verkopen en ook de Aziaten zullen op hun goud blijven zitten.
Op microniveau zien we dat een gelimiteerde hoeveelheid goud op de markt komt in landen als Spanje en Griekenland, waar mensen die het financieel moeilijk hebben besluiten hun gouden spullen verkopen. Maar wat gebeurt er als deze stroom van goud opdroogt, omdat mensen die het financieel moeilijk hebben geen goud meer hebben liggen om te verkopen en er nog steeds vraag is naar goud? Wat gebeurt er op macroniveau als landen met een handelsoverschot besluiten om niet langer meer te sparen in Amerikaanse dollars en in plaats daarvan goud gaan accumuleren? Wat gebeurt er als de stroom van goud verandert in een dun straaltje of als deze volledig opdroogt? We kunnen makkelijk een meervoud van scenarios bedenken die niet veel verbeeldingsvermogen vereisen. Zullen dollars dan gaan jagen op fysiek goud? Misschien, maar zullen de mensen die goud bezitten dan nog wel de dollars willen accepteren in ruil voor het gele edelmetaal? Wat voor consequenties zal dat hebben voor de koopkracht van de dollar ten opzichte van alle andere goederen en diensten?
Het is aan de lezer om te beslissen welk van de volgende twee uitkomsten het meest waarschijnlijk is. Is het meer waarschijnlijk dat de mensheid tot het besef komt dat hun dollars aan koopkracht verliezen en dat men geleidelijk aan meer en meer geld gaat omzetten in goud? Of is het meer waarschijnlijk dat de mensen die momenteel fysiek goud bezitten – omdat ze jaren geleden al tot de conclusie kwamen dat het geld snel aan koopkracht verliest – op een gegeven moment zullen besluiten om helemaal geen goud meer te verkopen in ruil voor een valuta die snel minder waard wordt?
De vraag is dus wie de goudprijs naar ongekende hoogte kan brengen. Zijn dat de nieuwe kopers op de goudmarkt die geld willen omzetten in goud of zijn het de mensen die nu het goud in handen hebben? Natuurlijk kan de goudprijs sterk stijgen door een stijgende vraag naar goud, maar de goudprijs kan nog veel sneller stijgen als de huidige bezitters van goud besluiten om hun edelmetaal niet meer van de hand te doen. Het verschil voor iemand die nog fysiek goud wil kopen is dat het eerste scenario zich in een tijdsbestek van jaren kan voltrekken, terwijl het tweede scenario van de één op de andere dag kan voltrekken.
Wat gebeurt er met de ‘prijs’ van goud als niemand meer zijn goud wil verkopen. Gaat de goudprijs dan naar nul of stijgt die tot in het oneindige? Maak uw keuze.
Bron: Gold Bullion International (De strekking van dit artikel komt sterk overeen met die van FOFOA. De stock to flow ratio en het bieden van goud op geld werd in dit artikel ook al beschreven).