Goud en het monetaire systeem: Het potentiële VS-EU conflict

Marketupdate publiceerde onlangs al een historisch document over de Europese herwaardering van goud. Dit artikel, waarin een gesprek tussen Henry Kissinger en zijn adviseurs wordt beschreven, werd bijzonder goed gelezen. Ondanks de diepgang van de materie weten we toch een grote doelgroep te bereiken met dit soort publicaties. Er gaat heel veel tijd in zitten om dit soort pareltjes te vertalen, maar gelukkig werden we deze keer geholpen door ‘Louve’ van het Goudstudieforum. Louve leverde namelijk een complete vertaling aan van een artikel dat we zelf ook al op de stapel hadden liggen. We hebben deze vertaling grondig nagelopen en taaltechnisch nog wat aangescherpt en kregen van Louve toestemming om het op Marketupdate te publiceren. De passage in het blauw is een toelichting van Louve op het artikel.

In dit lange artikel lees je over de patstelling tussen Europa en de VS die speelde in de jaren zeventig. Om de historische context te schetsen: de Amerikaanse dollar was een paar jaar eerder losgekoppeld van goud en was nog steeds de wereldreservemunt. De inflatie begon op te lopen en de goudprijs begon boven de officiële goudprijs van $42,22 uit te stijgen. Ook de olieprijs begon te stijgen, omdat de olieproducerende landen meer waarde wilden hebben voor hun olie nu de dollar niet langer gedekt was door een goudbelofte.

De VS wilde het liefst de disciplinerende werking van goud UIT het systeem faseren, terwijl ze vanuit Europa hoorden van de plannen om goud als disciplinerende monetaire reserve juist terug IN het systeem te brengen. Europese landen, maar met name Frankrijk en Italië, wilden hun begrotingstekorten met andere Europese landen afrekenen met hun goudreserve. Maar niet zo lang dat goud nog gewaardeerd is tegen de kunstmatig lage prijs van $42,22 per troy ounce… Het feit dat de Amerikanen de goudprijs dicteerden op $42,22 maakte het voor Frankrijk en Italië niet zonder meer mogelijk een hogere goudprijs af te dwingen, één die in harmonie zou zijn met de prijs van vrij goud.

We hebben belangrijke passages uit het artikel groen gemarkeerd, maar eigenlijk zouden we al het onderstaande dan groen willen maken. Dikgedrukt groen zijn de passages de naar onze mening bijzonder veel betekenis hebben. Veel leesplezier!

 ~~~~

Goud en het monetaire systeem: Het potentiële VS-EU conflict

Washington, 6 maart 1974

Opmerkingen van de plaatsvervangend adjunct-staatsstecretaris voor Internationale Financien en Ontwikkeling (Weintraub) aan de staatssecretaris van Financien voor Monetaire Zaken (Volcker).

Dit is een paper dat we hebben voorbereid voor secretaris Kissinger waarin we onze visie geven op het vraagstuk van goud. We hebben dit besproken tijdens een bijeenkomst, waarop we nog niet geprobeerd hebben naar een conclusie toe te werken. We zouden uw reactie op dit artikel zeer waarderen. Kissinger heeft gezegd dat hij het zeer op prijs zou stellen om binnen twee weken een ontmoeting met u te hebben en met iemand anders die u mag aanwijzen om te praten over dit onderwerp en over wat er nu gedaan zou moeten worden.

Een optie die niet is opgenomen in het papier, maar die om verschillende redenen moet worden bekeken, is hoe om te gaan met het tegenwerken van de Europeanen als ze van plan zouden zijn om verder te gaan zonder ons, op een manier die we als schadelijk zouden ervaren voor onze belangen.

Het probleem

Amerikaanse doelstellingen voor het mondiaal monetair systeem – een duurzaam, stabiel systeem, met de SDR als een sterke reserve-asset in het midden – zijn onverenigbaar met een blijvende rol voor goud als een reserve-asset. Deze doelstellingen zijn in schijnbaar conflict met de wens van de EU om het gebruik van goud in internationale transacties te vergemakkelijken. Er is een geloof onder bepaalde Europeanen dat een hogere prijs van goud de financiering van olie-importen zou vergemakkelijken, hoewel dat argument afhankelijk is van de houding van de producenten naar goud, als een asset die niet geldig mag worden gemaakt. Het onvermurwbaar aandringen van de VS op het handhaven van de huidige vaste officiële prijs kan waarschijnlijk een internationaal conflict creëren met de EG, en kan ook leiden tot eenzijdige EG-regelingen die onze doelen zouden verslaan voor het systeem.

In de komende maanden zal het aloude Amerikaans-Europese geschil over de rol van het goud waarschijnlijk worden aangedreven vanuit de achterkamer naar het hoofdpodium van onze relatie. De inzet in dit geschil is hoog, namelijk de lange-termijn stabiliteit van het internationale monetaire stelsel en de vooruitzichten van grotere verdeeldheid binnen Europa en verdeeldheid tussen Europa en de VS.

De conclusie

De Amerikaanse doelen zijn belangrijk en mogen niet worden opgegeven , maar ze kunnen haalbaar zijn zonder het rigide vasthouden aan de huidige vaste officiële goudprijs. Er bestaan compromisvoorstellen die voldoende vooruitgang zou maken ten opzichte van onze doelstellingen voor het systeem, terwijl het ook voldoet aan de belangrijkste Europese behoeften. Aangezien de EU waarschijnlijk haar voorstellen voor de G20 uiteenzet deze zomer , zal een Amerikaans standpunt binnen de komende paar maanden nodig zijn. Tactisch kan het ook de voorkeur hebben om eventuele compromis voorstellen met een of meer EU-leden te bespreken, voordat we geconfronteerd met een Europese positie.

Binnen de EU ontwikkelt zich druk om de onderlinge verschillen op de handelsbalans af te wikkelen met goud dat gewaardeerd is tegen de marktprijs (of een andere prijs die aanzienlijk hoger is dan de huidige officiële prijs van $42,20 per troy ounce) . Unilateraal optreden van de Europese Gemeenschap in deze richting zou rechtstreeks ingaan tegen de positie van de VS op het internationale goudbeleid . De EU zal naar verluidt proberen om een direct conflict te vermijden door aan te dringen op een snelle oplossing van het probleem, in het kader van de multilaterale monetaire hervormingsonderhandelingen. Daarom moet het Amerikaanse standpunt opnieuw worden bekeken in het licht van de huidige omstandigheden.

Deze notitie onderzoekt de fundamenten van dit potentiële conflict tussen de VS en de EG over het goud vraagstuk, en probeert vast te stellen welk van de onderhandelingsposities de Amerikaanse belangen het beste zou dienen.

Goud in het internationaal monetair stelsel – De kwesties

In de G20 monetaire hervormingsonderhandelingen heeft men overeenstemming bereikt dat de SDR de plaats inneemt, die eens toebehoorde aan goud, in het centrum van de wereld monetaire stelsel. Er is echter nog steeds aanzienlijke onenigheid over wat de exacte toekomstige rol van het goud zou moeten zijn – of het uiteindelijk zou moeten worden verbannen van het systeem (de Amerikaanse visie) of dat het een belangrijke functie moet behouden als een reserve-asset en als middel om de betalingsbalans te vereffenen (de positie van een aantal Europese landen).

Amerikaanse belangen in deze kwestie zijn in het opzetten van een stabiel, duurzaam wereldwijd monetair systeem gebaseerd op een sterke SDR , waarmee toekomstige monetaire crises en conflicten, die het Bretton Woods systeem hebben geteisterd, wordt voorkomen. Naar onze mening is een systeem dat goud als een belangrijke reserve-asset naast SDR opneemt inherent instabiel, net zoals bi-metallisme was in de VS.

Deze inherente instabiliteit komt voort uit het feit dat goud als een grondstof wordt verhandeld op een eigen markt tegen een variabele prijs die onderhevig is aan de grillen van de wereldproductie (grotendeels Sovjet-Unie en Zuid- Afrika) en de aan- en verkoop van hamsteraars en speculanten. Met een fluctuerende – en over het algemeen stijgende – vrije markt voor goud is een vaste officiële prijs gewoon niet geloofwaardig. Het gebrek aan geloofwaardigheid groeit als de kloof tussen particuliere en officiële prijzen groter wordt. Maar als de prijs waartegen de officiële transacties in goud plaatsvinden periodiek wordt aangepast aan de marktprijs van goud, dan ontstaat er een instabiele situatie tussen goud en de SDR.

Op dit moment is de waarde van de SDR in goud vastgezet. Echter, het is over het algemeen in de G20 overeengekomen dat de nieuwe SDR niet moet worden gerelateerd aan goud, maar aan een mandje van valuta. In dit geval zou een veranderende prijs waartegen officiële goudtransacties plaatsvinden kapitaalwinsten (of verliezen) creëren voor de bezitters van goud ten opzichte van bezitters van de SDR. Dat kan de speculatieve vraag van centrale banken naar goud stimuleren en de SDR verzwakken.

Goud versus de SDR

Het is de zorg van de Verenigde Staten dat een substantiële stijging van de prijs waarop officiële goud transacties worden gedaan de positie van goud in het systeem zal versterken. Dat zal verlammend werken op de SDR. Als internationale liquiditeiten werden geïnjecteerd via goud is er nog maar een kleine kans dat er nieuwe trekkingsrechten voor de SDR uitgegeven zullen worden. Er zou ook een afnemende belangstelling zijn om goud te verkopen op de particuliere markt, zelfs na een officiële verhoging van de goudprijs. Centrale banken zouden namelijk vastklampen aan hun goud in afwachting van verdere stijging van de officiële goudprijs. Daarnaast zou een te grote stijging van de hoeveelheid liquiditeit in de wereld inflatoire gevaren toevoegen. Ten slotte zou de verdeling van de stijging van de wereld reserves zeer ongelijk zijn, met acht rijke landen die driekwart krijgen, terwijl de ontwikkelingslanden minder dan 10 procent zouden krijgen. Producerende landen (de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika) zouden profiteren van het impliciete fundament dat gezet wordt onder de vrije markt goudprijs.

Om de uiteindelijke demonetisatie van goud te vergemakkelijken is het onze positie om de huidige goudprijs te handhaven en conform de huidige Bretton Woods overeenkomst geen officiële goud aankopen te doen boven de officiële prijs van $42,22 per troy ounce. We moedigen de geleidelijke dispositie van monetair goud aan door middel van verkoop van goud op de particuliere markt. Een alternatieve route naar demonetisatie kan leiden naar een substitutie van SDR voor goud met het IMF, met de laatste door de geleidelijke verkoop van het goud op de particuliere markt, en door de verdeling van de winsten op dergelijke verkopen. Hetzij aan de oorspronkelijke goud bezitters, hetzij door een andere overeenkomst.

Europese opvattingen over de rol van goud in de wereld monetair systeem verschillen aanzienlijk. De Britten en Duitsers zijn het over het algemeen principieel eens met de wenselijkheid om goud uit het systeem te faseren. Aan het andere uiteinde van het spectrum zijn de Fransen de belangrijkste voorstanders van een blijvende belangrijke rol voor goud in het systeem.

Steun voor een blijvende rol voor goud in het systeem is grotendeels gebaseerd op de overtuiging dat “papieren goud” – de SDR – niet voldoende vertrouwen geniet om goud volledig te vervangen in het systeem. Er is in feite nog steeds een aanzienlijke emotionele gehechtheid aan goud als monetair actief en een fundamenteel wantrouwen ten opzichte van de bank of papiergeld wegens het niet hebben van intrinsieke waarde.

Aan de andere kant erkennen de meeste Europese ambtenaren de fundamentele problemen van systeem waarin goud en de SDR als reserve-actief gebruikt worden. Belgische minister van Financiën, De Clerq, verklaarde op de jaarlijkse bijeenkomst van het IMF in september het volgende:

Eventuele herdefiniëring van de rol van goud moet gebaseerd zijn op het bovenstaande principe: de SDR moet het middelpunt van het systeem worden en er is geen ruimte voor de invoering van een nieuwe vorm van goud – papier en goud – metaal, een vorm van bimetallisme waarbij de SDR en goud in concurrentie met elkaar zouden zijn.

Immobiliteit van goud

Ondanks deze verschillen tussen de lidstaten is de EU positie samengesmolten rond hun verlangen naar vrij goud voor gebruik in de afwikkeling van onderlinge Europese betalingsbalans verschillen. Dat is een probleem dat ontstaan is door de huidige “immobilisatie” van goud, dat weer het gevolg is van de grote discrepantie tussen de officiële en vrije marktprijs van goud.

Monetaire autoriteiten zijn niet bereid hun goudreserves te gebruiken om officiële schulden te vereffenen tegen een goudprijs die ver onder de vrije marktprijs ligt. Dit is in het bijzonder een probleem voor de EU. Daar vereisen de regels namelijk dat de schulden, die voortkomen uit interventie om intra-Europese wisselkoersen te ondersteunen, vereffend moeten worden in reserves in verhouding tot de samenstelling van de reserves . (Deze “immobiliteit” van goud is, uiteraard, een voorbeeld van de problemen die inherent zijn aan een systeem waarin goud de rol van reserve speelt samen met een andere reserve asset.)

Tot op zekere hoogte is de immobiliteit van goudreserves als een betalingsmiddel voor landen het gevolg van zelf opgelegde beperkingen. Landen zijn vrij om reserve-valuta en bijzondere trekkingsrechten (SDR) te gebruiken om schulden te vereffenen. Bovendien zijn landen nu vrij om extra valuta te verkrijgen door middel van de verkoop van goud aan de particuliere markt (en daarmee kunnen ze substantiële kapitaalwinsten boeken). Het Europese probleem is een gevolg van hun specifieke regels voor de afwikkeling van tekorten op de betalingsbalans. Dat is het belang dat de schuldeisende landen hebben om goud te ontvangen en daarmee de discipline op te leggen aan landen die een handelstekort hebben. Het is ook een gevolg van hun onwil – tot nu toe – om goud te verkopen op de particuliere markt. De redenen voor deze terughoudendheid zijn waarschijnlijk gerelateerd aan de onduidelijke status van goud in het systeem, de fundamentele aantrekkingskracht van goud, de verwachting van toekomstige prijsstijgingen en de “dunheid” van de private goudmarkt.

Evenmin is duidelijk dat de Europese landen hun goud zouden opgeven na een verhoging van de goudprijs, omdat een verhoging kan leiden tot een verwachting van een verdere prijsstijging van goud. Zelfs onder het Bretton Woods systeem hebben de Europeanen niet vaak goud opgeven om tekorten af te wikkelen.

Het “immobiliteitsprobleem” is van bijzonder belang voor de Fransen en Italianen, die aanzienlijke EU schulden hebben én die daarnaast een bijzonder grote proportie van hun reserve in goud hebben. Recent hebben andere Europese landen zich aangesloten bij het Franse en Italiaanse standpunt dat dit probleem opgelost moet worden, met in het achterhoofd de stijging van de goudprijs op de vrije markt en het gegeven dat de definitieve besluiten over de monetaire hervormingen blijkbaar verder weg zijn dan eerder gedacht. De Duitsers en Britten vooral, vinden het belangrijk dat de oplossing zodanig wordt vormgegeven dat deze de Verenigde Staten niet zal tegenwerken. Zij willen deze kwestie daarom in de multilaterale context van de G20 oplossen, indien dat mogelijk is. Bij gebrek aan overeenstemming op de G20, zou de EU gerust eenzijdig een aantal regionale regelingen maken.

Verschillende Europese voorstellen zijn al gedaan in het licht van de goud kwestie. Het Franse basisvoorstel in de G20 was gewoon om de officiële goudprijs te verhogen, hoewel dit mogelijk een ludieke en niet serieuze actie was die geen andere steun ontving dan uit Zuid-Afrika. Andere Europese voorstellen, en de genoemde Franse fallback positie, zijn variaties op het idee dat de officiële goudprijs afgeschaft dient te worden, waardoor de SDR de enige numeraire van het systeem wordt. Daarmee blijven de monetaire autoriteiten vrij om goud te gebruiken tegen een onderhandelde prijs of aan een prijs gerelateerd (misschien met een korting) aan de particuliere markt prijs. In de versie die onlangs zou zijn voorgesteld werd door het Verenigd Koninkrijk aan de EU, zou een dergelijke regeling worden gecombineerd met gecoördineerde verkoop van centrale bank aan de particuliere markt . Een andere mogelijkheid die naar verluidt wordt overwogen is om de Italianen – die de grootste behoefte hebben – als enige goud te laten verkopen op de particuliere markt, waardoor een onnodige neerwaartse druk op de goudprijs voorkomen wordt. De Franse versie van dit voorstel zou toestaan dat centrale banken zowel goud kunnen kopen als verkopen op de particuliere markt (uiteraard om te voorkomen dat het de particuliere markt zou drukken en met als bijkomend effect dat de rol van het goud in het systeem behouden blijft of groter wordt) .

In plaats van een algemene overeenkomst die officiële transacties in goud tegen een hogere prijs dan de officiële prijs toelaat , hebben sommige EU-landen een speciale regeling voorgesteld om alleen te gaan met het intra – EG probleem. Dergelijke voorstellen zijn tot nu toe uitgesteld door een combinatie van enerzijds technische problemen en anderzijds een onwil om eenzijdige maatregelen van twijfelachtige legaliteit te nemen die beledigend zijn naar de Verenigde Staten. Onlangs heeft de Europese Commissie een systeem dat een hogere voorlopige prijs in werking gesteld, te corrigeren wanneer overeenstemming is bereikt over een nieuwe prijs voor goud.

Zowel het Europese G20 voorstel als de intra-Europese voorstellen zouden een algemene verhoging van de officiële goudprijs impliceren. Echter zou ieder voorstel neerkomen op een algemene de facto of de jure verhoging van de officiële goudprijs die de rol van goud in het systeem versterkt. Een systeem waarin er alleen goud verkocht kan worden aan de private markt moet daarin een verzachtend en verlichtend effect hebben.

Goud voor olie

De recente stijging van de olieprijs heeft een nieuwe dimensie toegevoegd aan de goud kwestie, en heeft volgens sommige Europese ambtenaren het intra-Europese probleem naar een secundaire positie gebracht. Hoewel de mobilisatie van goud tussen Europese landen zou helpen bij de financiering van de onevenwichtigheden binnen de EU, zou het niet uit zichzelf de middelen bieden voor de financiering van het verwachte tekort met de olie-producerende landen. Voor dit doel zou het nuttig zijn als de olie-producerende landen een deel van hun overtollige opbrengsten zouden gebruiken om goud te kopen van de tekortlanden in Europa. Goud dat tegen een prijs aangeboden wordt die dicht bij de vrije marktprijs ligt. Dit zou een aantrekkelijk voorstel voor zowel de Europese landen als voor de VS zijn, omdat er geen toekomstige rentelasten aan verbonden zijn en omdat het onmiddellijke problemen kan voorkomen die het gevolg kunnen zijn van verhoogde Arabische eigendom van de Europese en Amerikaanse industrie. (De Arabieren kunnen het goud echter ook verkopen en de opbrengst gebruiken voor directe investeringen, zodat het probleem van Arabische inmenging in de industrie van de VS en Europa niet wordt opgelost.).

Vanuit het Arabische perspectief zou goud de voordelen bieden van bescherming tegen wisselkoersveranderingen en inflatie. Daarnaast staat goud als reserve onder absolute nationale controle. Sommige Europese ambtenaren denken er al over na om de weg vrij te maken voor dergelijke transacties (die nu verboden zouden worden door IMF regels). Er is gezegd dat de Arabieren alleen geïnteresseerd zijn in het kopen van goud tegen de marktprijs als ze verzekerd zijn van een soort bodemprijs. We hebben woord ontvangen dat een dergelijk voorstel wordt besproken binnen de Duitse regering.

Vanuit het oogpunt van internationale liquiditeitsbehoeften kan een algemene verhoging goudprijs nu aannemelijk worden gemaakt, omdat de verwachte betalingspatronen als gevolg van de hogere olieprijzen (lees: totale tekorten voor Europa en Japan) kunnen leiden tot een vermindering van de wereld liquiditeitsreserve. Echter, uit het oogpunt van de Verenigde Staten (en dat van alle landen zonder grote goudvoorraad) zouden nieuwe SDR toewijzingen de voorkeur verdienen wanneer nieuwe liquiditeitscreatie nodig is.

Opties voor het Amerikaanse onderhandelingsbeleid op goud

Omdat de VS waarschijnlijk wordt gepresenteerd met de druk om te berusten in een aantal regelingen van de Europese doelstellingen van hierboven, is het van belang dat we heroverwegen wat onze eigen houding in de onderhandelingspositie zou moeten zijn. De volgende onderhandelingsposities weerspiegelen beide uiteinden van het hele spectrum:

Optie 1: Blijf onvermurwbaar verzetten tegen elk voorstel dat leidt tot een stijging van de prijs waartegen de monetaire autoriteiten in goud transacties verrichten.

Voordelen: Als dat lukt, kunnen we voorkomen dat goud aan kracht wint als internationale reserve-asset (actief) en kunnen we de sterkte van de SDR behouden. Ook is het waarschijnlijk dat we hiermee uiteindelijk de demonetisatie van goud bereiken en daarmee een stabieler internationaal monetair systeem verkrijgen.

Nadelen: Europa kan dan zijn gang gaan met zijn eigen regelingen die zou neerkomen op een virtuele facto verhoging van de officiële goudprijs, met ongewenste effecten op het mondiale monetaire systeem dat kan leiden tot conflicten en bitterheid tussen de VS en de EU.

Optie 2: Stem toe in een Europees plan van de afschaffing van de officiële goudprijs, waardoor de afwikkeling van tekorten tussen landen gedaan kan worden met goud tegen een overeengekomen goudprijs. Voor deze optie moet er een “alleen verkopen” clausule opgenomen worden met betrekking tot goudtransacties met de private markt.

Voordelen: Dit zou iets te verkiezen zijn boven een regelrechte verhoging van de officiële goudprijs en zou een weg voor demonetisatie behouden door de eenrichtingsweg van verkopen van goud aan de particuliere markt. De SDR zou de enige numeraire van het systeem geworden. Op de korte termijn zou de spanningen met Europa van monetaire kwesties worden verminderd door deze aanpak te kiezen. De toename van de facto liquiditeit kan nuttig zijn in de huidige omstandigheden en de verkoop van goud aan de Arabieren zou kunnen helpen om de westelijke betalingsbalanstekorten te financieren.

Nadelen: Deze optie heeft de meeste van de bovengenoemde nadelen (en kan in feite leiden tot) een regelrechte toename van de officiële goudprijs. Wij kunnen daarbij de mogelijkheid verliezen om een stabiel en rationeel wereld monetair systeem te bouwen, met alle nadelige gevolgen die dat op de lange termijn kan hebben met betrekking tot monetaire instabiliteit en conflict.

De nadelen van beide opties zijn zodanig dat de zoektocht naar extra opties gerechtvaardigd is. Tussenliggende opties bestaan, opties die het potentieel hebben om aan de Europese doelstelling van het mobiliseren van goud op de korte termijn kan voldoen, met het behoud van de wenselijke trend naar goud demonetisatie op de langere termijn.

Optie 3: Compleet demonetisatie van goud op de korte termijn door een IMF substitutie faciliteit. Landen zouden afstand doen van hun goudreserves door het af te staan aan het IMF in ruil voor SDR’s. Het goud kan dan geleidelijk door het IMF verkocht worden op de particuliere markt. De winsten uit de verkoop van goud kunnen gedeeltelijk worden uitgekeerd aan de oorspronkelijke bezitters van het goud, waardoor ze ten minste een deel van de meerwaarden realiseren. Ondertussen kan een deel van de winst gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals de hulp aan de minst ontwikkelde landen.

Voordelen: Dit zou ons doel van demonetisatie bereiken en het probleem van goud immobiliteit verlichten, aangezien de SDR’s die landen in ruil voor goud ontvangen gebruikt kunnen worden voor de afwikkeling van tekorten op de betalingsbalans, zonder angst voor het mislopen van kapitaalwinsten.

Nadelen: Dit zou een snellere demonetisatie dan meerdere landen zouden accepteren. Dit zal geen voordeel opleveren uit het oogpunt van de financiering van de olie-import met goudverkopen aan Arabieren (hoewel het niet noodzakelijkerwijs onverenigbaar hoeft te zijn met een dergelijke regeling).

Het enige belangrijke nadeel van optie 3 is dat het waarschijnlijk onaanvaardbaarheid is voor de landen die om traditionele redenen liever vasthouden aan goud. Maar het zou onze gevoeligheid tonen ten aanzien van het probleem van immobiliteit (van het goud), en zou een goede eerste onderhandelingspositie zijn. We kunnen uiteindelijk ook nog terugvallen op een vierde optie:

Optie 4: Accepteer de Europese opstelling waarin de officiële goudprijs wordt afgeschaft en officiële transacties tegen een marktgerelateerde goudprijs worden toegestaan, maar alleen met instemming dat een bepaald gedeelte van het goud wordt overgedragen aan een substitutiefaciliteit van het IMF, en dat geleidelijke substitutie van SDR voor goud zou plaatsvinden over een langere periode van tijd. (Een mogelijke regel uit velen zou kunnen zijn dat landen de nominale waarde van hun goudvoorraad van dit moment behouden en dat een waardestijging van het goud door een stijging van de goudprijs wordt gecompenseerd door goud te vervangen voor SDR’s.

Een andere variant op dit voorstel is dat landen moeten instemmen met een vooraf bepaalde, geleidelijke directe verkoop aan de particuliere markt. Ook hier kan de winst worden gedeeld tussen goud bezitters en anderen.

Voordelen: Dit zou voldoende momentum richting goud demonetisatie bieden, terwijl het bieden van verlichting aan het immobiliteitsproblemen van goud. Dit lijkt beter verenigbaar te zijn met de verkoop van goud aan de Arabieren, indien dit wenselijk is. Daar kan nog over onderhandeld worden.

Nadelen: Deze optie is iets minder wenselijk voor de middellange termijn werking van het systeem dan optie 3.

Conclusies

De Amerikaanse doelstelling van een vermindering van de rol van goud in de wereld monetaire stelsel is de moeite waard, maar ze is misschien haalbaar zonder aan te dringen op naleving van de huidige vaste officiële goudprijs. Bovendien zou een dergelijk standpunt internationale wrijving onnodig maken. Er bestaan compromisvoorstellen die goede vooruitzichten bieden voor het bereiken van de doelstellingen die we in ons systeem voor ogen hebben, terwijl ze voldoen aan de belangrijkste Europese eisen. We moeten bereid zijn om deze compromissen te gebruiken in de nabije toekomst.

Tactiek

Onderhandelen in een breder IMF forum zou waarschijnlijk een omstreden proces zijn en zal zeer veel verdeeldheid oproepen, tenzij op basis van een voorafgaand Amerikaans-Europees begrip. The Europeanen zijn echter niet verenigd, hoewel ze aan een gemeenschappelijk inhoudelijke standpunt werken. We kunnen hierop wachten of nu verder gaan met bilaterale afspraken met één of meer leden van de Europese Gemeenschap. Ons wachten om te worden geconfronteerd met de Europese positie zet de Fransen in een sterke positie, vanwege hun veto over eventuele afwijkingen van de afgesproken Europese lijn.

Voor wat betreft de goud kwestie zou het passend zijn de bilaterale contacten met de Duitsers en de Britten na te streven , die beiden waarschijnlijk kunnen instemmen met opties waarbij zij bescheidener zullen zijn in hun flexibiliteit ten aanzien van onze traditionele positie dan de Fransen of Italianen. Maar er is natuurlijk geen garantie dat de Britten en/of de Duitsers het resulterende compromis in Brussel zullen voorleggen. Niettemin, het uitwerken van een compromis met enkele van de grote Europese landen kan de kans op een impasse tussen de VS en Europa verminderen, terwijl een aanzienlijk meningsverschil overbrugd dient te worden door de Europeanen.

  1. Bron : Nationaal Archief , RG 56 , Bureau van de staatssecretaris van Financiën , Files van staatssecretaris Volcker , 1969-1974 , toetreding 56-79-15 , Box 1 , Gold-8/15/71-2/9 / 72 . Geen rubriceringsmarkering . Een gestempelde notatie op het briefje luidt : ” Opgemerkt door de heer Volcker . ” Een andere notatie , van 8 maart , geeft aan dat kopieën te Bennett en Cross werden gestuurd.
  2. Het document werd besproken met Kissinger bij een ministerie van Buitenlandse Zaken personeel vergadering op 6 maart. De samenvatting die aan de voorpagina van de vergadering van de notulen merkt op dat Kissinger besloten: . “Dat een klein State – Treasury groep , te omvatten Volcker worden samengesteld om de keuzes te verfijnen in de EB papier en rapporteren in twee weken De herziene document moet bevatten de opties van mogelijke unilaterale optreden van de EG ten aanzien van de goudprijzen en met betrekking tot de import van olie kosten alsook Amerikaanse reacties op breken of te beteugelen dergelijke actie (EB actie) . ” ( Ibid. , RG 59 , Afschriften van de minister van Buitenlandse Zaken Kissinger Personeel Vergaderingen , 1973-1977 , Entry 5177 , Box 2 , secretaris van de Vergadering van het personeel , 6 maart 1974)
  3. Vertrouwelijk.
  4. Indien een vast SDR – goudprijs zou worden gehandhaafd , en periodieke vrije markt gerelateerde aanpassingen in de officiële prijzen van goud zou worden gemaakt , dan is de munt waarde van de primaire reserves van de wereld zou worden gekoppeld aan een prijs vast te stellen op een vluchtige , instabiele markt . [ Voetnoot is in het origineel. ]
  5. Zoals blijkt uit de tabel aan het einde van deze notitie , zijn officiële goudreserves nu gewaardeerd op $ 43.000.000.000 bij de $ 42,20 per ounce prijs . De vrije markt prijs is bijna vier keer de officiële prijs. [Voetnoot is in het origineel. De tabel is gekoppeld , maar niet afgedrukt.]
  6. De Fransen hebben verklaard dat zij geen rekening met de IMF- artikelen als bindend onder de huidige omstandigheden ( de VS haar convertibiliteit verplichting te hebben opgeschort ) . We beschouwen de artikelen nog bindend . Andere landen hebben nog geen standpunt ingenomen . [ Voetnoot is in het origineel. ]
  7. Willy de Clercq was de Belgische minister van Financiën en vice-premier.
  8. Onder de huidige IMF Artikelen van Overeenkomst , zou een algemene gouden prijsstijging ( uniforme nominale waarde verandering ) goedkeuring van landen vertegenwoordigen 85 % van het IMF gewogen vermogen stemming nodig . Zo hebben we de kracht om elke juridische verandering blokkeren. [ Voetnoot is in het origineel. ]
  9. De extra SDR zou kunnen zijn zeer acceptabel omdat , voor een tijd althans , ze zouden ” ondersteund ” door het IMF goudreserves zijn. Wat goud ” steun ” kan worden gehandhaafd tot vooroordelen tegen papiergeld taande – op een manier die vergelijkbaar is met de evolutie van de binnenlandse gelden. [ Voetnoot is in het origineel. ] 

Bron: History.state.gov

Europa en de VS voeren nog steeds strijd over de rol van goud in het wereldwijde monetaire systeem

Europa en de VS voeren nog steeds strijd over de rol van goud in het wereldwijde monetaire systeem

Foto van Marketupdate.nl Crypto redactie
Marketupdate.nl Crypto redactie

Dagelijks op de hoogte van het crypto nieuws via marketupdate.nl

9 gedachten over “Goud en het monetaire systeem: Het potentiële VS-EU conflict

  • Zware kost. Nu graag in veredeld Jip en Janneke taal dit hele stuk. Wat wel simpel te zien is boem boem goud en zilver naar beneden na de renteverlaging

    Beantwoorden
  • Het kan best zijn dat de huidige onderdrukking van de goudprijs door de FED opgezet spel is om China in staat te stellen de privé-goudmarkt af te schuimen om, aan de FED gelijkaardige, goudreserves aan te leggen zodat China kan toetreden tot een SDR systeem. (Ik heb het ergens genoteerd maar vindt het niet terug). Dan is de verkoop van 2.000.000 ounce goud op vrijdag 11 oktober 2013 en dit zonder limiet een duidelijke verklaring. (*). If you can’t beat them, joint them : De US$ met de rug tegen de muur staande, is dit een geniale strategische zet. Rest de vraag op welke wijze de VS dan met de New-US$ kunnen starten om de ENORME US-schuld via een moratorium te neutraliseren, in akkoord met China. Inmiddels is dan de dreiging op de US$ als wereld-resermunt afgewenteld. Bompa
    Lees Staatsbankroet + Moratorium + Voorbeelden : http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatsbankroet + http://nl.wikipedia.org/wiki/Moratorium + http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatsbankroet#Voorbeelden

    Beantwoorden
    • Waarom zou de VS zijn schuld willen “neutraliseren” met een nieuwe munteenheid? Dat is nergens voor nodig.

      Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *