De volgende grafiek die gastschrijver 24 karaat ons doorstuurde willen we u zeker niet onthouden. Wat is hieronder ziet is de goudprijs in dollars, gedeeld door de monetaire basis van de Verenigde Staten. Omdat de grafiek terug gaat tot het jaar 1918 hebben we gelijk mooi vergelijkingsmateriaal met eerdere crises en de impact die deze hadden op de ratio tussen de goudprijs en de monetaire basis.
Zoals u ziet was de ‘goud dekking’ van de monetaire basis tot en met het begin van de Tweede Wereldoorlog nog relatief hoog. Door de Tweede Wereldoorlog werd de monetaire basis in de VS sterk opgeblazen, waardoor de dekking met twee derde deel verwaterde. Ten tijde van het Bretton Woods systeem en de Londen Gold Pool kon de geldhoeveelheid in verhouding tot de onderliggende goudwaarde nog verder opgeblazen worden, tot en met de ontkoppeling van goud door president Nixon in 1971. Vanaf dat moment werd de marktprijs van goud losgelaten en steeg de waarde van het goud in verhouding tot de monetaire basis weer terug naar het niveau van 1934, toen de Verenigde Staten hun dollar devalueerden ten opzichte van goud om de koppeling te kunnen handhaven.
Goudwaarde daalt tegenover monetaire basis
Als we de ontwikkeling van de jaren zeventig naast de ontwikkeling van de goudprijs sinds 2001 leggen, dan valt ons op dat goud in verhouding tot de omvang van de monetaire basis helemaal niet groter is geworden. Sterker nog, door de introductie van quantitative easing groeide de monetaire basis zo snel dat de gouddekking alleen maar verder omlaag ging. De alsmaar stijgende goudprijs viel de afgelopen tien jaar dus in het niet bij al het extra basisgeld dat centrale banken de laatste jaren gecreëerd hebben.
De marktprijs van goud in verhouding tot de omvang van de monetaire basis is in vergelijking met de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw met een factor tien afgenomen. Betekent dat ook dat de goudprijs tien keer hoger zou moeten zijn dan die nu is?
Goud in verhouding tot de monetaire basis (Bron: Macrotrends.net)