De grafiek (zie figuur 1) laat zien dat het voor Europese landen minder lucratief is om goud te kopen. Ten opzichte van de rest van de wereld bezitten Europese landen al een enorme hoeveelheid goud, die alleen door de stijging van de goudprijs steeds meer waard wordt. De noodzaak om meer goud te kopen is voor Europese centrale banken daarom veel minder groot dan voor opkomende markten zoals China, India, Rusland, Brazilië en dergelijke. Deze landen hebben naar verhouding tot hun totale reserves nog maar een zeer kleine component in fysiek goud.
Door de stijgende goudprijs groeit de goudpositie op de activazijde van de balans van het eurosysteem snel, een fenomeen waar andere landen ook van willen profiteren. Landen als China, Brazilië, Rusland en India hanteren net als de ECB het 'marked to market' model, waarin de goudvoorraad periodiek opnieuw gewaardeerd wordt tegen de actuele goudprijs (zie figuur 3). Zo lang de goudprijs blijft stijgen betekent dit dat de goudvoorraad in waarde toeneemt en de activazijde van de balans versterkt wordt. Op deze manier beschermt een stijgende goudprijs ook tegen een mogelijke waardedaling van andere activa, zoals staatsobligaties (zie figuur 2).
Landen die een kleine goudvoorraad hebben zullen veel minder sterk profiteren van een herwaardering van de goudvoorraad en voegen daarom massaal meer edelmetaal aan hun reserve toe. Onderstaande grafiek is gebaseerd op alle geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem die dit jaar zijn gepubliceerd op de website van de ECB. De grote uitslag van de rode lijn op 6 oktober weerspiegelt de verkoop van €186 miljoen aan goud door een niet nader genoemde centrale bank van het Eurosysteem.
Figuur 1: Goudvoorraad Eurosysteem steeds meer waard door herwaardering die ieder kwartaal plaatsvindt (Bron: ECB)
Figuur 2: De stijgende goudprijs vangt een mogelijke waardedaling van bezittingen in buitenlandse valuta op (Bron: FOFOA)
Figuur 3: Alle landen die hun goudreserve periodiek herwaarderen tegen de marktprijs (Bron: Wikipedia)