Veel ‘experts’ in de goudmarkt beweren dat de ondergrondse goudreserves binnen afzienbare tijd op zullen raken. Goudmijnen halen jaarlijks ongeveer 2.500 ton goud uit de grond en moeten steeds meer moeite doen om het gele edelmetaal boven te krijgen. Al jaren daalt de gemiddelde opbrengst van een goudmijn (uitgedrukt in aantal grammen goud per ton), waardoor de productiekosten steeds hoger worden. Maar hoeveel goud kunnen goudmijnen nog uit de aardkorst halen? Hierover bestaat een onjuiste theorie die nog te vaak wordt aangehaald…
US Geological Survey
Om die vraag te beantwoorden pakt men doorgaans de cijfers van de US Geological Survey (USGS). Die houden jaarlijks bij hoe groot de goudreserves zijn die goudmijnen over de hele wereld geïdentificeerd hebben, maar nog niet hebben opgegraven. Dit is zeg maar de goudvoorraad waar de goudmijnen uit putten. In het laatste rapport van de USGS wordt de wereldwijd beschikbare ondergrondse goudvoorraad geschat op 52.000 metrische ton goud. Sommige analisten in de goudmarkt pakken de calculator erbij en rekenen vervolgens uit dat die 52.000 ton gelijk staat aan minder dan 20 jaar productie, omdat de goudmijnen de afgelopen jaren iets meer dan 2.500 ton goud per jaar uit de grond hebben gehaald.
Daaruit volgt een foutieve conclusie dat de economisch rendabele goudvoorraden onder de grond binnen afzienbare tijd op zullen raken. We zullen uitleggen waarom deze simpele rekensom misleidend is…
Wat zijn reserves?
Zoals gezegd komt het getal van 52.000 ton goud uit het laatste rapport van de USGS. Dit cijfer is opgebouwd uit alle goudreserves die goudmijnen over de hele wereld geïdentificeerd hebben en die ze in de komende jaren op zullen graven. Ieder jaar wordt deze schatting aangepast, enerzijds omdat deze goudreserves aangeboord worden door de goudmijnen en anderzijds omdat er steeds nieuwe ontdekkingen worden gedaan. Dat betekent dat de 52.000 ton aan ondergrondse reserves slechts een momentopname is die van tijd tot tijd kan veranderen.
We baseren ons op dit document van de USGS, waarin de werkelijke definitie van reserves wordt gegeven. We citeren uit het document en hebben enkele belangrijke passages dikgedrukt gemaakt:
“Reserves data are dynamic. They may be reduced as ore is mined and/or the extraction feasibility diminishes, or more commonly, they may continue to increase as additional deposits (known or recently discovered) are developed, or currently exploited deposits are more thoroughly explored and/or new technology or economic variables improve their economic feasibility. Reserves may be considered a working inventory of mining companies’ supply of an economically extractable mineral commodity. As such, magnitude of that inventory is necessarily limited by many considerations, including cost of drilling, taxes, price of the mineral commodity being mined, and the demand for it. Reserves will be developed to the point of business needs and geologic limitations of economic ore grade and tonnage. For example, in 1970, identified and undiscovered world copper resources were estimated to contain 1.6 billion metric tons of copper, with reserves of about 280 million metric tons of copper. Since then, about 400 million metric tons of copper have been produced worldwide, but world copper reserves in 2011 were estimated to be 690 million metric tons of copper, more than double those in 1970, despite the depletion by mining of more than the original estimated reserves.”
De USGS geeft in deze passage het voorbeeld van koper. Met de technieken van 1970 werd er wereldwijd een ondergrondse reserves van 280 miljoen ton koper geïdentificeerd, maar sindsdien is er meer dan 400 miljoen ton koper uit de grond gehaald. Dat is meer dan de reserves die toen bekend waren! In 2011 werd de ondergrondse reserve van koper geschat op 690 miljoen ton, meer dan een verdubbeling van de reserves zoals die in 1970 gerapporteerd werden!
Hoeveel goudreserves zitten er onder de grond?
De manier waarop de USGS de ondergrondse reserve van koper rapporteert is niet anders dan de manier waarop die voor goud wordt vastgesteld. Zo lang er meer nieuwe ontdekkingen zijn dan er goud uit de grond wordt gehaald kan ook de opgegeven goudreserve toenemen. We pakken de cijfers van de USGS erbij en komen tot de volgende grafiek.
Ondergrondse goudreserves raken niet op
Zoals u ziet zijn de ondergrondse goudreserves de laatste jaren niet op geraakt. Blijkbaar worden er nog steeds voldoende nieuwe ontdekkingen gedaan om te compenseren voor het volume dat de goudmijnen jaarlijks uit de grond halen. Alleen op basis van deze cijfers van de USGS kunnen we al de conclusie trekken dat de rekensom van 52.000 ton goud gedeeld door de jaarlijkse goudmijnproductie onjuist is. Zou dit rekensommetje wel kloppen, dan zouden de goudmijnen nu al geen goud meer kunnen vinden.
We illustreren de denkfout aan de hand van een denkbeeldige grafiek. We beginnen in 1996 met een ondergrondse goudreserve van 44.000 ton en trekken daar ieder jaar de productie van goudmijnen van af. Zoals u ziet is het goud volgens deze foutieve redenering al in 2013 volledig gemijnd. Niets is minder waar…
Deze grafiek toont de denkfout aan ten aanzien van ondergrondse goudreserves
Goud raakt niet op
Door nieuwe technieken kunnen goudmijnen steeds meer goud uit de grond halen, ondanks dat de ertskwaliteit ieder jaar slechter wordt. De volgende grafiek is gebaseerd op de jaarlijkse productie van goudmijnen vanaf het jaar 1900, zoals die bij de USGS bekend is. Zoals u ziet is de goudproductie door de decennia heen sterk toegenomen. Volgens het GFMS hebben goudmijnen nog nooit zoveel goud uit de grond gehaald als in 2013, namelijk 2.917 ton. Van een schaarste aan ondergrondse goudreserves lijkt voorlopig nog geen sprake, ondanks het feit dat grote goudontdekkingen steeds schaarser worden.
Jaarlijkse goudproductie vanaf 1900
Goud wordt steeds minder schaars
Omdat goud niet vergaat neemt de totale hoeveelheid bovengronds goud alleen maar toe. Goud verandert van vorm (sieraden, elektronica, munten, baren) en wisselt wel eens van eigenaar, maar het metaal blijft altijd aanwezig. Vergelijk het met een pokertafel, waarbij alle fiches op tafel blijven en er ieder jaar een paar nieuwe fiches in circulatie worden gebracht. Bovengronds goud wordt iedere jaar dus een beetje minder schaars.
Het is niet de schaarste die goud waardevol maakt, want de totale goudvoorraad is vele malen groter dan de jaarlijkse vraag naar goud (hoge stock to flow ratio). Zou goud alleen maar een grondstof zijn voor de industrie, dan zou de prijs volgens de wet van vraag en aanbod compleet in elkaar moeten storten. De volgende grafiek geeft een schatting van de totale bovengrondse goudvoorraad sinds 1900 en is gebaseerd op de jaarlijkse goudmijnproductie volgens de USGS. Het beginpunt in het jaar 1900 is gebaseerd op de aanname dat er vandaag de dag 170.000 ton bovengronds goud bestaat.
Goud raakt niet op, het wordt ieder jaar minder schaars
Conclusie
Met dit artikel hebben we de denkfout in een veelgebruikte analyse proberen bloot te leggen. De reserves die de USGS rapporteert voor goud en voor tal van andere grondstoffen is geen absoluut totaal, maar een relatief cijfer dat van jaar tot jaar kan veranderen op basis van mijnbouwproductie en nieuwe ontdekkingen. De geïdentificeerde ondergrondse goudreserve is op dit moment 52.000 ton, maar dat cijfer schommelt al bijna twee decennia tussen de 40.000 en 52.000 ton…
Laten we dus terughoudend zijn met uitspraken over wanneer bepaalde grondstoffen op raken, want dat valt in elk geval niet af te leiden uit de cijfers van de USGS. Het voorbeeld van koper spreekt nog meer tot de verbeelding. In 2011 waren de bekende ondergrondse reserves twee keer zo groot als in 1970, terwijl er in de tussentijd volop koper gemijnd werd. Waarschijnlijk is er ook veel meer goud onder de grond dan die 52.000 ton die nu bij ons bekend zijn. Maar zolang dat goud mondjesmaat wordt opgegraven heeft die ‘verwatering’ van bovengronds goud geen negatief effect op de waarde. Goud ontleent haar waarde blijkbaar niet aan schaarste…
4 gedachten over “Ondergrondse goudreserve raakt niet zo snel op!”
Er kan NOOIT goudmetaal schaarste zijn ! Omdat onder en bovengronds goudmetaal nooit verdwijnt. De crux zit hem in de goud waardering (prijzing). Dus in de status die men (publiek & officieel) aan goudmetaal wil toewijzen. Daarom zal goudmetaal ook nooit een vraag/aanbod grondstof zijn. Daarom is goud ook een centrale bank rijkdom asset reserve, TOTAAL onafhankelijk van vraag/aanbod. Dus een politiek metaal,…in lijn met het systeem van (schuld gedreven) politieke ekonomie !
Skin in the game — how to make economic models contact reality.
What we learn from firefighters.
http://larspsyll.wordpress.com/2014/01/07/skin-in-the-game-how-to-make-economic-models-contact-reality/
Via verschillende bronnen heb ik inmiddels begrepen dat 170.ooo ounce /(de befaamde kubus van 25 m3) een zwaar onderschatte totale bovengrondse goudvoorraad is. Op basis van historische delf-gegevens komt men op een totale hoeveelheid gemijnd goud die minimaal 1-3 miljoen ounce bedraagt. De stock-to-flow ratio zou dan vrijwel nihil zijn.
correctie: ounce moet natuurlijk ton zijn…