De implementatie van deze nieuwe wet liep enige vertraging op, die destijds werd geschat op minimaal zes maanden en maximaal een jaar. Deze vertraging werd veroorzaakt door weerstand vanuit de inheemse gemeenschappen in Bolívar, die van mening zijn dat het nationaliseren van de goudproductie in strijd is met de grondwet. Er waren enkele aanpassingen in de goudwet nodig, die naar verwachting spoedig gereed zullen zijn.
Een expert uit de goudmijnsector verklaarde tegenover Business News Americas dat deze nieuwe wetgeving zal leiden tot veel illegale goudproductie, vooral in de kleinere mijnen. Deze zullen waarschijnlijk niet accepteren dat de overheid een belang van 55% in het bedrijf krijgt, waardoor de private partijen in feite de controle uit handen moeten geven. De goudwet in Venezuela zal ervoor zorgen dat er gemengde bedrijven komen, waarin de Venezolaanse overheid grootaandeelhouder wordt. Het Zuid-Amerikaanse land heeft een aantal grote goudreserves in Las Cristinas en Brisas. In dit gebied zijn onder andere het Canadese Crystallex Inteational en het Amerikaanse Gold Reserve actief, twee mijnbouwbedrijven die strijden met de Venezolaanse overheid in een poging hun eigendomsrecht te beschermen.
Goudmijnen versus fysiek goud
Een belegging in een goudmijn kan niet worden gezien als substituut voor een belegging in het edelmetaal zelf. Eerstgenoemde heeft te maken met risico's van diverse tegenpartijen, waarvan de overheid de grootste is. Daaaast is een mijnbouwbedrijf voor haar winstgevendheid afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden, de kwaliteit van het personeel en het management. Fysiek goud in eigen bezit kent dit risico niet.
Het risico van een tegenpartij is ook bij Hugo Chavez (of zijn adviseurs) bekend, want eind vorig jaar nam hij het besluit om de 160 ton goud die opgeslagen lag in de kluizen in Londen op te laten halen. In januari was al dat goud weer terug op Venezolaanse grondgebied.
Ondergrondse goudmijn in Venezuela (Afbeelding via Reuters)