China wil meer zeggenschap krijgen over de prijsvorming van olie en zal daarom naar verwachting volgende maand al een alternatief voor de gangbare WTI en Brent olie aanbieden. Deze nieuwe oliecontracten zijn genoteerd in Chinese yuan en zullen verhandeld worden op de Shanghai International Energy Exchange. De komst van een nieuw benchmark voor olie in yuan kan gezien worden als een nieuwe stap in de internationalisering van de Chinese munt. Met deze nieuwe referentieprijs in Chinese yuan worden landen in Azië in staat gesteld olie te verhandelen zonder tussenkomst van dollars.
De toevoeging van een nieuwe referentieprijs voor olie is geen gek idee, als je bedenkt dat de referentieprijs slechts voor een beperkt deel van de olieproductie van toepassing is. Twee derde van de wereldwijde olieproductie wordt tegen de prijs van Brent olie verhandeld, terwijl deze prijs slechts gebaseerd is op de productie van vier olievelden in de Noordzee. Deze velden produceren ongeveer 1 miljoen vaten per dag, terwijl de wereldwijde olieproductie per dag op ongeveer 92 miljoen vaten ligt.
Petro yuan
China is na de Verenigde Staten de grootste afnemer van olie ter wereld. Naar verwachting zal China in de toekomst de grootste gebruiker van olie worden, aangezien meer Chinezen toetreden tot de middenklasse en zich de luxe van een eigen auto kunnen veroorloven. Het is daarom niet meer dan logisch dat China de olie uit de regio in de eigen munt wil afrekenen.
Niet alleen China, maar ook handelspartner Rusland wil graag olie in een andere munt afrekenen dan dollars. De twee landen hebben de afgelopen jaren verschillende pijpleidingen aangelegd om meer olie uit Siberië naar China te kunnen transporteren. Sindsdien heeft ook Rusland haar voornemen uitgesproken om een eigen referentieprijs voor olie te maken. Naast de Amerikaanse WTI en de Europese Brent olie zou er voor de Aziatische markt ook een East Siberia Pacific Ocean (ESPO) referentieprijs moeten komen. Zover is het tot op heden nog niet gekomen.
Lees ook: